Kort na Nieuwjaar vertelde Pieter Claus slechts gematigd tevreden te zijn over het eerste winterblok. Beter doen in de tweede helft van het seizoen, met het BK korte cross als belangrijkste doel, was de opdracht. De 26-jarige atleet wil deze zomer opnieuw excelleren op zijn twee favoriete afstanden.

“Het tweede deel van het winterseizoen begon net als het eerste deel maar matig”, zei Pieter Claus. “Op training draaide het nochtans echt goed, maar op wedstrijd wilde het er maar niet uitkomen. Over mijn prestatie in Hannuit (18e korte cross, red.) was ik zeker niet tevreden. Daardoor besloot ik de CrossCup-manche in Rotselaar te laten schieten om te kunnen ‘herbronnen’ richting het BK. Ik heb enkele weken goed getraind en dat loonde min of meer. Mijn vijfde stek op het BK was gezien de omstandigheden zeker oké.”

Binnenkort stapt Claus het vliegtuig op richting het Amerikaanse Flagstaff. In het mekka voor afstandslopers zal de halve fondloper zowel trainingen op hoogte, als op zeeniveau kunnen afwerken. “Ik verwacht daar alles voorhanden te hebben om mijn zomerseizoen goed te kunnen voorbereiden. Mijn trainer reist eveneens mee, wat ook zeker een pluspunt is. Er zal vooral aan de basis gewerkt worden met af en toe eens wat sneller werk”, vertelde de EA-atleet. Dit moet een goede maand later voor een eerste piekmoment zorgen. “De IFAM wordt de eerste belangrijke afspraak dit jaar. Daar wil ik graag goed voor de dag komen.”

Claus kan zowel op de 800 meter (PR: 1’47”17) als de 1500 meter (PR: 3’38”71) goed uit de voeten. De limieten voor het WK in Doha zijn met 1’45”80 en 3’36”00 toch nog net iets straffer dan de besttijden van Claus. Grote uitspraken over wat de zomer zou kunnen brengen blijven daardoor voorlopig uit. “Net als de voorgaande jaren wordt mijn doelstelling om op beide afstanden weer wat sneller te worden”, klonk het relatief bescheiden. Of hij dit jaar opnieuw de kloof wat kan dichten met kleppers als een Ismael Debjani blijft de vraag. “Het is moeilijk te zeggen wat nog beter kan of beter moet om de aansluiting te zoeken. Iedereen is anders en atletiek is zeker geen exacte wetenschap. Het blijft elke keer weer zoeken wat werkt en wat niet. Al van bij de junioren lukt het mij voorlopig elk jaar om telkens sneller te worden, dus we zien wel waar we uiteindelijk uitkomen”, aldus Claus.