Ismael Debjani heeft geen enkele rol van betekenis gespeeld in de finale van de 1.500 meter op het EK in München. Voor halfweg koers moest hij al afhaken en hij werd uiteindelijk nog op grote afstand gezet om als twaalfde en laatste te eindigen.

Debjani liep in eerste instantie in vijfde stelling, maar liet zich al gauw wegzetten. Na een ronde was hij pas elfde. Nog een ronde later moest hij al afhaken. De kloof liep al snel op en uiteindelijk werd de Carolo op tientallen meters gelopen. Hij finishte als twaalfde en laatste in 3’43″28.

Meerdere dagen na elkaar presteren: het blijft de grote zwakte van Debjani. Zoals wel vaker op grote toernooien maakte hij indruk in de reeksen, maar daarna is het vat meestal af. Ook nu.

Het goud ging in een kampioenschapsrecord van 3’32″76 naar Jakob Ingebrigtsen, die eerder ook de 5.000 meter won.

“De aanpassing van het uurrooster heeft mijn opwarming helemaal verstoord”, zei Debjani na afloop. “Ik had al vijf kilometer opgewarmd toen ik te horen kreeg dat ik er 25 minuten vertraging was. Daarna heb ik niet veel meer gedaan, want ik kon toch moeilijk al acht kilometer lopen voor mijn koers. Helaas is mijn cardiosysteem helemaal afgekoeld, en mijn spieren misschien ook, want het was niet warm. Ik had gehoopt op een rustige start, maar Ingebrigtsen vloog er meteen in. Na 600 meter voelde ik dat het heel moeilijk zou worden.”