Rani Rosius is in de finale van de 60m naar een knappe vijfde plaats gesprint. Ze klokte 7″10, haar tweede tijd ooit, en evenaarde zo het Belgisch record dat ze eerder deze namiddag verbrak en op 7″08 bracht.
De finale van de 60m begon met opschudding. Mujinga Kambundji, één van de favorieten voor de titel, ging te snel van start. De jury was echter heel vergevingsgezind en gaf haar een gele kaart. Daarmee bleven alle topfavorieten voor de medailles overeind, want naast Kambundji waren Zaynab Dosso en Patrizia van der Weken op papier buiten categorie. Zelfs voor een Rani Rosius die in de halve finales naar een nieuw nationaal record van 7″08 stormde.
Toch was onze landgenote een gevaarlijke outsider voor het podium. Haar start is nooit haar allersterkste stuk, maar in het slot komt Rosius vaak gevaarlijk terug. In de finale moest ze uiteindelijk toch haar meerdere erkennen in de favorieten. Ook haar maatje Ewa Swoboda bleef haar voor waardoor Rosius vijfde eindigde in 7″10. Met deze chrono bevestigt ze dat haar Belgisch record geen toevalstreffer was.
De Europese titel ging uiteindelijk naar Dosso in een beste wereldjaarprestatie van 7″01. Kambundji (7″02) en van der Weken (7″06) flankeren haar zo dadelijk op het podium.

Rani Rosius: “Ik wist niet wat te doen met mijn geluk”
“Na de finale heb ik heel hard geweend. Ik heb Johan (Baerts; red.), mijn trainer gebeld, maar we kregen er allebei geen woorden uit. Ik wist niet wat te doen met mijn geluk. Ik stond er weer op het juiste moment en dat doet heel veel. Johan had mij drie jaar gegeven om dit record te breken en ik doe het al in mijn eerste jaar. Ik zal dus eens met Johan moeten samenzitten om mijn verdere doelen te bespreken.”
“De reeksen gingen heel soepel, ondanks dat ik nog niet goed wakker was. Met het tijdschema had ik het wel wat lastig. Ik heb in mijn auto een dutje gedaan tussendoor en drie keer een volledige opwarming moeten doorlopen. Ik moest dan ook nog eens mijn hoofd leegmaken, wat niet makkelijk was. Het werd dan maar spelletjes spelen op mijn gsm. Het enige verschil tussen de halve finale en de finale is mijn reactietijd. Verder heb ik twee keer dezelfde wedstrijd gelopen. Ik was nochtans kapot na die halve finale.”
“Rust? Nee, morgen sta ik weer op de piste. De trainingen gaan nu gewoon door. Op naar het WK.”