We zijn op 199 dagen van de Olympische Spelen in Tokio aanbeland, en dus is het dringend tijd om u nog eens een update te verschaffen over het kwalificatietraject van onze landgenoten. De World Rankings zijn als leek behoorlijk complex, wij zetten voor u alles op een rijtje. Momenteel zijn vijf individuele Belgen en drie teams zeker van Tokio, achttien anderen zitten op schema om zich te plaatsen via de rankings. De kwalificatieperiode sluit al op 1 juli, dus veel tijd rest er onze landgenoten niet om iets te doen aan hun positie op de wereldranglijst.

Koen Naert tijdens de Brussel Airport Half Marathon in oktober – Foto: Golazo

De vijf atletiekbelgen die al zeker hun valiezen mogen maken voor eens reis naar Japan komende zomer zijn Nafi Thiam, Hanne Claes, Isaac Kimeli, Koen Naert en Bashir Abdi. Zij voldeden aan de strenge, rechtstreekse minima en moeten zich niets aantrekken van de World Rankings. Drie aflossingsploegen: de Belgian Tornados, Belgian Cheetahs en het mixed relay team zijn dankzij finaleplaatsen in Doha ook zeker van hun deelname aan de Spelen.

Overigens geven de World Rankings in sommige disciplines een vertekend beeld. Het volstaat niet altijd om daar hoog te scoren. Een fictief voorbeeldje: er mogen 32 atleten deelnemen aan het hoogspringen. Als er 25 zijn die in de loop van vorig of komend seizoen de rechtstreekse limiet overschrijden, blijven er nog maar 7 plaatsjes over om te verdelen via de World Rankings. Wie op beide oren wil kunnen slapen, moet dus op de rechtstreekse minima mikken. In het onderstaande overzicht gebruiken wij dan ook een ranking die atleten met een limiet boven iemand met een hoger puntentotaal plaatst. Zo staat Ben Broeders bijvoorbeeld op een 18e plaats bij de ranking van World Athletics, maar is hij in theorie 20e.

Over naar de rankings (klik hier door indien u zelf een kijkje wil nemen) nu. Alle virtueel geplaatste atleten staan in het vet. We beginnen op de hoge horden, waar er 40 atleten naar de Spelen mogen. Anne Zagré is voorlopig de enige virtueel geplaatste landgenoot als 39e, maar mag niet meer veel wegzakken. Michael Obasuyi en Eline Berings komen als 42e en 46e nipt tekort. Ook op de 400 meter horden zijn er 40 plaatsen. Paulien Couckuyt staat er als 28e goed voor, Julien Watrin is pas 83e.

Jonathan Sacoor – Foto: Erik Van Leeuwen

Op de 100 meter zijn er geen Belgen die in de buurt komen, op de 200 meter wel. Robin Vanderbemden is 39e, Imke Vervaet 47e, en dat terwijl er 56 plaatsen zijn. Manon Depuydt komt als 64e tekort. Op de 400 meter, waar er 48 plaatsen zijn, doen alleen de mannen het goed. Jonathan Sacoor is 26e, Kevin Borlée 29e, Jonathan Borlée 39e. Dylan Borlée volgt op plaats 66, maar zijn ranking is van weinig belang omdat er hoe dan ook maar drie Belgen mogen deelnemen. Bij de vrouwen is Camille Laus beste landgenote als 58e, onvoldoende dus.

Dan komen we bij de langere afstanden. Renée Eykens doet het op de 800 meter als 25e zonder meer uitstekend, zeker als je weet dat er 48 plaatsen zijn. Bij de mannen schiet Aaron Botterman als 67e ruim tekort. Op de 1.500 meter doen Ismael Debjani en Isaac Kimeli het als nummers 31 en 36 goed, Elise Vanderelst valt als 50e net uit de boot. Kimeli is al zeker van zijn ticket op de 5.000 meter, als 30e en 34e doen ook Robin Hendrix en Soufiane Bouchikhi het daar uitstekend als je weet dat er 42 plaatsen zijn.

Bouchikhi is ook op de 10.000 meter bij de gelukkigen, maar dat is wel een nipt verhaal. Hij is 27e, terwijl er precies 27 plaatsen zijn. Bashir Abdi, die op de marathon al zeker is van zijn deelname, is er als nummer 20 eveneens bij. Een bijzonder geval is er op de marathon bij de vrouwen. Nina Lauwaert voldoet als 59e op 80 plaatsen ruim aan de internationale eisen, maar moet van de Belgische atletiekbond nog sneller in het voorjaar om naar Tokio te mogen.

Foto: Jeroen De Meyer

Op de meerkamp doen de Belgen het traditioneel prima. Thiam is al zeker, ook Thomas Van der Plaetsen moet zich als 13e weinig zorgen maken. Noor Vidts is als 20e eveneens virtueel geplaatst, dat geldt helaas niet voor Hanne Maudens. Die is 25e, terwijl er maar 24 plaatsjes zijn op de Spelen.

Resten er ons alleen nog de kampnummers, en daar is er iets meer homogenitieit in de regelgeving: er zijn 32 plaatsen in alle disciplines. In het hoogspringen is Thiam zeker, net als in het verspringen overigens, ook Claire Orcel doet het als 24e goed. Thomas Carmoy heeft als 57e nog veel inhaalwerk voor de boeg.

In het polsstokspringen staat Ben Broeders er als 20e goed voor, ook Arnaud Art en Fanny Smets zijn virtueel geplaatst, maar staan beiden op de 32ste en voorlopig dus ook laatste plaats. In het discuswerpen is Philip Milanov 26e, in het speerwerpen komt Timothy Herman als 42e nog wat tekort. Dat geldt ook voor Vanessa Sterckendries als 45e in het hamerslingeren.