Zonder RESC was het een bitsige strijd tussen ACME en WS op de 4x200m - Foto: Tomas Sisk
Zonder RESC was het een bitsige strijd tussen ACME en WS op de 4x200m – Foto: Tomas Sisk

Op het Belgisch kampioenschap estafetten in Merksem trokken de mannen van RESC alle aandacht naar zich toe. De heren van de Brusselse atletiekvereniging wonnen eerder op het jaar al de nationale interclub en waren goed op weg om ook op de aflossingskampioenschappen alles te winnen. Enkel op de afsluitende 4x200m liep het mis. Bij de vrouwen zegevierden enkel Vlaamse clubs.

Foto: Tomas Sisk
Foto: Tomas Sisk

De RESC-mannen haalden bijzonder overtuigend de 1500m binnen. Al na startloper Emmanuel Lejeune lag die winst zo goed als vast. In die mate dat Kim Ruell en Pierre-Antoine Balhan niet meer diep moesten gaan. Iets wat ze op de 4x800m wel nog hadden moeten doen om AC Herentals terug te halen. Ook op de 4×100 was een stevige laatste 100m van Damien Broothaerts nodig. Op de 4x400m kon Arnaud Ghislain nog net Stef Vanhaeren van Kapellen afhouden en dus leek RESC zich volmondig de sterkste club van het land te kunnen kronen. Enkel op de afsluitende 4 keer 200m liep het verkeerd bij de eerste aflossing. Toch konden de Brusselaars alsnog de derde plaats veilig stellen, hoewel ze uiteindelijk werden gediskwalificeerd op basis van die eerste stokwissel. Dylan Borlée overschreed op die 4x200m als eerste de meet voor White Star Woluwe.

Bij de dames werden de gouden plakken evenwichtiger verdeeld én kregen ze een Vlaams randje. De 4x800m was voor de vrouwen van LAT, met een stek finishende Rani Nagels. Op de 4×400 bleek de jonge selectie van Houtland de sterkste. Op de 4x100m ging de winst dan weer naar de vrouwen van LYRA, hoewel de 4x200m terug naar Oost-Vlaanderen ging, doordat de dames van Vlierzele als eerste de meet overschreden. Zo bleven alle gouden medailles bij de vrouwen in Vlaanderen, hoewel alle mannelijke gouden plakken in het Waalse en Brusselse landsgedeelte werden verdeeld.

Alle uitslagen vindt u hier.

 

Foto’s zijn eigendom van Tomas Sisk. Waarvoor dank. Meer van zijn werk kan je hier bewonderen.