Nog slechts 5 dagen en dan is het zover. Dan staat in Gent de IFAM Indoor op het programma. De ideale gelegenheid voor onze nationale toppers om zichzelf in een sterk internationaal veld te overtreffen. In deze reeks blikken we met enkelen van hen vooruit. Vandaag: Axelle Dauwens. Na een tegenvallend olympisch jaar trok ze naar Denemarken op zoek naar een nieuwe prikkel met oog op de grote kampioenschappen.

Dag Axelle, enkele maanden geleden besloot je naar Denemarken te verhuizen. Hoe is deze periode verlopen?

“Ik train nu vier maanden in Denemarken. De voorbereiding verliep tot hier toe erg vlot. Uiteraard was het in het begin wel even aanpassen, aangezien de aanpak nogal verschilt met die van voorgaande jaren. Dat is ook de reden waarom ik verhuisd ben. De focus ligt meer op het loopwerk, de kracht is erg specifiek en er wordt minder puur gesprint. Vorige jaren bracht ik de trainingen voornamelijk door in de topsporthal, nu train ik veel meer op de buitenpiste en zoek ik regelmatig het bos op. Het is dus een heel andere beleving.

Wat me vooral veel energie geeft is het trainen met Sara Slott (zilver in Rio op de 400m horden, red.). Het toeval wil dat zij naast een geweldige atlete ook nog eens een fantastische persoonlijkheid heeft. We stimuleren elkaar en dat brengt ons telkens tot een hoger niveau. Het is een privilege om zo dicht bij een absolute wereldtopper te staan, van wie ik nog dagelijks kan leren. We doen alle trainingen samen en tussendoor steel ik met mijn ogen.

Ik trok ook op stage naar Florida waar helaas weinig andere toppers aan het werk waren. Ik vind het zo leuk om anderen te zien trainen, te zien waar zij mee bezig zijn, hoe hard zij afzien en om van hen eventueel iets op te steken. Ik kon dus weinig profiteren van het sociale aspect, wat ik anders wel heb op stage. Verder verliep het ginds zeer goed! De faciliteiten en het goede klimaat zorgden ervoor dat ik de trainingen goed kon afwerken.”

Foto: Jasper Jacobs

Vanwaar jouw keuze voor de IFAM?

“Mijn coach, Mikkel, wil me enkele wedstrijden laten lopen om te zien hoe mijn lichaam deze vier maanden verteerd heeft. De IFAM is bijgevolg de perfecte wedstrijd om mijn huidige vorm te testen. De week nadien loop ik het BK. Het is dan ook mooi meegenomen dat ik de piste in Gent al eens kan ’testen’.”

Vorige winter zagen we je aan het werk op de 60m (horden) en de 200m. Dit jaar kom je in actie op de 400m, een bewuste keuze?

“Zeker. De trainingen staan volledig in het teken van de 400m horden deze zomer. Afgelopen jaren werd er geïnvesteerd in techniek en het sprintwerk, een heel belangrijk aspect binnen de 400m horden. Nu wil ik de focus eerder op het loopwerk leggen en mijn basis versterken. Mikkel vindt het belangrijk dat ik nu zo veel mogelijk richting die 400m werk. Daarom laat ik de pure sprintnummers dit jaar aan me voorbijgaan.”

Wat mogen we al van jou verwachten?

“Ik leg mijn verwachtingen niet te hoog. Zoals ik reeds aanhaalde, verschilt de voorbereiding dit jaar sterk met die van voorgaande jaren. Een lichaam vraagt nu eenmaal aanpassingstijd. De trainingen van de afgelopen weken waren erg zwaar en ik wil mezelf de tijd geven om die te verteren. De IFAM is vooral om wedstrijdritme op te doen en mijn tussentijdse vorm te meten. Ik ben nog niet klaar om de grote concurrentiestrijd aan te gaan. Daar dient de zomer voor!”

Naar welk nummer van de IFAM kijk je het meest uit en waarom?

“De 400m vind ik echt het spannendste loopnummer aangezien er indoor helemaal anders wordt gelopen dan outdoor. Twee rondjes waarin er razendsnel wordt gelopen. Het eerste om zich te positioneren met hier en daar een flinke duw, opgejaagd door het gejuich van het publiek. Naar binnen komen, vervolgens het belsignaal dat de laatste ronde inleidt. Een extra adrenalinestoot en dan die laatste 50m waarin een groepje bloeddorstige atleten die elkaar op de hielen zit zich opeens opentrekt, allemaal stervend richting die finishlijn. Fantastisch vind ik dat.”