Eergisteren maakt de KBAB de selectie voor de European Cup 10.000m bekend. De meest opvallende naam binnen die selectie is zonder twijfel die van Belgisch marathonrecordhouder Bashir Abdi, die voor het eerst sinds 2018 nog eens 25 rondjes op de piste voor zijn rekening neemt. Voor Lander Tijtgat is er geen plaatsje in de selectie. De ondertussen 38-jarige atleet van ALVA had zijn zinnen gezet op de European Cup en betreurt zijn niet-selectie. 

De bekendmaking van de selectie voor de European Cup 10.000m van volgende week zaterdag in Birmingham kan op het nodige onbegrip rekenen. Lander Tijtgat, die op zijn 38ste aan het laatste zomerseizoen uit zijn carrière bezig is, wilde maar wat graag van start gaan op de European Cup. Een plaatsje in de selectie, met naast Bashir Abdi ook Nicolaï SakéLahsene Bouchikhi en Clément Deflandre kreeg hij echter niet. “Er wordt voornamelijk gekeken naar bestaande tijden op 10.000m op de piste of tien kilometer op de weg, waardoor het ergens te verstaan valt. Ik ben zelfs content voor de atleten die geselecteerd zijn, maar leg dan uit waarom ik hen op het BK cross vlot kon voorblijven. Die inspanning van het BK kan herleid worden naar een tien kilometer en dan beschik ik toch over een duidelijk voordeel in een rechtstreekse confrontatie”, aldus Tijtgat, die Bouchikhi in het Park van Laken op 28 februari een handvol seconden voorbleef in de strijd om de derde plaats. Saké volgde een kleine halve minuut later en Deflandre kende die dag een complete off-day door op net geen twee minuten van Tijtgat over de finish te lopen.

“Het gaat mij zelfs niet om de drie atleten die wel geselecteerd zijn ten koste van mijn mogelijk deelname. Ik heb al vroeg aangegeven dat ik aan het toewerken was naar deze wedstrijd en heb onlangs nog een reis gemaakt naar Wenen om er een 5.000m af te werken Dat heb ik allemaal uit eigen zak betaald, grotendeels uit passie voor de sport en zeker omdat het mijn laatste zomer is als atleet op het hoogste niveau. Wat me tegen de borst stoot, is het feit dat ik na Bashir dan zeker de beste man in vorm ben met interesse in die European Cup. In principe mag een land zelfs zes à acht afvaardigen per categorie, maar bij ons wordt er geopteerd voor een maximum aantal van vier. Dat is een fenomeen dat onze veldlopers bekend zal voorkomen als het over een EK cross gaat. Het lijkt alsof er met twee maten en twee gewichten wordt gemeten als het over afstandslopen gaat. Zeker als je de vergelijking maakt met de bijzonder grote selectie voor het EK indoor in Torun. Zelf ben ik voorstander van zoveel mogelijk atleten de kans te geven op internationale ervaring, zelfs al halen ze de strenge Belgische eisen niet”.

“Daardoor krijg ik de indruk dat onze discipline, die in België toch op een bijzonder hoog niveau staat, de dupe wordt van de aanpak van onze federaties. Ik wil niemand op de vingers tikken, maar die tendens om voor een EK in het veld minder en minder atleten te sturen, is duidelijk zichtbaar. Daarnaast wil ik niet onder stoelen of banken steken dat ik op termijn hoop om een functie binnen deze sport op te nemen. De rol van een topsportbegeleider spreekt me aan en ik beschik over de benodigde diploma’s. Mijn ervaring, positief en negatief, kan een verrijking zijn van onze kleine atletiekwereld”.

Rekensom pleit in het voordeel van Tijtgat

Wie geen fan is van atletiekstatistiek hoeft niet verder te lezen, maar mogelijk kan het wel een leerrijk moment zijn. Aan onderstaande selectiecriteria moest namelijk minstens één maal worden voldaan in de periode tussen 1 januari 2019 en 23 mei 2021 om kans te maken op deelname aan de European Cup 10.000m.

Mannen  Discipline Vrouwen
13:55.66 5000m 16:14.15
29:27.11 10.000m 34:22.33
8:56.37 3000m steeple 10:22.80
29:34 10km 34:01
1:04:44 Halve marathon 1:14:32
2:19:14 Marathon 2:40:14

Vervolgens worden maximaal vier mannen en vrouwen geselecteerd om de Belgische kleuren te verdedigen. Dienen er zich meer dan vier atleten per categorie aan, dan wordt een definitieve selectie bepaald als volgt.

    1. De voorkeur wordt gegeven aan atleten met een prestatie over 10.000m/10km.
    2. Er wordt een ranking opgesteld op basis van:
      1. De beste prestatie over 10.000m/10km gedurende de selectieperiode.
      2. De beste prestatie over 5000m gedurende de selectieperiode.
      3. De beste prestatie over 3000m steeple gedurende de selectieperiode.
      4. De beste prestatie over de halve marathon gedurende de selectieperiode.
      5. De beste prestatie over de marathon gedurende de selectieperiode.

Uiteraard is er sprake van meer dan vier atleten die voldeden aan bovenstaande criteria. De vraag is natuurlijk of de handhaving van die criteria even correct verliep. In dit geval is het zinvol om de prestaties die in aanmerking komen voor een mogelijke selectie. Lahsene Bouchikhi liep een degelijke 5.000m op de KBC Nacht vorig jaar, maar pakte vooral uit met een sterke tien kilometer op de weg in Dresden eind vorig jaar. Dat levert hem op beide proeven een gemiddelde op van 1060 punten volgens World Athletics. Bouchikhi is de enige van de drie geselecteerden die naast Bashir boven 1100 punten scoorde op zijn tien kilometer, wat zijn deelname rechtvaardigt. Saké was niet alleen goed voor knappe prestaties op tien kilometer en 10.000m, maar deed het ook meer dan verdienstelijk tijdens een halve marathon en volledige marathon. Het levert hem een gemiddelde score op van 1036,5 punten, met als uitschieter zijn BK tien kilometer op de weg in Lokeren waar hij goed was voor 1062 punten.

Clement Deflandre – Foto: Jeroen De Meyer

Deflandre was op dat BK tien kilometer nog een fractie sneller dan Saké en behaalde daardoor nog één puntje meer als uitschieter. Daarnaast was de atleet van HERV goed voor een 3.000m steeple en 10.000m die hem respectievelijk 1041 en 991 punten opleverden, goed voor een gemiddelde van 1031,6 punten. Saké en Deflandre beschikten op dat BK in Lokeren duidelijk over een stel wonderbenen. Lander Tijtgat was op dat BK niet van de partij vanwege een blessure. Tijtgat kan zelf twee resultaten voorleggen waardoor hij kans maakt op een selectie, namelijk een tien kilometer op de weg in Dresden eerder dit jaar én drie prestaties op 5.000m. Tijtgat scoort gemiddeld 1062 punten en doet zo aanzienlijk beter dan Deflandre en Saké, al beschikt de ancien niet over de snelste 10 kilometer op de weg. Hierbij moet wel vermeld worden dat Tijtgat tijdens die tien kilometer in Dresden een halve minuut voor Deflandre finishte. In rechtstreekse confrontaties gaat het voordeel dus uit naar Tijtgat.

Een blik op de afgelopen weken bevestigt dat voordeel, aangezien de prestatie van Tijtgat in Wenen over 5.000m overeenkomt met een chrono van 28’44 op de 10.000m.  De 3.000m steeple van Deflandre in Karlsruhe op 15 mei levert omgerekend 29’02 op. “Volgens mijn visie moet de KBAB steevast kiezen voor de beste ploeg op het moment van de selectie. Hier werd gekozen voor een ploeg gebaseerd op tijden van 2020. Ik kan me vergissen, maar ik denk niet dat Roberto Martinez meerdere spelers heeft opgeroepen bij de Rode Duivels op basis van prestaties die ze negen maanden eerder leverden”, besloot Tijtgat.

Rik Didden: “Moeten onze principes aanhouden en dat was in het nadeel van Lander”

Rik Didden maakt geen deel uit van de selectiecommissie, maar is als kwaliteitsmanager aftandslopen bij de Vlaamse Atletiekliga wel nauw bij de selectie betrokken. “In het verleden was er vaak weinig interesse voor de Europabaker en konden we iedereen meenemen die op één van de afstanden aan het minimum voldeed, maar dat was nu helemaal anders. Omdat de kansen in deze tijden schaars zijn, waren er heel veel kandidaten. Daarom hebben we de keuze gemaakt om in de eerste plaats te kijken naar tijden op 10 kilometer, op de piste of op de weg. En daar schiet Lander tekort. Hij heeft een toptijd staan op 5.000 meter, maar niet op 10.000 meter.”
“Ik zit er zelf een beetje mee verveeld. Ik ken Lander heel goed en zijn kwaliteiten staan niet ter discussie. Hij heeft nu eindelijk eens twee jaar goed kunnen trainen zonder blessures, dus zijn vorm is ongetwijfeld goed. Dat zag je al op het BK veldlopen. Alleen moesten wij onze principes aanhouden, en dat was helaas in het nadeel van Lander. Eens je beslist om een bepaald criterium te hanteren, moet je daar bij blijven. Anders zou dat niet fair zijn richting de andere kandidaten.”

1 REACTIE

  1. Ik vrees dat het met die selectiecommissies een beetje is zoals in het onderwijs. Ook daar worden op beleidsniveau heel veel beslissingen genomen door mensen die absoluut geen voeling (meer) hebben met het werkveld en de dagdagelijkse praktijk.

    En – toegegeven, gewaagde uitspraak – zou in de atletiekwereld de factor ‘vriendjespolitiek’ ook geen rol spelen bij het al dan niet selecteren van atleten ?

Reacties zijn gesloten.