De jaarlijkse Huizingse meeting verkreeg pas vorig jaar het Flanders Cup-label, maar met de 2e Allonsius Sport meeting toonde organisator Olympic Essenbeek Halle waar het label Flanders Cup voor werd opgericht: landgenoten wedstrijden van hoog niveau aanbieden om zo sneller, hoger en verder te gaan. Een waar limietenfestival werd het helaas niet, maar verschillende atleten bleven allerminst onopgemerkt.

In het voorprogramma liep scholiere Celine Gautier de richtprestatie voor het EYOF op de 100m. Met 12″02 bleef ze ook onder de daarvoor snelste tijd van Hanne Claus (12″08). Laetitia Libert toonde al vroeg op de avond dat haar vers persoonlijk record op de 400m geen toevalstreffer was. Met winst in 53″22 deed ze nog eens 18 honderdsten van haar all-time best op de baanronde. Nenah De Coninck liep datzelfde rondje, maar dan met hindernissen, als snelste landgenote, en strandde met 58″86 op amper 28 honderdsten van haar PR. Bij de mannen klopte David Pecceu Arnaud Destatte op de 400m, maar vooral het PR van 49″03 van thuisloper Jonathan Sacoor was er opvallend.

Lotte Scheldeman - Foto: Tomas Sisk
Lotte Scheldeman – Foto: Tomas Sisk

Lotte Scheldeman beet opnieuw haar tanden stuk op de EK-limiet voor junioren op de 800m. Met 2’07″28 finishte ze een seconde te laat, maar stak ze wel de winst op zak. Scholiere Elise Vanderelst mocht op de 800m al naar het WKU18, dus probeerde zij het maar op de 1500m. Met 4’29″91 zette ze zeker een aardige tijd neer, maar kwam ze een vijftal tellen tekort voor dubbele kwalificatie voor dat WK in Columbia. Nicky Coemans bevestigde dat zijn beste nationale jaarprestatie op de 800m van 1’47″36 geen toevalstreffer was. Na een koppel Kenianen werd hij derde op de 1500m in een snelle 3’43″93. De wederoptredende Brecht Bertels was meteen goed voor 3’45″60. In de daaropvolgende B-reeks kwam, zonder dat het leeuwendeel van het Provinciedomein het opmerkte, cadet Tim Van De Velde al aan na 3’56″52, de snelste chrono van – zegge en schrijve – de laatste 36 jaar. Enkel nationaal recordhouder (en clubgenoot) Raf Wijns was in 1979 een secondje sneller.

Stijn Baeten en Ismael Debjani - Foto: Peter Wagemans
Stijn Baeten en Ismael Debjani – Foto: Peter Wagemans

Pieter-Jan Hannes had net daarvoor al veel zin voor initiatief getoond op de 800m. De Antwerpenaar was er op zoek naar de chrono van Coemans, maar na een verschroeiende openingsronde rond de 50 tellen, bleek het vet van de soep in de laatste rechte lijn. Ismael Debjani toonde zijn eindspurt opnieuw vol overgave en ging met de bloemen lopen in 1’48″72. Hannes strandde 29 honderdsten later in zijn spoor. Stijn Baeten moest twee seconden beter doen om het EKU23 in Tallinn te halen.

Een interessant elite-groepje op de 3000m bij de vrouwen trok er al snel op uit. Na het uitstappen van tempomaakster Sofie Van Accom bleef alleen Imana Truyers op het gepacete tempo verderbollen om te finishen in 9’30″64. Thuisloopsters en jaargenoten Lisa Rooms en Vanessa Scaunet hadden gehoopt om voor eigen publiek zich te kwalificeren voor het junioren-EK, maar kwamen respectievelijk 8 en 15 tellen tekort. Een reeks later gingen alle handen op elkaar toen Isaac Kimeli aan zijn 7,5 rondjes begon. Een aanval op het nationaal beloftenrecord bleek algauw vervlogen nadat het tempo rond halfweg iets te veel was gezakt, maar met een splijtende laatste lijn bewees Kimeli wel dat hij klaar was voor de tactische races die deze zomer ongetwijfeld nog volgen. Hij won in 7’57″77, een beste nationale jaarprestatie. In het naprogramma haalde DCLA-scholier Guillaime Grimmard de richtprestatie voor de EYOF met 8’41″13.

Jolien Boumkwo - Foto: Tomas Sisk
Jolien Boumkwo – Foto: Tomas Sisk

Op de technische nummers viel de internationaal sterkste prestatie niet onverwacht te noteren op de afgescheiden kogelstand. De Nieuw-Zeelandse bonk Damien Birkinhead won het pleit met 19m55. Aan diezelfde kogelstand kwam Jolien Boumkwo verder dan ooit. Met 16m21 won ze met overschot. In het speerwerpen won Timothy Herman, die duidelijk opnieuw aan de beterhand is na lange tijd met veel pech, maar met 73m73 was zijn beste poging nog eerder bescheiden. Ook Cedric Nolf won niet verrassend het verspringen, maar met 7m64 (pas in zijn laatste poging) had ook hij er al betere dagen opzitten.

Meerkampster Sietske Lenchant won het hinkstapspringen bij de vrouwen en werd tweede in het hoogspringen, waar Hannelore Desmet na een dubbele achillespeesblessure opnieuw haar oude niveau toonde. Met 1m86 haalde ze zelfs de Universiade-limiet, maar doordat ze zich niet op voorhand had opgegeven op de longlist, maakt het niet meer mogelijk om nog deel te nemen aan dat zomerse kampioenschap. Thuiswerpster Annelies Peetroons kwam 54m66 ver met de discus, een seizoensbeste. In diezelfde competitie werd scholiere Babette Vandeput tweede met 47m41, slechts 59 centimeter onder de WKU18-limiet.

Bekijk alle uitslagen hier.