Nog 59 dagen en in Amsterdam barst een heus atletiekfeest los. De Nederlandse hoofdstad is deze zomer tenslotte het decor voor het Europees kampioenschap. Dicht bij huis dus, en daar willen ook de Belgische atleten handig van gebruik maken. Zo zijn op bepaalde nummers de minima versoepeld, op andere zijn ze daarentegen verscherpt. Dat laatste geldt o.a. voor de 200m, en dat is nu net de beste afstand van Arnout Matthijs. In wat misschien wel zijn laatste atletiekjaar zou kunnen worden, wil de Oost-Vlaamse sprinter er nog eens alles uithalen. Hieronder vertelt hij over zijn ambities.

Arnout, het zomerseizoen komt eraan en ik heb zo’n voorgevoel dat jij dat helemaal niet zo erg vindt. Hoe was je voorbereiding en hoe hard kijk je ernaar uit om opnieuw te beginnen?

“So far so good. Tot hiertoe is alles naar wens verlopen. Van oktober tot nu heb ik de meeste trainingsdoelstellingen kunnen behalen. Als het nu aangenaam lenteweer wordt zoals vorige week, dan mogen de eerste wedstrijden beginnen.”

Hoe heb je het afgelopen maanden aangepakt? Heb je warmere oorden opgezocht? Heb je iets veranderd ten opzichte van vorig jaar?

“Vorig jaar heb ik een goede basis gelegd en daar hebben we nu op verder gebouwd. Echt grote veranderingen waren er dus niet. Meer een evolutie en verfijning van wat we vorig jaar gestart waren. Het grootste verschil deze winter was de mogelijkheid om in de nieuwe indoorhal in Leuven te trainen wat echt geen overbodige luxe was. De enige stage die ik gedaan heb was twee weken Tenerife in de paasvakantie om de snelheid op punt te zetten.”

Met welke ambities trek je deze zomer de spikes aan? Richt jij al je pijlen op het EK in Amsterdam?

“Het EK is zeker een doel. De limiet is wel een pak scherper dan twee jaar geleden (van 20″80 naar 20″64, red.). Een beetje jammer voor een EK zo dicht bij huis. De tijd heb ik wel in de benen als ik de goede vorm te pakken heb, maar de weersomstandigheden moeten wel altijd meezitten dan. Voor mij mag de temperatuur gerust richting 30˚C gaan met een lichte meewind, of stevige meewind in de bocht. Dat zou ideaal zijn.”

Hoe ziet je programma eruit, welke wedstrijden staan reeds gepland en aan welke wedstrijden hoop je mee te doen?

“Het is zaak om in mei eerst wat wedstrijdritme opdoen, en dan in vorm zijn tegen de IFAM op het einde van de maand. In Génève (11 juni) wil ik ook fris zitten want daar zijn de omstandigheden meestal goed. En twee weken later is er dan nog het BK natuurlijk.”

Tot slot: In de wandelgangen doet het gerucht de ronde dat dit jou laatste atletiekseizoen. Ontken je in alle talen?

“Nee hoor, de kans is zeer groot dat ik stop. Alles zal wat afhangen van hoe de zomer verloopt.”