Tradities zijn er om in ere te houden. En dus beslisten wij om ook dit jaar – waarin er meer wedstrijden niet dan wel doorgingen – onze atletiekmomenten van het jaar te kiezen. Al was het maar om te benadrukken dat veel atleten er toch nog iets van gemaakt hebben. En het is niet dat er daarbij weinig keuze was, want 2020 gaat ondanks alles de boeken in als een jaar dat bol stond van de Belgische, Europese en wereldrecords. Vandaag kiest onze redacteur Jolien De Bock voor de ‘Oranje opmars naar de top’ met Femke Bol en Lieke Klaver in een hoofdrol.

Dat de namen Femke Bol en Lieke Klaver u tot voor dit jaar niet bekend in de oren klonken, is geen schande. Deze twee jonge Nederlandse talenten gaven eerder al blijk van talent, maar afgelopen zomer meldden ze zich beiden pas echt aan de top. Niet in één, maar nota bene elk in twee disciplines. De amper 20-jarige Bol zette begin juli de toon. Ver buiten de schijnwerpers, op de trainingspiste waar ze week in week uit het melkzuur te lijf gaat en met amper één tegenstander naast zich kroop Bol in de blokken voor haar eerste 400m horden. Een triestige setting, maar Bol had niet veel meer nodig om er een toptijd uit te persen. De halve finaliste van het WK zette met 54”47 een NR neer. Ah neen, wacht. Door het gebrek aan voldoende tegenstanders was er geen sprake van een officieel record.

Het nieuwe sprintwonder leek er niet door aangeslagen, want twee weken later was het NR wel een feit. Bol knalde naar een magistrale 53”79. Bovenaan de wereldjaarranglijst prijkte plots een jonge Nederlandse. De Amerikaanse dames mochten dit jaar dan wel hun kat sturen, tijden liegen niet. Het eindrapport is eveneens veelzeggend: de beste wereldjaarprestatie en een ongeslagen reeks op de 400m horden. Je zou het bijna niet geloven, maar Bol is wel degelijk pas aan haar tweede jaar bezig op deze discipline. Haar straffe 51”13 op de baanronde zonder ‘hekjes’ maakte het plaatje compleet. Ik herhaal het nogmaals voor mocht het niet zijn doorgedrongen: bouwjaar 2000.

Jolien De Bock

Klaver moest iets meer geduld uitoefenen om haar zware trainingsarbeid beloond te zien worden. In het Zwitserse La Chaux-de-Fonds raasde de rijzige atlete midden augustus naar een pittige 22”66 over 200m. De locatie is echter geregeld goed voor topchrono’s dankzij de hoogte waarop de piste, waardoor er wel iets over die chrono te zeggen valt. Een maand later gaf Klaver iedereen die twijfel zaaide over haar kunnen lik op stuk. Op de Diamond League in Rome, nota bene de laatste race van haar zomerseizoen, volgde een huzarenstukje op de baanronde. Klaver haar gezicht zei alles, de straat voorsprong die ze bij elkaar liep eveneens: 50”98, alsjeblieft! Zowel op de 200 als de 400m had geen enkele Europese atlete een antwoord op de toptijden die Klaver dit jaar neerzette. Zich toeleggen op één van deze twee nummers? Daar denkt de atlete absoluut nog niet aan. “Kiezen tussen de 200 en de 400m, dat is als kiezen tussen mijn mama en papa. Dat kan ik niet”, aldus Klaver.

Lieke Klaver (centraal) – Foto: Erik Van Leeuwen

In een jaar waarin wereldrecords ons om de oren vlogen, is mijn sportief hoogtepunt misschien een atypische keuze. De twee pupillen van Laurent Meuwly en Bram Peters wisten mij zelfs zonder wereldrecord toch meermaals te verbazen. Hoe deze twee ‘new kids on the block’ zich in één jaar tijd opwerkten naar de top van maar liefst twee nummers was indrukwekkend. En dat terwijl hen zes weken lang alle toegang tot sportfaciliteiten ontzegd werd. Het zegt iets over de vindingrijkheid van hun coaches. Doodjammer dat Bol en Klaver zich met deze hoogvorm niet in Tokio konden tonen, al twijfel ik er niet aan dat ze voordeel zullen halen uit dit extra jaar aan ervaring. Het veelzijdige powerduo zal volgend jaar opnieuw wervelen, misschien wel steviger dan ooit als we hun Nederlandse zelfzekerheid mogen geloven. Voeg bij dit duo nog een klasbak zoals Lisanne de Witte en ook de 4x400m-ploeg is klaar om mee te dingen naar olympisch eremetaal. De weelde bij onze noorderburen is zacht uitgedrukt opmerkelijk. Het moet ons Belgen inspireren en doen geloven dat het mogelijk is om mee te spelen op wereldniveau. Niet alleen in een bizar jaar als 2020, maar ook wanneer de wereld opnieuw op volle toeren kan draaien.