Ook bij 800 meterloper Stijn Baeten (21) woekeren de zomerkriebels. Een goed verteerde overstap van Bonheiden naar DCLA, een degelijke winter en onlangs enkele dagen alternatief trainen zorgen dan wel voor gemixte signalen, de zelfverklaarde ‘koning van de training’ is alvast optimistisch: “Ik heb nog wel wat werk, maar we hebben nog een maand. En de wereld is gebouwd op een week, dus…”

Stijn, je gleed deze winter geregeld door het beeld, met onder meer een 7de plaats op het Vlaams kampioenschap korte cross en een 8ste plaats op het BK korte cross tot gevolg. Tevreden over je winterseizoen? De overstap van Bonheiden naar DCLA goed verteerd?
“Ik ben zeker tevreden over mijn winter. Al heb ik soms niet laten zien wat ik echt kon. Ik noemde mij zelfs koning van de training omdat ik vaak harder liep op training dan in wedstrijd. Ook mijn twee lange crossen voor Nieuwjaar vond ik niet slecht. Ik ben denk ik de enige 800m-loper die zo’n lange cross echt leuk vindt. Door de overstap naar DCLA te maken, heb ik vooral gekozen voor een betere omkadering en meer mogelijkheden. Kijk maar naar de Relays in Gent en dan de Interclub deze zomer.”

Berichten bereikten ons dat je er een erg goeie stage hebt opzitten in Monte Gordo (“En altijd mooi om 22u in zijn bedje!”). Klopt dat? Sta je er beter voor dan andere jaren?
“Tegenover vorig jaar heb ik mijn stage wat beter aangepakt. Trainen-eten-slapen. En dat allemaal met dank aan mijn kamergenoot Steven Casteele. Ik lag ’s middags op mijn bed terwijl ik vorig jaar lag te zonnen aan het zwembad met schoon volk naast mij. Desalniettemin kwam ik nog terug als bruinste van de groep. Met dank aan de kilo’s wortelen die ik heb gegeten. Maar spijtig genoeg heb ik de dagen na de stage wat gas moeten terugnemen. Uit een scan was gebleken dat ik botoverbelasting had aan mijn os naviculare (een voetwortelbeentje, red.). Maar doordat ik er zo vroeg bij was, heb ik maar 10 dagen alternatief getraind. Dus geen paniek.”

Met het EK Amsterdam staat er een toernooi voor de deur waar je weleens van de partij zou kunnen zijn. De limiet voor de U23’ers op de 800m is 1’47”60, amper 27 honderdsten onder je PR van afgelopen zomerseizoen. Hoe schat je je kansen in? Hoe belangrijk is het voor jou om er bij te zijn in Amsterdam?
“Het is een mooi en realistisch doel. En met de goede winter die ik nu heb gehad tegenover die van vorig jaar zie ik het nog meer zitten. Ik ben zelf heel benieuwd welke tijden ik zal lopen deze zomer. En als ik even heel stout mag zijn: waarom de 1500m niet? Clean sweep voor Leuven met Ali (Hamdi, red.), PJ (Hannes, red.) en ik. Alleen al om met die gasten op de kamer te liggen. Maar het is en blijft natuurlijk heel moeilijk om zo’n tijden te lopen in België. Je krijgt hier hooguit vier kansen voor. Het zou vooral jammer zijn mocht ik de limiet lopen en niet kunnen gaan doordat er drie man sneller loopt dan ik. Maar die kans acht ik eerder klein.”

Hebben bepaalde atleten jou dit veldloopseizoen in positieve zin verrast en durf je bijgevolg je geld erop zetten dat zij (mét jou?) mee mogen richting Amsterdam?
“Ik zag een heel goede Renée Eykens op stage. Ze zal er al vroeg op het seizoen staan. Met haar PR van 2’02”55 zit ze nog maar 5 honderdsten van Amsterdam. En dan Steven Casteele niet te vergeten. Niet normaal hoe makkelijk hij zijn trainingen afwerkt en zijn kilometers verteert. Hem wens ik zeker een goede zomer toe.”

Tot slot: Wanneer begin je er aan dit outdoorseizoen? Welke wedstrijden staan al vast?
“Het plan was om 22 april al te openen met een 1500m in Nederland. Gewoon de beentjes eens testen en er een doorgedreven training van te maken. Maar dat valt nu spijtig genoeg in het water. Net als de B-meeting in Herentals waar ik de 800m zou lopen. De Interclub op 15 mei zal de eerste wedstrijd worden. Daarna volgen nog Nijmegen, IFAM en Putbos. Ik heb nog wel wat werk voor de boeg, maar het is nog lang. We hebben nog een maand en de wereld is gebouwd op een week.”