Zowel in Dessau als in Genève werden indrukwekkende prestaties neergezet. In Dessau zorgde Nel Vanopstal voor de grootste stunt door haar 800m-PR te verpulveren en de derde Belgische beloftetijd aller tijden te verbeteren. Ilona Masson zweefde in Genève, dit keer met gunstige wind, netjes voorbij de 14-metergrens. Zij mag september stilaan beginnen vrijhouden voor een tripje naar Tokio. De wind was Masson dan wel goed gezind, maar bij Imke Vervaet speelde hij spelbreker. Vervaet dook ruim onder de 23 seconden op de 200m, maar haar tijd wordt vanwege de te sterke rugwind niet gehomologeerd.
Zo’n handvol Belgen waren vandaag aan het werk in het Duitse Dessau. Nel Vanopstal zal zich dit tripje nog lang herinneren, want de ACME-atlete liet er geen spaander heel van haar besttijd op 800m dat tot voor kort op 2’03″74 stond, de tijd waarmee ze zich al plaatste voor het EK beloften. Vanopstal sloeg de 2’02 vlot over en zette haar nieuwe toptijd op 2’01″86. Daarmee staat de tweedejaars belofte op de derde plaats in de Belgische U23-geschiedenisboeken. Vanessa Scaunet moest ruim vier seconden toegeven op haar jongere concurrente.
Op de 3.000m steeple liep Clément Deflandre met 8’36″57 duidelijk zijn snelste tijd van het seizoen. Ook 400m-specialist Florent Mabille toont met 45″72 dat zijn vorm weer de goede kant opgaat. Timothy Herman (75m27) en Cedric Sorgeloos (73m44) konden minder overtuigen in het speerwerpen.
Ilona Masson trok samen met een grote delegatie landgenoten naar Genève. De hinkstapspringster maakte elf dagen geleden voor het eerst kennis met de 14-meterlijn, maar die verre sprong kwam toen niet in de recordboeken vanwege de wind. Vandaag kreeg ze een nieuwe kans en die greep ze met beide handen. Masson begon met een vertrouwenwekkende sprong van 13m80 aan haar competitie. Ze bewaarde het beste voor het laatst toen ze in bijna windstille omstandigheden naar 14m06 en de winst zweefde. Voor het BR en de WK-limiet moet het nog een halve meter verder. Toch lijkt Masson, die nog nooit mocht aantreden op een internationaal kampioenschap, zich te mogen opmaken voor het WK.
Op de 200m blijft Imke Vervaet jagen op haar droom om onder de 23 seconden te duiken. Ze kwam al meerdere keren heel dichtbij, maar telkens strandde ze op enkele honderdsten. In Genève dook de Gentse met 22″69 ruim onder de grens, maar de windmeter gaf +2.3m/s aan en gooide dus roet in het eten. Het zegt wel veel over haar vorm, want met een geldige wind had Vervaet wellicht ook deze grens gesloopt. Simon Verherstraeten had meer geluk en kon op de halve baanronde op geldige meewind rekenen. Hij maakte daar goed gebruik van en klokte met 20″50 zijn tweede tijd ooit. Zijn BR van 20″13 bleef nog een eind buiten schot. Op de 100m kwam hij met 10″30 in de buurt van zijn snelste tijd van het seizoen.
Paulien Couckuyt maakte na heel wat blessureleed haar rentrée op de 400m horden. De toebedeelde baan twee was geen cadeau, maar toch wist Couckuyt in een degelijke 56″69 te openen. Daarmee is ze na Naomi Van den Broeck de voorlopig tweede snelste van dit seizoen. Op de hoge hindernissen was het de beurt aan Noor Koekelkoren. Koekelkoren, één van de revelaties van dit seizoen, verbeterde dit seizoen al meermaals haar record. Daar kwam vandaag geen vervolg op, maar met 13″29 blijft ze voorlopig in elke wedstrijd mooi onder de 13″30, een tijd die ze vorig jaar nooit aantikte.
Dylan Borlée nam na zijn PR op de 200m van vorige week dit keer de baanronde voor zijn rekening. Borlée trok de goede flow door, door zijn beste tijd van het seizoen te verbeteren tot 45″48. Robin Vanderbemden moest het in zijn eerste individuele wedstrijd van 2025 stellen met 46″78.
Tenslotte lieten de sprinters zich zowel in de aflossingen als individueel zien. Jordan Paquot, Antoine Snyders, Camille Snyders en Robbe Torfs liepen naar een vierde plaats in een degelijke 39″56. Ook de Belgian Rockets, dit keer vertegenwoordigd door Rani Vincke, Lotte Van Lent, Janie De Naeyer en Camille Sonneville, pakten de vierde plaats in 43″78. Hun werkdag zat er nadien nog niet op. Het volledige kwartet nam nog de 100m voor hun rekening. Van Lent was daar de snelste in 11″59, al konden De Naeyer (11″61) en Sonneville (11″77) niet op diezelfde meewind rekenen. Sonneville voegde ook nog een 200m in 24″12 toe aan haar programma.
