Dit pinksterweekend vormde voor heel wat atleten een goede opportuniteit om een (extra) wedstrijdprikkel op te zoeken. Zo ook voor Nafi Thiam die tijdens de T-Meeting in Tilburg haar langverwachte terugkeer in openlucht maakte. De olympische kampioene werkte er de 100m horden en het verspringen af. Op de horden moest Thiam echter haar meerdere erkennen in Eline Berings. Rani Rosius won de 200m, maar kon in de finale van de 100m geen vuist maken.

Voor het eerst sinds het WK Doha in 2019 werkte Nafi Thiam nog eens een wedstrijd in openlucht af. De Europese indoorkampioene ging in Tilburg meteen voor de dubbel door zowel de 100m horden als het verspringen af te werken. Op de horden kreeg Thiam het gezelschap van Eline Berings. Onze twee landgenoten duelleerden om de winst, maar het was Berings die op het einde het verschil maakte. De specialiste van de horden kon in koude en regenachtige omstandigheden een tijd van 13”44 neerzetten. Thiam volgde als tweede in 13”68 en liet zo onder meer specialisten als Eefje Boons achter zich. Haar PR van 13”34 blijft zo wel ruim overeind.

De winnares van de 100m horden kon gezien de omstandigheden zeker tevreden terugblikken. “Ik zag de wedstrijd vandaag meer als een training”, vertelde Berings na afloop. “Door de natte piste en de koude heb ik heel gecontroleerd gelopen. Op je 35ste in een temperatuur van tien graden lopen is niet zonder risico, maar het gevoel zit goed. Mijn tijden moeten zeker naar beneden, maar de omstandigheden waren er gewoon niet naar vandaag. Op training gaat het zeker goed en ik heb veel vertrouwen. Als de temperaturen normaler worden, dan zullen die tijden gevoelig verbeteren. Ik denk dat ik dan snel richting die 13”00 zal kunnen gaan.”

Enkele uren later volgde voor Thiam nog het verspringen. Van regen was geen sprake meer, de zon liet zich ook af en toe gelden, maar de eigenzinnige wind maakte het onze landgenote heel moeilijk. In de eerste poging opende ze degelijk met 6m38. Daarna werd het een lastig spelletje met de wind waardoor Thiam maar geen constante kreeg in haar aanloop. In de voorlaatste poging wist ze toch nog 6m42 op het bord te krijgen. Vervolgens ging ze nog ruim voorbij de 6m50, maar de rode vlag ging omhoog.

Foto: Quinten Lafort

Rosius opnieuw degelijk op 200m

Op de 100 en 200m maakten Rani Rosius en Manon Depuydt hun opwachting. Op de halve baanronde leek Depuydt lange tijd mee te dingen om de winst, maar in de laatste 50m kreeg de ACME-atlete het lastig. Rosius daarentegen kon op dat moment nog wat extra bijduwen en liep zo naar winst in een degelijke 23”83. Depuydt finishte na 24”06 als derde. De twee zagen elkaar terug op de kortste afstand. In de finale leek het beste er echter af te zijn bij Rosius. In de reeksen kon ze op het einde nog het verschil maken, maar nu werd ze in het slot bijgebeend door onder meer N’ketia Seedo (11”60), het jonge Nederlandse sprinttalent. Haar 11”70 leverde een vierde plaats op. Depuydt volgde als zesde in 11”82.

“Ik had op beter weer gehoopt vandaag, want de omstandigheden waren een pak minder dan in Dessau. Op de 200m leken we veel meer wind tegen te hebben dan wat de windmeter aangaf. Het was vreemd om eerst een 200m af te werken en dan pas een 100m, want meestal is het omgekeerd. De 200m zal ik toch nooit echt graag doen, maar ik ben wel blij met de progressie die ik op deze afstand heb geboekt. Ik durf eindelijk eens van in het begin alles te geven en heb geen schrik meer om op het einde te verzuren. In de finale van de 100m had ik het moeilijk. Ik voelde dat het op was.”

Kobe Vleminckx koos net als op het Vlaams Kampioenschap voor de 100m. De atleet van Lyra kende niet de beste start in de reeksen en moest vervolgens genoegen nemen met 10”69. In de finale ging het evenmin van een leien dakje en klokte hij als vijfde af in 10”70.