Tijdens een Diamond League met veel Belgen heeft Ruben Verheyden in Rabat nipt naast een rechtstreeks WK-ticket gegrepen. Hij kwam na 1500m twee tienden tekort, mede door een rommelig wedstrijdverloop. Femke Bol startte beter dan ooit en Beatrice Chebet liep een supersnelle chrono op de 3.000m.
Ruben Verheyden liep pas twee maanden geleden zijn laatste indoorkoers op het WKi in Nanjing. Tegen een deelname aan de Diamond League van Rabat kon hij echter geen ‘neen’ zeggen. De organisatie stelde 19 atleten op in de 1500m, waardoor het vanaf de eerste ronde strijden werd voor elke morzel grond. Verheyden zat goed gepositioneerd, maar moest bij het ingaan van de laatste 400m een klein gaatje dichten. Daardoor kwam hij even in baan twee terecht om vervolgens wat terug te zakken.
Verheydens sterke eindschot bleef wel helemaal overeind. Hij remonteerde vanuit elfde positie nog 4 concurrenten om als zevende te finishen. Dat deed hij ondanks het wedstrijdverloop in een PR van 3’33″19. Een seizoensopener van formaat, al zat er ook een zuur nasmaakje aan de chrono. Twee tienden extra hadden namelijk volstaan om nu al zeker te zijn van het WK in Tokio. De Amerikaan Jonah Koech won de koers in 3’31″43.
Rani Rosius trad op de 100m aan tegen Shericka Jackson en een hoop snelle Amerikaanse dames. De Belgische sprintte bij haar eerste individuele wedstrijd van de zomer naar 11″29, goed voor plaats zeven op negen deelneemsters. Topfavoriete Jackson klokte 11″04 voor de winst en had dus nog geen duik onder 11 seconden nodig. Bij de mannen profileerde Akani Simbine zich opnieuw als de te kloppen man op de korte sprint. Hij won in 9″95 en is na zes individuele koersen op het allerhoogste niveau nog steeds ongeslagen dit outdoorseizoen.
Naomi Van den Broeck was de eerste van verschillende Belgen die aan de bak kwamen. In haar 400mH ging alle aandacht vanzelfsprekend naar Femke Bol. De Nederlandse superster klokte met 52″46 haar snelste seizoensopener ooit. Voor Van den Broeck – die vanuit baan 2 moest opereren – was 55″69 het eindresultaat, een tiende boven haar seizoensbeste.
Pieter Sisk ging op de 800m niet te voortvarend van start en bekeek het merendeel van de wedstrijd vanuit de achterhoede. Terwijl Tshepiso Masalela richting winst en een beste wereldjaarprestatie van 1’42″70 stormde, rolde onze landgenoot op 150m van de meet nog enkele tegenstanders op. Sisk finishte in 1’45″10 als negende.
Beatrice Chebet zorgde voor de topprestatie van de avond. De olympische kampioene op de 5.000m en de 10.000m waagde zich aan een 3.000m en haalde ongenadig uit. Ze klokte 8’11″56, een Afrikaans record en goed voor plaats twee in de wereldgeschiedenis. Chebet wordt alleen nog voorafgegaan door de 8’06″11 van de Chinese Junxia Wang uit 1993. Soufiane El Bakkali liep voor een thuispubliek de beste wereldjaarprestatie op de 3.000m steeple. Met 8’00″70 ontglipte hem maar net een duik onder de 8 minutengrens.
