Nu het veldloopseizoen in schoonheid is afgesloten en ook de Topsporthal niet meer op volle toeren draait, kunnen we ons langzaam gaan opmaken voor het outdoorseizoen. De wegwedstrijden zijn al even aan de gang, en ook de eerste pistewedstrijden liggen al achter de rug. Op de belangrijkste afspraken, waar het EK en de Olympische Spelen onder vallen, moeten we niettemin nog even wachten. Ook Philip Milanov kijkt uit naar wat er deze zomer allemaal te gebeuren staat, en wij peilden eens hoe onze vice-wereldkampioen het stelt.

U hoeft niet over een glazen bol te beschikken om te voorspellen dat Philip Milanov deze zomer door de nationale pers menigmaal als medaillekandidaat zal getipt worden voor zowel het EK in Amsterdam als de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. De zilveren WK-medaille vorig jaar in Peking leverde hem heel wat media-aandacht op, en plots wou elk kind gaan discuswerpen in plaats van in de startblokken te kruipen. Oké, zo’n vaart liep het nu ook weer niet, maar het bracht toch wel wat te weeg, zo’n zilveren medaille. Milanov blijft graag met de voetjes op de grond, en blijft liever weg van al te boude voorspellingen. Daar lijken we hem deze keer andermaal niet op te kunnen betrappen, al maakt hij er geen geheim van dat tot dusver alles naar wens verloopt. “Momenteel gaat alles volgens plan. Af en toe heb ik wel een beetje last aan de knieën, maar met specifieke oefeningen hebben we dat onder controle.” Na stages in Monte Gordo (Portugal) en Potchefstroom (Zuid-Afrika) is de Bruggeling momenteel bezig aan zijn derde stage in L’Alfàs del Pi (Spanje). “Hier en daar scoorde ik op training al een record, maar het is nog even wachten op de eerste wedstrijd waar ik echt zal weten hoe ik ervoor sta. Waarschijnlijk wordt dat de Diamond League-meeting in Doha, die op 6 mei wordt afgewerkt.”

Vorig jaar kreeg Milanov al snel het goede ritme te pakken. Daar zaten de verschillende Diamond League-meetings, waar Milanov telkens goed voor de dag kwam, zeker voor iets tussen. “Die wedstrijden tussen de wereldtop zijn zeker leerrijk en geven mij bovendien nog meer motivatie om hard aan de weg naar de top te timmeren. Wat wedstrijden in eigen land betreft start ik zeker op het BK, misschien pik ik ook een Flanders Cup-meeting mee als het weer het toelaat. Fysiek ben ik iets sterker dan vorig jaar, maar het valt nog af te wachten hoe zich dat vertaalt in afstanden. Het is vooral zaak om dit seizoen nog constanter te worden, en dan komen de uitschieters vanzelf wel. Verder dan 65 meter moet zeker kunnen.”