Van alle knappe prestaties tijdens de Super League interclub in het Koning Boudewijnstadion was het Belgisch 5.000m-record van Jana Van Lent ongetwijfeld de allermooiste. De afstandsspecialiste had al een 3.000m in de benen en ging zonder haas op zoek naar het Belgisch record. Van Lent slaagde met overschot in haar opzet en nam zo een hap van bijna 20 seconden uit haar PR. Daarnaast ook de reacties van Elie Bacari en Merel Maes, de twee beloften die allebei met een PR hun seizoen aftrapten.

Jana Van Lent – 5.000m in 15’02″75 (Belgisch record)

“Oorspronkelijk had mijn papa (en trainer; red.) als plan om het vandaag rustig aan te doen, maar ik zei hem dat ik eens zot ging doen. Ik had niets te verliezen door te snel van start te gaan en daarna eventueel in te storten. Tijdens de wedstrijd dacht ik ook, “subiet ga ik hier een patat krijgen”, maar dat is gelukkig niet gebeurd.”

“Tellen en lopen gaan voor mij niet goed samen, waardoor ik mij misrekende over wat ik nog nodig had in de laatste ronde. Daarom was de verrassing alsnog enorm toen ik over de meet kwam. Ik wist dat ik voor mijn persoonlijk record aan het lopen was, maar zo dicht bij die 15 minutengrens geraken had ik vooraf echt niet gedacht.”

“Het WK in Tokio is het doel, maar mij kwalificeren is niet eenvoudig (De limiet op de 5.000m is 14’50” en de limiet op de 10.000m is 30’20”; red.). Volgende week loop ik de European 10.000m Cup en daarna ga ik terug naar de 5.000m. Ik hoop het via de punten te doen, maar daar is ook altijd veel geluk mee gemoeid. Ik heb niet afgebouwd voor vandaag en heb ook al een 3.000m in de benen. Misschien kan het nog wel sneller, maar elke wedstrijd moet gelopen worden.”

Elie Bacari – 110mH in 13″34 (PR)

“Mijn trainingen op de horden gingen heel vlot. Ik had al tegen een paar vrienden gezegd dat ik zou trakteren als ik geen PR liep, dus ik kan niet zeggen dat ik dit niet had zien aankomen. Met Michael (Obasuyi; red.) of een andere snelle man in de koers kon er misschien zelfs nog iets meer. Dit seizoen probeer ik een medaille te winnen op het EK U23 en liefst de gouden. Volgende week loop ik op de IFAM mee in een 4x100m-team dat zich probeert te plaatsen voor het EK beloften en daarna volgen er nog drie internationale wedstrijden voor Bergen.”

Foto: Michiel Reyntjens

Merel Maes – Hoogspringen, 1m93 (=PR)

“De voorbereiding op dit zomerseizoen verliep goed. Mijn aanloop is consistenter geworden, wat al een aantal jaren een probleem was. Deze winter hebben we daar hard op gewerkt en één wedstrijd gedaan om het eens uit te testen. Die ging super (Maes sprong op 2 maart over 1m91; red.). Ik hoopte dus wel op een mooie hoogte, maar een slechte nacht net voor de wedstrijd gaf dan toch nog wat twijfel. De omstandigheden waren zeker nog niet top en ik heb ook veel gesprongen op lagere hoogtes om warm te blijven. Uiteindelijk heb ik mezelf dus toch wel wat verbaasd door vandaag 1m93 te springen. Het is fijn om te weten dat al het harde werk in de winter geloond heeft richting het outdoorseizoen.”

“Bergen wordt het eerste piekmoment van het seizoen en daarna hoop ik via de ranking in Tokio te geraken. De rechtstreekse limiet is 1m97, wat op dit moment onhaalbaar voelt. 4 centimeter is nog veel, maar ik wil mezelf ook geen grenzen aanpraten. Als ik dit niveau op de juiste meetings kan herhalen, moet kwalificatie via de ranking mogelijk zijn.”

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in