Achtste werd Vanessa Sterckendries in 2014 op het wereldkampioenschap voor junioren. In verzamelplaats Eugene liet de hamerslingeraarster veelbelovende dingen zien en op 21-jarige leeftijd heeft ze haar eindstation klaarblijkelijk nog niet bereikt. De OEH-atlete gaat met het EK beloften op de agenda een fijne zomer tegemoet, maar hoe ervaart ze het allemaal zelf? Ontdek in het twaalfde interview van onze Zomerkriebels-rubriek.

Vanessa, de EK-limiet heb je inmiddels al beet, goed voor een kleine of grote opluchting? 

“Toch wel een grote opluchting! Als de limieten mij bereikten eind vorig jaar, dan liet ik meteen uitschijnen dat die 64m09 wel realistisch was. Met een bestwaarde van 65m46 moest dat normaliter wel lukken, al krijg ik er natuurlijk niet eindeloos veel tijd voor. Hamerslingeren in de indoorhal is vooralsnog niet mogelijk, dat maakt de selectieperiode voor hamerslingeraars korter en stressvoller. Toch had ik twee weken geleden de limiet nog niet verwacht. De nacht ervoor had ik nog geen vijf uur geslapen en was ik er zeker van: ‘dit wordt hier gene vetten’.  Maar toen kwam die eerste worp en voelde ik onmiddellijk dat het goed zat! Uiteindelijk kwam er eerst 64m26 uit de bus, om mij in de tweede worp te verbeteren tot 64m48. Een enorme last die van mijn schouders viel, in die mate zelfs dat ik de week nadien in aanloop naar de interclubwedstrijd mij ziek in bed bevond met een acute keelontsteking.”

Die 64m48, geeft dat je huidig vormpeil eerlijk weer? 

Sterckendries aan de slag in het kogelstoten – Foto: Tomas Sisk

“Ik spreek niet graag luidop over recordverbeteringen of een specifieke afstand, maar wat ik wel kan zeggen is dat de omstandigheden niet bepaald gunstig waren. Het was koud, ik had mijn winterkledij aan en na een inleidende regenbui kon in het gelukkig droog houden tijdens de wedstrijd zelf. De sfeer en de ambiance waren daarentegen andermaal op en top in Frankrijk! In de komende wedstrijden wil ik simpelweg alles geven en dan zien we wel wanneer mijn hamer ver vliegt.”

Hoe hoog is tegenwoordig het niveau in het hamerslingeren in jouw categorie?

“Naar mijn mening is het niveau ten opzichte van een paar jaar geleden niet meer zo hoog. De atleten uit Oost-Europa spannen de kroon, maar zij krijgen dan ook een vrijgeleide om zich toe te leggen op het hamerslingeren en kunnen hun volledige jeugd hieraan wijden. Alles staat er in teken van de sport en de top bereiken, terwijl in België de voorkeur traditioneel uitgaat naar de studies. Ook enkel Scandinavische atleten laten zich meer dan gelden, maar zij krijgen tijdens de winterperiode dan weer de kans om in gigantische indoorinstallaties hun trainingen af te werken, zelfs met de hamer. Daar kan je hier alleen maar van dromen!”

Spreken we dan over een groot kwaliteitsverschil tussen deze atleten en jezelf?

“Ik ken mijn voornaamste concurrentes vanop het WK voor junioren in 2014 en de Winterthrowings, en het verschil is aanzienlijk: zij staan een stap voor als het gaat om techniek, kracht en snelheid. Daarnaast zijn hun trainingsaccommodaties natuurlijk op en top.”

Hamerslingeren speelt waarschijnlijk ook in jouw leven een grote rol? 

“De mensen die me kennen weten dat ik er veel voor over heb. Ik sta ermee op en ga ermee slapen, ook al ben ik er mij goed en wel van bewust dat ik er later geen hopen geld mee zal verdienen. Dat is dan ook de reden waarvoor ik twee jaar na het middelbaar opnieuw de schoolbanken heb opgezocht. Momenteel volg ik de opleiding om leerkracht LO te worden en met een topsportstatuut achter de hand valt dit absoluut de combineren met hamerslingeren. Ik zou zelfs meer zeggen: gelukkig ga ik nog naar school! Ik zie het als een soort van ontspanning, waar even helemaal geen enkel woord wordt gezegd over atletiek en waar ik er dus even niet aan moet denken”

Tot slot: welke Belgische werper of werpster zal ons dit seizoen verbazen?

“Momenteel zijn er heel wat atleten goed op dreef, maar als ik één iemand bij naam mag noemen dan is het speerwerper Jarne Duchateau. In maart heeft hij op de Winterthrowing, waar het overigens broeiend heet was, indruk gemaakt op mij. Jammer genoeg heeft hij zijn potentieel nog niet helemaal kunnen etaleren in wedstrijdverband, maar hij kwam toch al tot 74 meter dit jaar, zeker niet het eindstation voor hem.”