Voor de finale van de gemengde 4x400m werd Alexander Doom in de ploeg gebracht. In die finale ging ons land vanuit baan 8 op zoek naar een eerste medaille op dit WK. De strijd om het brons werd pas in de laatste meters beslist. Ons land trok uiteindelijk aan het langste eind met dank aan een sterke finish van Helena Ponette.
De eerste dag van het WK atletiek stond al meteen in het rood omcirkeld op de kalender van elke Belgische atletiekliefhebber. De Belgian Waffles, de nationale gemengde 4x400m-ploeg, gingen namelijk op zoek naar een medaille. De kwalificaties eerder op de dag had de Belgische ploeg al met succes afgerond. Toen nog met een sterke Jonathan Sacoor in de ploeg. Hij werd voor de finale vervangen door Alexander Doom. De rest van de ploeg bleef ongewijzigd: Dylan Borlée, Imke Vervaet en Helena Ponette.
In tegenstelling tot in de kwalificaties was Borlée de eerste loper. Hij startte vanuit baan 8 en wisselde als derde. Hij gaf de wisselstok door aan Vervaet die zich als vijfde nestelde bij het naar binnen komen. Die positie hield ze vol tot aan de finish waar ze wisselde met sterkhouder Doom. Hij lijkt opnieuw naar zijn beste vorm toe te groeien na een moeilijk seizoen en stoomde meteen door naar de derde plek. Hij slaagde er echter niet in om een kloof te slaan met de achtervolgende landen. Zo kregen we een razendspannende laatste ronde waarin Ponette de Belgische eer verdedigde.
Dat deed ze met verve door in de laatste meters nog voorbij Polen en Groot-Brittannië te gaan. De winst was dan al lang binnen voor de Verenigde Staten. Zij finishten na 3’08”80, een nieuw kampioenschapsrecord op deze nog jonge discipline. Nederland, met Femke Bol als slotloopster, werd tweede in 3’09”96. Ons land liet de klok uiteindelijk stoppen na 3’10”61.
De eerste dag van het wereldkampioenschap brengt ons zo al meteen een medaille en u weet hoe dat dan gaat: goed begonnen is half gewonnen.
