De marathon bij de mannen opende het ochtendblok op dag drie van het WK in Tokio. Koen Naert, de enige Belg in de wedstrijd, liep een heel crescendo race waarin hij in de laatste kilometers de top 20 binnenglipte. Hij finishte op zijn eerste WK op deze afstand ondanks een blessure aan de kuit uiteindelijk als zeventiende. Ondanks goede sprongen wist Elien Vekemans de beslissende hoogte van 4m60 in het polsstokspringen niet te klaren. Naomi Van den Broeck en Paulien Couckuyt verzekerden zich van de halve finales op de 400m horden.

Nog nooit eerder paste het WK marathon in zijn planning, maar in Tokio wilde Koen Naert er absoluut bijzijn. Het kampioenschap gold voor hem als herexamen na zijn tegenvallende beurt op de Olympische Spelen in Parijs. “Nog nooit eerder was ik gebuisd voor een examen, maar op de Spelen voelde het wel zo. Ik heb het afgelopen jaar heel wat pech gehad, maar ik voel mij net op tijd goed en helemaal klaar om die slechte prestatie door te spoelen”, zei de marathonloper vooraf.

Naert vond in de eerste 20 kilometer dan ook zijn plekje in de kopgroep. Rond het halve marathonpunt, dat hij als 39e in 1u05:22 passeerde, moest hij de omvangrijke kopgroep enkele meters geven. In de kilometers daarop werd zijn achterstand op de leiders in de race groter, maar de atleet in de Belgische driekleur bleef plaatsen goedmaken. Na 35 kilometer dook hij de top 30 binnen en dat was allesbehalve zijn eindresultaat.

Bij het opdraaien van de piste liep Naert al in zeventiende stelling en dat werd uiteindelijk ook zijn plaats op het resultatenblad. Hij klokte af op 2u12:52. Achteraf vertelde hij dat er na twintig kilometer pijn in zijn rechterkuit opflakkerde, wellicht een spierscheur, en dat hij daardoor geforceerd werd om zijn eigen koers te lopen. “Ik ben een beetje ontgoocheld, want ik voelde mij zo goed in het begin van de koers. ’Today is my day’, dacht ik echt echt, maar ik kon ineens niet meer normaal afrollen. Gezien de omstandigheden en als je ziet voor wie ik eindig, ben ik tevreden.”

Foto: Erik van Leeuwen

De strijd om het WK-goud werd uiteindelijk pas in de sprint beslist. Amanal Petros had in de laatste 200 meter enkele lengtes voorsprong, maar Alphonce Felix Simbu remonteerde hem nog net op de meet en won in 2u08:48. Iliass Aouani, de Italiaan die goud pakte op het EK in Brussel-Leuven, zorgde voor een tweede Europese podiumplek.

Elien Vekemans wilde een extra kers op een al goed belegen taart te zetten door zich te proberen plaatsen voor de finale van het polsstokspringen. Vekemans kende geen problemen op 4m25. Ook op 4m45 ging het in de tweede poging heel goed. Bij de volgende hoogte kwam de Belgische recordhouder echter al in iets lastiger vaarwater door twee keer te missen op 4m60. In haar derde poging toonde ze dat zij deze hoogte zeker aankan, maar de lat werd in het naar beneden komen alsnog meegesleurd. Daardoor zit Vekemans haar tweede WK er helaas op met de kwalificaties.

Foto: Erik van Leeuwen

De ochtendsessie werd afgesloten met de reeksen 400m horden waar België twee ijzers in het vuur had. Naomi Van den Broeck speelde in de eerste reeks met Femke Bol haar handelsmerk uit door in de laatste rechte lijn stevig terug te komen. Ze kon in de laatste meters gecontroleerd een grote ‘Q’ binnenhalen in 54″70. Paulien Couckuyt, die in aanloop naar deze wedstrijd met rugproblemen sukkelde, had vooral een sterke eerste 300m in de derde reeks. Op het einde viel ze terug naar een vijfde plaats, net buiten de rechtstreekse kwalificatie. Haar eindtijd van 55″08 was uiteindelijk ruim voldoende om door te stoten. Op Savannah Sutherland na, de derde snelste van dit jaar, maakten de favorieten de verwachtingen waar.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in