Vrijdag gaat het EK in Rome van start waar de strenge Belgische selectiecriteria een grote delegatie niet in de weg stond. 41 individuele atleten en vijf teams zullen van 7 tot 12 juni de Europese top proberen bestormen. Van wie mogen we wat verwachten? Een wedstrijd moet altijd gelopen, gesprongen of geworpen worden, maar hieronder kan u toch een voorzichtige voorspelling terugvinden wat betreft de dames. Net als bij de heren mogen we dromen van medailles.

Op de eerste dag van het EK sturen we al meteen twee kanshebbers op eremetaal het Olympic Stadium in. Nafi Thiam zal met haar status als dubbele Europese kampioene alle ogen op haar hebben. De vraag is met welke vorm Thiam naar Rome is afgezakt. Wedstrijden heeft ze nog niet in de benen en de olympische limiet binnenhalen wordt haar prioriteit, maar toch gaf ze een zelfverzekerde indruk toen er naar haar vorm gevraagd werd: “Op training gaat alles heel goed.” Voor de medailles zal ze altijd meespelen en misschien dat de unieke triple haar extra kan motiveren. Het zal ook nodig zijn om regerend wereldkampioene Katarina Johnson-Thompson achter zich te houden.

Noor Vidts zou wel eens de favoriete voor het brons kunnen zijn, zeker als je de PR’s van alle deelnemers naast elkaar legt. Een gezondheidswandeling wordt het echter niet. De Zwitserse Annik Kälin liet dit seizoen ook al mooie dingen zien en zou haar grootste concurrente voor de derde plaats kunnen zijn. Ondanks het eremetaal in zaal wist Vidts nog nooit in openlucht een medaille te pakken, dus fingers crossed dat de puzzelstukjes deze keer samenvallen.

Foto: Jeroen De Meyer

Op de hoge horden is Anne Zagré er voor de zesde(!) keer bij op een EK. Weinigen die haar dit nadoen. Ondanks een negende plaats op de deelnemerslijst wordt het voor haar toch een moeilijk verhaal om nog eens een EK-finale te halen, iets wat haar in het verleden wel al driemaal lukte. Daarvoor mist de Belgische recordhoudster regelmaat.

Met enkel reeksen en dan al de finale van de 1500m wordt het eveneens lastig voor Elise Vanderelst om door te stoten naar de laatste ronde, desondanks haar constante vorm. De CABW-atlete staat net in de tweede helft van de startlijst en mist op het einde vaak de punch om nog plaatsen te winnen, iets wat op een kampioenschap niet in het voordeel speelt.

Hoewel Merel Maes vorige zomer bijzonder nipt de WK-finale van het hoogspringen miste, wordt het geen sinecure om op Europees niveau wel de top twaalf binnen te komen. Maes staat 24e van de 30 deelnemers op de startlijst. Mits een stevige verbetering van haar seizoensbeste (1m88) is het weliswaar niet ondenkbaar.

De Mixed Relay kan op de eerste dag de medailleteller misschien al op één zetten voor België. Met Cynthia Bolingo, Helena Ponette, Naomi Van den Broeck, Alexander Doom, Jonathan Sacoor en Robin Vanderbemden wordt er dan ook sterk ingezet op dit nummer. Met een sterk Ierland, Nederland en Polen lijken er vier kandidaten te zijn voor drie medailles.

Foto: Jeroen De Meyer

Op de tweede dag van het EK vinden de kwalificaties van het polsstokspringen plaats met Elien Vekemans. De vice-Europese beloftekampioene kende allesbehalve een vlekkeloze aanloop naar dit kampioenschap. Ze sukkelde met problemen aan de achillespees waardoor haar deelname zelfs even twijfelachtig was. Door de trainingsachterstand lijkt de finale van het polsstokspringen behalen een lastige opgave te zullen worden.

Op het kortste sprintnummer vaardigt België twee sprintkanonnen af. Rani Rosius en Delphine Nkansa staan respectievelijk 22 en 25e op de startlijst waardoor de halve finales op papier hun eindstation lijken. Rosius bewees op het recente WK indoor echter haar piekvorm perfect te kunnen timen waardoor ze tegen de verwachtingen de finale haalde. Een soortgelijke stunt wordt niet per sé verwacht, maar met Rosius ben je niet snel klaar.

Helena Ponette liep op de IFAM nog naar een nieuw PR waardoor ze met de dertiende tijd van alle deelnemers afzakt naar Rome. De vorm is er, maar de concurrentie op de 400m is er eveneens. Ponette lijkt voorlopig nog net een maatje te klein om mee te strijden om de finaleplaatsen. Een plaats in de halve finales mag ze zeker en vast wel beogen.

Foto: Jeroen De Meyer

Zondagochtend mogen Juliette Thomas en Hanne Verbruggen hun snelle schoenen aantrekken voor een 21km-lange doortocht door de Italiaanse hoofdstad. Verbruggen komt net terug van een hoogtestage en lijkt ondanks haar olympische ambities toch enig belang te hechten aan dit EK. Zij zou wel eens een stuk hoger kunnen eindigen dan haar zeventiende plaats op de startlijst. Thomas kon door het mislopen van de olympische marathon haar volle aandacht richten op dit kampioenschap. De medailles lijken ver weg, maar Thomas zal mogelijk ergens in de top tien te vinden zijn.

Paulien Couckuyt en Hanne Claes vertegenwoordigen ons land op de 400m horden. Voor Claes wordt het haar allerlaatste EK op de piste. Beter doen dan haar beste notering ooit, een vierde plaats op het EK in Berlijn, wordt een stevige karwei. De Belgische recordhoudster, die overigens de reeksen mag overslaan, zal moeten knokken om de finale te halen. Couckuyt ging dit jaar al sneller dan haar collega-Cheetah en presteerde de voorbije weken op een constant hoog niveau. Als zij er nog enkele procentjes aan kan toevoegen, lijkt de finale en een olympisch ticket mogelijk. Het zou een enorme opsteker zijn na de zware blessure die haar vorig jaar weghield van het WK.

Foto: Jeroen De Meyer

Op de 10.000m verschijnen er heel wat namen aan de start die dit seizoen nog geen 25 rondes op de piste afwerkten. De zevende en tiende plaats van Jana Van Lent en Chloé Herbiet moet daardoor met een korrel zout genomen worden. Voor beiden wordt het hun eerste seniorenkampioenschap op de piste waardoor Van Lent vooral ervaring moet opdoen. Herbiet zit eerder met de olympische marathon in haar hoofd en zal daardoor ook geen specifieke verwachtingen hebben.

Tenslotte maken nog twee aflossingsploegen hun opwachting. De Belgian Cheetahs moeten al één zware tegenstander minder dulden: de Britse dames laten de 4x400m links liggen. Toch blijft er nog genoeg concurrentie overeind. De Nederlanders en Ieren steken er bovenuit, maar ook de Noren en Polen gaan zichzelf medailleambities toe-eigenen. Na meerdere vierde plaatsen zal de drang om eindelijk eremetaal te scoren des te groter zijn.

Indien de Belgian Rockets de finale halen, mogen zij het kampioenschap afsluiten. Hun zesde plaats van op het EK in München moet vertrouwen geven dat het mogelijk is. Het kwartet zal echter met dubbele ambities de stok rondbrengen. Zij willen zich maar al te graag ook plaatsen voor de Olympische Spelen waarvoor een tijd onder de 43″03 nodig is. In de Bahamas kwamen ze met 43″17 al dicht in de buurt.

Foto: Jeroen De Meyer