Dat het EK veldlopen op 9 december vlak over de Belgische grens in het Nederlandse Tilburg plaatsvindt, speelt geen rol bij het samenstellen van de Belgische selectie. Dat vertelde VAL-topsportcoördinator Max De Vylder ons gisteren. U moet dus geen extra ruime selectie verwachten omdat het kampioenschap om de hoek doorgaat. We lieten ook Pieter Desmet aan het woord over de EK-selectie.

Max De Vylder.

De voorbije jaren maakte de selectiecommissie van de KBAB al duidelijk dat financiële afwegingen nauwelijks een rol spelen bij het aanduiden van een selectie voor het EK veldlopen. De Europese atletiekfederatie dekt toch het merendeel van de kosten. De reden waarom soms wel voor kleinere selecties werd gekozen, is vasthouden aan wat de federatie zijn eigen “topsportfilosofie” noemt. Met andere woorden: alleen atleten uitsturen die hoog kunnen scoren. Dat zal vanavond, als de selectiecommissie zich buigt over de Belgische ploeg voor Tilburg, niet anders zijn.

Max De Vylder lichtte ook toe wat nu precies de rol is van gelopen tijden op de piste bij het selecteren voor het EK veldlopen. “Pistetijden dienen om een inschatting te kunnen maken van het niveau. Niet zozeer van individuele atleten, maar wel van het algemene niveau in een categorie. Zo is het huidige niveau bij de vrouwen in België op dit moment niet hetzelfde als dat bij de mannen. In het veld zien we onze atleten zelden tegen buitenlanders lopen, en dus vormen pistetijden een mooie referentie om toch een inschatting te kunnen maken.”

Niet iedereen in het veldloopwereldje is voorstander van een strenge manier van selecteren voor een EK. We spraken in Roeselare ook Pieter Desmet, negenvoudig deelnemer aan het EK cross, en in 2008 goed voor een vijfde plaats bij de senioren mannen. “Principieel ben ik voorstander van grote ploegen in alle categorieën. Als dat niet de filosofie is, zou ik nog altijd voor ploegen gaan bij de beloften en senioren mannen, en eventueel ook de senioren vrouwen”, aldus Desmet.

Pieter Desmet.

De veldloop- en steeplespecialist is ervan overtuigd dat het op lange termijn verstandig is om voor ruime ploegen te kiezen op een EK veldlopen. “Bij de junioren is er momenteel misschien geen hoogconjunctuur, dus ik snap het wel als er daar geen ploegen komen, maar ik zou het zelf wel doen. Toen ik zo oud was, begonnen er elk jaar minstens tien atleten te dromen van het EK veldlopen. Die gaan dan op een serieuzere manier trainen. Als er daar maar één atleet bij is, die daardoor ontdekt dat hij of zij meer talent heeft dan eerst gedacht, is het al de moeite geweest om een grote ploeg uit te sturen.”

De Belgische veldloopkampioen van 2006 en 2010 zou de selectie op een andere manier aanpakken. “Ik zou voor meer duidelijkheid gaan bij de selectie en op voorhand kenbaar maken hoeveel atleten er minstens mogen gaan. Bij mij zouden dat er vier zijn in elke categorie. Na Roeselare kan je eventueel nog iemand opvissen, en als het de federatie extra geldt kost, kunnen die toegevoegde atleten zelfs op eigen kosten gaan.”