Eline Berings vertrekt als zestiende van de wereld weer naar België. Verre van slecht, maar de Gentse had op meer gehoopt.

“Het was zoals heel de winter: oké, maar niet super”, begint Berings het verhaal van haar wedstrijd. “Ik heb alles gegeven vandaag en ik denk niet dat er mij iets te verwijten valt. Het niveau hier ligt ook verschrikkelijk hoog. Ik hoop dat mensen beseffen dat dit uitzonderlijk is. Natuurlijk had ik op meer gehoopt, maar ik ben trots dat ik erbij was. Ik denk niet dat er iemand voor mij eindigt die geen prof is. Misschien wordt het tijd dat dat verandert?”

Waarom ze niet dichter bij de acht seconden kon komen, is ook voor Berings zelf een vraag die moeilijk te beantwoorden is. “Ik denk dat ik mij niet moet schamen, maar ik ben wel op mijn honger blijven zitten. Die boost waar je het uiteindelijk voor doet, heb ik niet gekregen. Ik weet niet waarom het er deze winter niet helemaal boenk op is, wat op dit niveau wel nodig is. Ik denk dat we ergens iets over het hoofd hebben gezien in de voorbereiding op vlak van techniek of frequentie.”

Voor het eerst in jaren kon de hordespecialiste nog eens een hele winter doortrainen. Dat biedt mooie vooruitzichten. “Naar de zomer toe betekent mijn regelmatig niveau deze winter een goeie basis, maar ik was misschien liever wat minder constant geweest met één of twee uitschieters. Op de 60 meter heb ik 7″45 gelopen, dus met mijn snelheid is niks mis. Maar ik krijg het niet naar de horden omgezet. We moeten gaan bekijken hoe dat komt. Ik ben er op gebrand om eindelijk eens uit te pakken in de zomer. Maar eerst ga ik een weekje rusten.”