Nu het Energyvision CrossCup-seizoen op gang is geschoten, kunnen de atleten stilaan beginnen aftellen naar het EK in Brussel. Elise Vanderelst is één van de atleten die via het BK in Hulshout een plaatsje in de selectie hoopt te veroveren, voor de mixed relay in haar geval. Na een dubbele trainerswissel en blessureleed in de winter bracht 2023 een uitdagend zomerseizoen met zich mee. Toch maakt Vanderelst zich niet al te veel zorgen en behoudt ze het vertrouwen in haar nieuwe aanpak.

De zomer van Elise Vanderelst was er één op niveau, maar zonder de gewenste uitschieters. “Achteraf bekeken was het ook zeker geen waardeloos jaar. Een duik richting 4’02” zoals twee jaar geleden lukte niet, maar ik kon wel verschillende keren 4’05” of net daarboven lopen. Dat soort regelmatigheid ontbrak de vorige jaren soms dus dat is een positieve zaak die ik mee hoop te nemen”, zo reflecteert de 1500m-specialiste. Na een woelige winter kwam dat moeilijke seizoen ook niet echt als een verrassing.

“Door de misgelopen trainerswissel moest ik op korte termijn opnieuw op zoek naar een coach en zo kwam ik bij Grete Koens terecht, maar die overgang is al bij al heel vlot verlopen. Een blessure in december zorgde daarentegen wel voor problemen. Het duurde tot eind januari voor ik kon heropstarten waardoor pas in april alles goed in de plooi viel, een maand voor mijn eerste pistewedstrijd. Vanaf dan had ik geen tijd meer te verliezen: ik moest vroeg beginnen om rankingpunten te verzamelen voor het WK. Zo liep ik koers na koers en dat heeft me rust en trainingstijd gekost. Eigenlijk zat ik het hele seizoen in een soort overlevingsmodus. Dat ik uiteindelijk toch nog het WK haalde, kwam als een verrassing. Ik had het zelfs al een plaats gegeven dat ik er dit keer niet bij zou zijn.”

Foto: Jeroen De Meyer

De vijfvoudige Belgische kampioene over 1500m ziet dus waar ze richting Parijs het verschil kan maken: “Ik heb er alle vertrouwen in dat ik volgend jaar – na een rustigere winter zonder blessures – vanuit een veel beter startpunt zal vertrekken. Uit het indoorseizoen hoop ik wedstrijdritme te halen om er meteen te staan. Hopelijk kan ik in zaal ook al wat punten scoren voor Parijs.” De rechtstreekse limiet staat op 4’02″50, dat is dertien honderdsten sneller dan Vanderelsts persoonlijk record uit 2021.

De laatste grote rustperiode voor het olympische seizoen zit er nog maar net op of de (midden)lange afstandslopers trekken alweer op hoogtestage. “Momenteel zit ik nog in een fase van geleidelijke heropbouw. Op 18 oktober ben ik voor een kleine maand naar Font-Romeu vertrokken met de groep van mijn trainster. Daarna zal ik op het BK op 19 november de korte cross lopen”, een nationale titel die Vanderelst ook in 2022 veroverde.

Foto: Peter Wagemans

“In Hulshout hoop ik mijn plaats in de mixed relay-selectie voor het EK in Brussel te verdienen.” Dat EK staat met stip aangeduid op de kalender: “Ik ben natuurlijk nog niet gekwalificeerd dus ik wil niet voor mijn beurt spreken, maar ik kijk er heel erg naar uit om een EK voor eigen publiek te mogen afwerken. Familie en vrienden zullen er allemaal bij kunnen zijn, iets wat niet vaak lukt door de vele buitenlandse wedstrijden. Ik ben er zeker van dat de sfeer in het Park van Laken super zal zijn.” In de mixed relay is Vanderelst geen onbekende, want ze pakte in 2021 al eerder een bronzen medaille op het EK in Dublin.

“Alle Belgen gaan enorm gemotiveerd zijn dus ik reken erop dat we een topteam gaan afvaardigen. We hebben al eens brons gepakt dus ik zie het helemaal zitten. Het is wel jammer dat vaste waarde Stijn Baeten zijn spikes opgeborgen heeft. Hij was een sterke pion, maar ik begrijp zijn keuze. Het leven van een topsporter vraagt veel opofferingen.” Zoek in Hulshout overigens niet langer naar een MOHA-singlet, want Vanderelst maakte de overstap naar het gelijkkleurige CABW. “Sinds de beëindiging van mijn samenwerking met Raymond Castiaux kwam ik niet meer op de club. CABW biedt mij een meer betekenisvolle ondersteuning dus die hulp neem ik graag aan om verder te kunnen professionaliseren.”

Stijn Baeten, Elise Vanderelst, Vanessa Scaunet en Ruben Verheyden na hun bronzen medaille in Dublin – Foto: Jeroen De Meyer

Op zoek naar nieuwe prikkels nam Vanderelst een jaar geleden afscheid van Castiaux, onder wie ze meer dan tien jaar had getraind. Aanvankelijk met de bedoeling om met Ivo Roelandt verder te gaan als coach, maar dat plan kwam al ten einde nog voor het goed en wel begonnen was: “De methode van Ivo paste mij, maar om persoonlijke redenen langs zijn kant is het toch niet doorgegaan.” Zo kwam Vanderelst uiteindelijk bij Grete Koens terecht, een Nederlandse trainster die naast atleten als Maureen Koster en Diane Van Es ook Lisa Rooms en Imana Truyers onder haar hoede heeft.

De aanpak is aanzienlijk veranderd, en hoewel de resultaten dat voorlopig nog niet konden weerspiegelen, voelt Vanderelst dat ze daar de vruchten van plukt. “Grete heeft veel aandacht voor drempeltrainingen. Die deed ik vroeger wel in de winter, maar nu zijn ze vaste prik in mijn trainingsschema. Met regelmatige lactaattesten zorgen we nu ook dat mijn tempo’s beter aangepast zijn. Wetenschappelijke parameters zoals mijn hematocrietwaarde tonen dat ik vooruitgang heb gemaakt. Uitgerust en met een goede voorbereiding zou dat er dus moeten beginnen uitkomen op wedstrijd.” Wanneer ze thuis traint rekent Vanderelst voor de coaching ter plaatse op Thaddée Adam – zelf 29’01” waard over 10km, maar vooral ook haar kersverse echtgenoot. “In de toekomst zal ik voor een zware trainingsweek ook wel eens de trip naar Nederland maken, maar eigenlijk heb ik nu twee trainers”, besluit ze lachend.