Op de CITIUS Meeting in Bern maakte Kobe Vleminckx na maanden blessureleed zijn rentrée. De sprinter van Lyra-Lierse stapte voorlopig nog niet voldaan van de piste, maar panikeert niet. Dylan Borlée kon quasi zijn allerbeste vorm tonen door amper één honderdste afstand te houden van zijn PR op de 400m. Op de dubbele afstand toonde Eliott Crestan zich de oppermeester door de wedstrijd naar zijn hand te zetten in een nieuw meetingrecord.
45″20 en 45″15, dit waren enkele chrono’s die Dylan Borlée dit seizoen al kon voorleggen. Met een twee jaar oud PR van 45″09 achter zijn naam is het duidelijk dat de Belgian Tornado zijn beste vorm ooit nadert. Tijdens de CITIUS Meeting in Bern bewees hij dat opnieuw. Borlée wervelde het snelst van iedereen over de piste en liet de klok stoppen na 45″10. Daniel Segers, in tegenstelling tot Borlée wel al individueel geplaatst voor het WK in Tokio, moest achtervolgen en kwam als derde binnen in 45″40.
Voor Eliott Crestan was er dubbelgoed nieuws. Eerst volgde uit Kessel-Lo het nieuws dat zijn Belgisch record bij de junioren op de 800m nipt standhield van zijn quasi naamgenoot Elliot Vermeulen. Meteen daarna pakte hij eigenhandig een nieuw record door het meetingrecord op zijn favoriete afstand op 1’44″57 te brengen. Crestan dook eerder dit seizoen weliswaar al ruim onder de 1’44.

Op diezelfde afstand kende Camille Laus minder succes. Laus leek in een goede flow te zitten door in haar laatste twee wedstrijden telkens onder de 2 minuten te duiken. Dat was in Bern ook de ambitie. Laus wil zich absoluut voor het WK in Tokio plaatsen en daarvoor heeft ze 1’59″00 nodig. De haas koos helaas letterlijk het hazenpad en onze landgenote besloot het heft dan maar zelf in handen te nemen en de anderen op sleeptouw te nemen. Daardoor had Laus er in de laatste 250m al haar krachten al doorgejaagd. Ze zag iedereen over zich komen en liet het belopen. Ze finishte na 2’07″14.
Op de 200m maakte Kobe Vleminckx zijn comeback in het wedstrijdcircuit nadat hij begin mei uitviel met een stressfractuur. Zijn hard werk achter de schermen werd voorlopig nog niet beloond met een mooie chrono. Vleminckx finishte zijn eerste wedstrijd in 21″39 (-1.8m/s). Achteraf reageerde hij als volgt: “De voorbije drie maanden hebben zoveel energie van mij gevraagd om terug in vorm te geraken. Ik voelde me goed tot de race begon. Dan zei het lichaam plots ‘nee’. Er zat misschien iets te veel druk op, maar ik panikeer niet.”

Vleminckx had nog wel net genoeg energie in de tank om met de Belgian Falcons (Simon Verherstraeten, Emiel Botterman en Antoine Snyders) naar 38″89 te stormen, vier tienden boven hun BR. De spurtbom krijgt volgende week een nieuwe kans tijdens de Memorial van Damme. Daar neemt hij zowel individueel als met de aflossingsploeg deel.
Michael Obasuyi en Elie Bacari bleven op de 110m horden een einde boven hun seizoensbestes en tevens persoonlijke records van respectievelijk 13″19 en 13″30. Obasuyi deed 13″60 over de tien obstakels. Bacari deed er met 13″83, zijn minste chrono in twee jaar tijd, nog net iets langer over. Rani Vincke verscheen aan de start van de vlakke 100m en liet er 11″53 optekenen.
15’ voor start 110ho hevig onweer, piste onder water. Meeting 45’ uitgesteld maar wedstrijd zelf nog in zware regen. Michael durfde niet voluit gaan uit voorzorg.