In München viel er twee keer goed nieuws en éénmaal slecht nieuws te rapen tijdens de reeksen van de 800m. Tibo De Smet en Eliott Crestan kenden niet al te veel problemen in hun race. Zij verzekerden zich allebei van een plaats in de volgende ronde. Aurèle Vandeputte verging het minder. Hij kon zich nooit mengen in de strijd om een plaats in de volgende ronde en ligt eruit.

In de eerste reeks van de 800m mocht Tibo De Smet zijn debuut maken op een internationaal kampioenschap. Van beginnersfouten was weinig sprake bij de 23-jarige atleet.

Van bij de start werd er meteen goed tempo gemaakt. De Smet nestelde zich eerst achterin om vervolgens attent mee op te schuiven wanneer het nodig was. In de laatste rechte lijn probeerde De Smet nog bij de eerste drie te finishen, wat nodig was voor een rechtstreeks ticket naar de halve finale. Met een vierde plaats in 1’46″48 kwam hij nipt tekort. Uiteindelijk was zijn tijd ruim voldoende om door te stoten. Het was zelfs de vierde chrono over alle reeksen heen.

Dat wil dus zeggen dat het er in de reeks van Eliott Crestan en Aurèle Vandeputte een stuk trager aan toeging. Crestan besloot in zijn reeks dan maar zelf tempo te maken. Hij stond de koppositie nooit af en finishte in 1’47″41. Hem zien we dus ook terug in de volgende ronde.

Vandeputte vond nooit zijn draai in zijn reeks. Ondanks het niet al te snelle tempo liep de atleet van Houtland de hele wedstrijd in laatste positie. In de laatste rechte lijn perste Vandeputte er wel nog alles uit in de hoop nog enkele plaatsen op te schuiven, maar tevergeefs. Met 1’48″46 zette hij slechts de 30e tijd van alle deelnemers neer.

“Ik heb nog nooit van mijn leven zo veel stress gehad”, zei De Smet, terwijl hij stond toe te kijken naar de andere reeksen. Hij was wel behoorlijk kritisch over zijn wedstrijd. “Het was zeker niet perfect. Ik had toch graag bij de eerste drie gefinisht. Binnen een paar uurtjes zal ik misschien wel blij zijn, nu is dat nog wat moeilijk. Anderzijds is het wel al een succes dat ik hier sta. Vorig jaar liep ik nog 1’47.”

Crestan was de meest gelukkige van het Belgische drietal. “Ik wilde de wedstrijd controleren omdat ik zo de meeste kans maakte om door te gaan, en dat is goed gelukt”, vertelde hij. “In de laatste rechte lijn voelde ik mij echt nog sterk en kon ik iedereen afhouden. Het is duidelijk dat ik beter ban dan in Eugene. Dat wezen de trainingen ook al uit. Of ik in de halve finales dezelfde tactiek toepas? Dat weet ik nog niet, maar het wordt hoe dan ook veel moeilijker.”

Foto: Jeroen De Meyer

Vandeputte kon zijn mindere prestatie wel plaatsen. “Ik wilde geen domme dingen doen mijn tactiek goed uitvoeren, en dat is gelukt”, zei hij na afloop. “Ik moet gewoon toegeven dat de rest beter was. Mijn race lag in de lijn van mijn seizoen. Mijn basisniveau is degelijk, maar het is niet super en de uitschieter kwam er nooit. Ik miste punch op het einde en dan is het moeilijk. Ik kon nog versnellen, maar de rest versnelde even hard.”