Jan Van Den Broeck komt dit weekend zowel aan de start van de 400 meter als de 800 meter op het Oost-Vlaams kampioenschap. Van Den Broeck bereidde zich, net als vele anderen, voor in warme omstandigheden in Portugal en heeft deze zomer maar één doelstelling: het Wereldkampioenschap in Peking. In het zonnige Albufeira legde de man van Topsport Defensie alleszins een heel goede basis voor wat nog komen moet. Wij konden hem nog interviewen kort voor zijn vertrek naar België.

Jan, vorig jaar liep je enkel de 400 meter op het PK, nu neem je er ook de 800 meter bij op zaterdag. Vanwaar die keuze?

“De 800 meter wordt gelopen in Lebbeke, en dus wil ik iets tonen voor eigen publiek. Maar de 400 meter op zondag blijft wel het hoofddoel. Ik hoop dat ik zaterdag kan winnen en zondag een knaltijd kan lopen op de 400 meter. Vorig jaar liep ik 49.78, dit jaar hoop ik toch een stuk sneller te gaan.”

Foto: Jasper Jacobs
Foto: Jasper Jacobs

Na de provinciale kampioenschappen trekken heel wat atleten naar de B-meeting van AC Herentals, zien we je daar ook op de 800 meter?

“Normaal gezien wel, er is steeds een sterk deelnemersveld en als de wind mee zit kan ik al heel dicht bij de limiet komen voor het WK. De limiet (1’46″00, red.) ligt amper 19 honderdsten onder mijn persoonlijk record, met een goede haas die 600 meter of meer kan trekken is het dus niet onmogelijk om dan al de limiet te lopen. Het is natuurlijk niet erg als ik de limiet niet loop, het seizoen is nog lang en ook de IFAM, de FC in Oordegem en Lokeren zijn sterk bezette wedstrijden waar het heel snel kan gaan.”

Als je de limiet voor het WK loopt, kom je ook erg dicht bij de limiet voor de Olympische Spelen (1’45”80), is dat dit jaar al mogelijk?

“Ik hoop deze zomer rond de 1’45″70 te lopen dus die limiet is zeker een mogelijkheid, maar dan moet ik echt in een goede wedstrijd zitten met een haas die 600 à 700 meter kan trekken. Ik weet dat ik de tijd in me heb maar als de wind slecht zit of je moet een gat laten op iemand die voor 1’44″00 loopt, is het héél moeilijk om het dan nog af te maken.”

Je richt dus al je pijlen op de internationale kampioenschappen de komende twee jaar. Stel dat je naar het WK mag, wat is dan jouw doel?

“Als ik me voor een kampioenschap kan plaatsen, heb ik altijd de ambitie om er in de halve finale te geraken. Ik ga niet naar China om er een keer mijn kop te laten zien in de reeksen. Met mijn snelle eindsprint beschik ik wel over een voordeel in de vaak tactische reeksen. Maar ik moet natuurlijk eerst de limiet lopen, voor hetzelfde geld stond ik bijvoorbeeld niet op het EK in Praag, waar ik toch een mooie prestatie neerzette.”

Je presteert meestal wel goed op het internationale kampioenschappen, enkel vorig jaar op het EK in Zürich moest je er al uit in de reeksen. Wat liep er toen fout?

“Ik heb een enorm lage hartslag voor een halve fondloper. Mijn maximumhartslag is amper 175, terwijl anderen tot 200 en hoger kunnen gaan. Doordat ik in Zürich mijn opwarming ver van het stadion deed, was mijn hartslag te laag om nog goed te lopen. Normaal gezien zal me dat nu niet meer overkomen.”

Je haalde dat probleem ook al aan in het begin van de winter, toen dacht je aan een overstap naar de 1500 meter, is dat idee er nog altijd?

“Het kan zijn dat ik me wel eens waag aan een 1500 meter dit seizoen maar de focus blijft op de 800 meter. Om mijn contract bij Topsport Defensie te behouden moet ik me dit jaar kwalificeren voor het WK op de 800m, de 1500m op zich is geen doel.”