In Oordegem stond zaterdag de IFAM outdoor op het programma. Een lange atletiekdag zorgde ook dit jaar weer voor een resem topprestaties en kampioenschapslimieten. Femke Bol, die vier jaar geleden haar allereerste 400mH ooit liep in Oordegem, maakte een verrassend gastoptreden en deed dat minder verrassend met een knaltijd. Rani Rosius ging verder op haar elan en heeft alweer een nieuw PR op de 100m beet. Camille Laus toonde dat haar omschakeling naar de 800m vlotjes verloopt en Robin Hendrix schuift op in de Belgische ranglijst aller tijden op de 5000m. Er sneuvelden ook twee Belgische beloftenrecords op de 4x100m.

Als ware het een goocheltruc pakte de organisatie op de dag van de wedstrijd nog uit met een gigantische naam voor op de affiche, onaangekondigd stond plots Femke Bol op de deelnemerslijst. De wereldrecordhoudster op de 400m indoor opende in Oordegem haar seizoen op de 400mH. Er was ruimte voor een experiment want Bol nam tot aan de zevende horde veertien stappen tussen de hindernissen in plaats van de gebruikelijke vijftien. De Nederlandse liet het niet aan haar hart komen en zette met de beste wereldjaarprestatie haar snelste seizoensopener ooit neer. Een meeting record van 53″12 was het resultaat. Hanne Claes werkte haar eerste 400mH van het seizoen af in 56″10. Nina Hespel liep naar 56″62 en heeft daarmee de limiet voor het EK beloften beet. Het Nederlandse vuurwerk van Femke Bol inspireerde landgenoot Nick Smidt om bij de mannen een vergelijkbare stoot uit te halen. Hij won in 48″70 en is de snelste Europeaan van het jaar op de lage horden, een prestatie die Smidt ook een rechtstreeks WK-ticket oplevert.

Foto: Jolien De Bock

Rani Rosius etaleerde de laatste weken al haar hoogvorm met een door de wind geassisteerde 11″08 en persoonlijke records op zowel de 100m als de 200m. In Oordegem nam Rosius een nieuwe hap uit haar PR op de 100m door in 11″20 naar de finish te vlammen. Dat volstond om een trosje Nederlanders met onder meer Lieke Klaver, N’ketia Seedo en Nadine Visser achter zich te laten. Er was ook het heuglijke wederoptreden van Ajla Del Ponte in een verdienstelijke 11″62. De Zwitserse die in Tokio vijfde werd op de 100m liet meer dan een half jaar revalidatie achter zich door in Oordegem opnieuw aan de start te verschijnen. Bij de mannen was Nederlander Raphael Bouju met 10″20 zijn landgenoot Taymir Burnet en de Fransman Ryan Zeze te snel af. Diezelfde Zeze blonk dan weer uit op de 200m door te winnen in 20″35. Dylan Borlée scherpte zijn persoonlijke besttijd met één honderdste aan tot 21″04. Delphine Nkansa greep de vrouwenwedstrijd over 200m aan om zich ook op die afstand te kwalificeren voor het EK beloften in Espoo, haar ticket voor de 100m had Nkansa namelijk al op zak. Met haar 23″14 moest de Belgische wel Tasa Jiya en Lieke Klaver laten voorgaan. Hun respectievelijke 22″95 en 22″97 zijn de tweede en de derde Europese jaarprestatie.

Foto: Jolien De Bock

Op de hoge horden kreeg het Oordegemse publiek tot twee keer toe een sterke Anne Zagré te zien. De nationale recordhoudster dook tijdens de reeksen voor het eerst dit seizoen onder de dertien secondengrens met haar 12″99. In de finale moest ze optornen tegen de Amerikaanse Jade Barber maar Zagré haalde haar slag thuis in 13″08, opnieuw met tegenwind. In de mannenfinale, gewonnen door Braziliaan Eduardo Rodrigues, snelde Nolan Vancauwemberghe naar een nieuw PR van 13″75.

Laus blijft groeien, EK beloften en BR voor aflossingsteams

De 800m bij de vrouwen werd gewonnen door Janat Chemusto uit Oeganda maar met een Belgische bril was het vooral Camille Laus die indruk maakte door tweede te worden in een knappe 2’01″99. De kapitein van de Belgian Cheetahs besliste na het winterseizoen definitief om de 400m in te ruilen voor de 800m en blijft enorme stappen zetten. Ze opende dit seizoen met 2’08″04, deed vorige week al een stuk beter met 2’03″99 en maakt nu nog eens een mooie sprong voorwaarts. Met 2’01″99 blijft Laus nog een dikke 2 seconden boven de rechtstreekse WK-limiet maar ze voegt zich vroeg in haar omschakelingsproces al bij de Europese subtop. De cheetah is goed voor de twaalfde Europese jaarprestatie en de achtste Belgische tijd ooit. Bij de mannen ging de overwinning op de 800m naar Ebrahim Alzofairi uit Koeweit. 1500m-specialist Ruben Verheyden deed ondanks een hoop overtollige meters in baan twee bijna een volledige seconde beter dan zijn vorige topprestatie op de halve fond en finishte in 1’46″22.

Foto: Jolien De Bock

De Belgische mannen konden zich op de baanronde niet mengen in de strijd om de overwinning, die ging naar Manuel Sanders in 45″47. Voor Jonathan Sacoor, Robin Vanderbemden, Florent Mabille en Christian Iguacel waren er seizoensbeste tijden halverwege de 46 seconden. Geen plaatsje in het hoofdprogramma voor 800m-specialist Tibo De Smet maar dat weerhield hem er niet van om stevig uit te halen en indrukwekkend vijfde te worden in de eindklassering. De Smet verbeterde zijn PR met meer dan een seconde en liep als een volleerde 400m-loper naar 46″33. Eveneens in het voorprogramma boekte Killian Mersseman zijn ticket voor het junioren-EK door op de kop de limiet van 47″18 neer te zetten. De Ierse Sharlene Mawdsley zette de 400m bij de dames naar haar hand in 52″05.

Foto: Jolien De Bock

In het verspringen bij de mannen sprong junior Yanni Sampson met behulp van een stevige windstoot naar een indrukwekkende 7m90. Die notering is niet geldig als EK-limiet maar ze volstond wel voor de overwinning. Sampsons tweede beste poging, 7m47, was wel geldig maar mist de EK-limiet op vier centimeter. Bij de vrouwen was het verspringen een prooi voor de Nederlandse Pauline Hondema die naar 6m52 vloog. Met Yorunn Ligneel en Lars Van Looy kende het hoogspringen twee Belgische winnaars. Elena Defrère wierp haar kogel met 14m90 verder dan de Nederlandse Melissa Boekelman. Sven Poelman won bij de mannen met een worp van 18m76. Het discuswerpen was een kolfje naar de hand van de Jamaicaan Chad Wright en de Braziliaanse Izabela Da Silva.

Op deze IFAM outdoor werden ook estafettes georganiseerd voor landenteams die een kampioenschapslimiet wilden aanvallen. Onze nationale beloftenteams op de 4x100m slaagden beiden in hun opzet en mogen naar het EK in Espoo. Het viertal Jehaes/Van Lent/Nzukou Wakam/Nkansa liep naar 44″64 bij de vrouwen. De combinatie Vermeulen/Botterman/Beliën/Devriendt klaarde de klus bij de mannen in 39″98. De jonge Falcons en Rockets verbeteren daarmee het Belgische beloftenrecord.

Foto: Jolien De Bock

Hendrix zorgt voor zwart-geel-rood slotakkoord

Later op de avond was het tijd voor de wat langere loopnummers. Op de 3000m steeple verzekerde juniore Rhune Vanroose zich van deelname aan het EK in Jeruzalem met een tijd van 10’30″10. Bij de heren was er een mooi PR van 8’32″30 weggelegd voor Clément Deflandre, de nieuwe nummer elf op de Belgische ranglijst aller tijden. Lisa Rooms moest de overwinning over 1500m aan de Franse Sarah Madeleine laten maar verbeterde wel haar persoonlijke besttijd met meer dan drie seconden door in 4’14″03 binnen te komen.

Foto: Jolien De Bock

Narve Gilje Nordås triomfeerde bij de mannen in 3’34″70. De Noor werd vorige week in Karlsruhe nog tweede na Jochem Vermeulen maar met deze tijd neemt hij wel diens beste Europese jaarprestatie over. Pieter Sisk liep naar een knappe 3’37″30 en blijft daarmee slechts drie tienden boven zijn kersverse PR van vorige week. Verderop in het veld strandde junior Régis Thibert op 11 honderdsten van de EK-standaard. Op de afsluitende 5000m kwam er nog een laatste Belgisch hoogtepunt. Robin Hendrix scherpte zijn PR aan tot 13’14″32 en komt zo op plaats zeven terecht in de Belgische ranglijst aller tijden. Die wedstrijd werd gewonnen door Mohamed Ismail uit Djibouti. Het 18-jarige Nederlandse toptalent Niels Laros pakte ook stevig uit. Zijn 13’23″01 is goed voor een nationaal juniorenrecord en de achtste Nederlandse tijd ooit over alle categorieën heen.