Nog slechts 8 dagen en dan is het zover. Dan staat in Gent de IFAM Indoor op het programma. De ideale gelegenheid voor onze nationale toppers om zichzelf in een sterk internationaal veld te overtreffen. In deze reeks blikken we met enkelen van hen vooruit. Vandaag: Mathias Broothaerts. De 22-jarige verspringer is na heel wat blessures weer op de goeie weg om er een geslaagd 2017 van te maken. Eerste belangrijke afspraak van het jaar: de IFAM Indoor.

Mathias, het jaarbegin ligt al even achter ons maar met welke verwachtingen op atletiekvlak ben jij aan 2017 begonnen?

Foto: Tomas Sisk

“Mijn grootste doelstelling dit jaar is blessurevrij blijven! Afgelopen twee jaar heb ik veel blessureleed gekend waardoor ik nooit op een normale manier heb kunnen presteren. Een jaartje zonder blessures zou mij zeker op mentaal vlak deugd doen. Deze winter heb ik niet de grootste ambities aangezien ik van ver kom. Ik wil voornamelijk met een goed gevoel het indoorseizoen afsluiten en dan speelt de afstand minder een rol. Natuurlijk wil ik nog steeds een gooi doen naar de EK-limiet, als alles perfect samenvalt is dit zeker niet onmogelijk. Voor het outdoorseizoen liggen mijn ambities hoger. Ik wil graag opnieuw voorbij de 8 meter springen. De WK-limiet ligt op 8m15 wat zeer stevig is, zeker omdat hij al voor de geplande piek gesprongen moet worden. Of hij haalbaar is, is op dit moment nog moeilijk te zeggen maar ik zal er zeker naar toe werken. Dit jaar is het ook uitkijken naar de Universiade, met een limiet van 7m85 is dit ongetwijfeld wel een haalbare kaart. Hiervan ga ik dan ook mijn hoofddoel maken. Indien ik hier opnieuw 8 meter kan springen, is er een mooie plaats in de einduitslag mogelijk.”

Je hebt al enkele wedstrijden in de benen, hoe kijk je terug op jouw seizoensbegin?

“De eerste wedstrijden waren zeker nog niet perfect. Ik kom van zeer ver en merk dit ook in mijn sprongen. Doordat ik lange tijd niet heb kunnen doorspringen, deed ik mijn sprongen op een versnelde manier. Nu moet ik opnieuw leren om rust in mijn sprongen te brengen en meer te leren doorstijgen. Alles van de 8 meter-sprong zit nog wel ergens in mijn achterhoofd maar het is zaak om dat nu weer om te zetten in praktijk. Tijdens het Vlaams kampioenschap was ik vermoeid door de examens en ziekte en miste hierdoor de nodige frisheid en kracht. Indien ik opnieuw een fris gevoel te pakken krijg, zal dit allemaal net iets vlotter gaan.”

Hoe ziet jouw wedstrijdplanning eruit voor de komende weken?

“Het winterseizoen is nooit lang en hierdoor staan er ook niet meer veel wedstrijden op de planning. Volgende week doe ik mee aan de IFAM en de week erna aan het BK om mee te strijden voor de titel. Mocht ik me kunnen plaatsen voor het EK wordt dit de laatste wedstrijd van het seizoen. Indien ik me niet kan plaatsen ga ik waarschijnlijk nog eens een 60 meter lopen omdat ik dit een leuk nummer vind.”

Je zegt het al: op 11 februari staat de IFAM Indoor gepland. Welke herinneringen hou je over aan vorige edities?

“Vorig jaar heb ik jammer genoeg aan de zijlijn moeten toekijken, maar in het verleden was ik er wel al een aantal keer op mijn spikes bij. De IFAM is de meest sfeervolle indoorwedstrijd in België. Er is altijd veel publiek aanwezig en een sterk deelnemersveld wat de prestaties enkel maar ten goede komt. Indien we tijdens het verspringen voor handgeklap vragen, worden we op onze wenken bediend wat dan voor die extra adrenalineboost zorgt. Kortom: de IFAM staat altijd met stip in de agenda genoteerd.”

Als we op de deelnemerslijst mogen afgaan, lijkt de kans groot dat er over de 8 meter zal worden gesprongen.

“Dit jaar mogen we gerust spreken over een zeer sterk deelnemersveld: vijf atleten met een persoonlijk beste voorbij de 8 meter is zeker niet mis. Natuurlijk is het steeds afwachten hoe het met de vorm van het moment gesteld is maar het zal sowieso een hoogstaande wedstrijd worden. Ik zal van bij het begin moet doorspringen om bij de beste acht atleten te zijn en dus drie extra sprongen af te dwingen, een perfecte voorbereiding voor eventueel het Europees kampioenschap. Ik wil zeker niet onderdoen voor de internationale atleten en hun niveau zal mijn eigen niveau ook naar boven trekken. De kans dat ik op de IFAM over de 8 meter vlieg, schat ik dan weer niet hoog in. Ik blijf realistisch en ga de lat niet te hoog leggen. Maar een mooie prestatie zit er zeker wel in.”