Op de Flanders Cup in Kessel-Lo was Nafi Thiam de grote blikvangster. De olympische zevenkamp-kampioene klokte 13”67 op de 100mH en scherpte zo haar SB aan. Willem Renders werkte de 3.000m af in 7’47”02 en is daarmee de snelste junior ooit. Jochem Vermeulen vierde zijn competitierentree en Jente Hauttekeete toonde zich goed in vorm met een PR aan de polsstokstand.
De Meeting voor Mon, georganiseerd door DCLA, pakte uit met sterke internationale deelnemersvelden en een resem interessante Belgen. De grootste naam was ongetwijfeld Nafi Thiam. Zij opende haar seizoen op het BK met een verspringcompetitie (6m48) en een koers op de 100mH (13”91). Een week later werkte ze in Sint-Niklaas ook haar eerste speerwerpcompetitie af (51m45).
De drievoudige olympische kampioene zette haar Belgische tournee dit weekend verder. In Leuven koos ze opnieuw voor de horden en met 13”67 was ze goed voor een mooie verbetering van haar seizoensbeste. Volgende week staan er twee Diamond Leagues op haar programma: het hoogspringen in Lausanne en het verspringen tijdens de Memorial. Op de horden was Amber Vanden Bosch de snelste landgenote. Zij maakte indruk met een PR van 13”27. Tienkamper Dai Keïta was goed voor een persoonlijke recordtijd van 14”71, net achter Niels Pittomvils die na 14”67 over de met kwam.
Willem Renders kroonde zich een week geleden tot Europees juniorenkampioen op de 5.000m. Hij liet zijn wonderbenen niet in Tampere liggen en deed het wederom uitstekend, dit keer over 3.000m. Renders finishte na 7’47”02 en verpulverde zo het oude BR junioren van Eddy De Pauw. Die stond al sinds 1979 bovenaan de ranglijst met 7’53”4. Uit zijn eigen PR beet Renders dertien seconden. Guillaume Grimard finishte net voor hem en was met 7’47”01 eveneens goed voor een PR.
Runners’ lab Athletics Team-collega Elliot Vermeulen viel het BR junioren op de 800m aan, dat was 1’46”84 en eigendom van ene Eliott Crestan. Met 1’46”96 liep hij een PR en kwam hij amper twaalf honderdsten tekort. Tibo De Smet was de snelste Belg van de dag door een reeks eerder 1’46”06 te laten optekenen.
Bij de vrouwen ging Mariska Parewyck op zoek naar een voortzetting van haar schijnbaar onafstopbare progressie. Na 2’00”40 op de IFAM was ze dit keer goed voor 2’01”54, een evenaring van haar tweede prestatie ooit. Met 2’03”25 en 2’04”17 toonden respectievelijk Laure Bilo en Liselot Smolders zich ook goed bij schot.
In het kogelstoten won Lenne Jacobien de wedstrijd door een persoonlijke topprestatie van 15m30 te kogelen. Daarmee sloeg ze haar oude bestworp van 14m80 volledig aan diggelen. In de all time ranking bij de Belgische juniores wordt ze nu de nummer drie. Tienkamper Jente Hauttekeete koos voor twee kampnummers. Hij begon aan zijn middag met 43m74 in het discuswerpen. Lars Coene kon Kwinten Cools daar aftroeven door een PR van 56m76 neer te zetten. Vervolgens trok Hauttekeete naar het polsstokspringen en daar blonk hij uit. Eerst evenaarde hij met 5m10 zijn hoogste sprong ooit en daarna voegde hij nog eens 10cm toe aan zijn PR.
Jochem Vermeulen kon in Leuven eindelijk zijn rentree maken nadat hij een lange periode in de lappenmand lag. Hij liep in een sterk deelnemersveld na een tactische koers knap naar plek twee in 3’36”69. Er rest hem nog een maand om richting het WK in Tokio zijn beste vorm te vinden, waarvoor hij op basis van zijn prestaties van vorig jaar al geplaatst was.
Jonathan Sacoor liep de baanronde en wist dat 44”85 nodig zou zijn voor het WK. Met 45”38 kon hij die ambitieuze richttijd niet benaderen, maar hij bleef wel slechts zes honderdsten van zijn seizoensbesttijd verwijderd. Op de 3.000m won Charlotte Penneman de onderlinge Belgische strijd door 9’23”75 te klokken en Jenka Wittevrongel voor te blijven.
Het hoofdprogramma werd afgesloten met de 300m. Helena Ponette maakte daar een training van en werd tweede in 37”07. Amper een kwartiertje na haar wedstrijd herhaalde ze die afstand nog een keer. Julien Watrin klokte 33”39.
Nafi Thiam (13″67 op de 100mH – SB): “Ik wilde beter doen dan vorige keer en dat is gelukt.”
“Ik maakte een goede start, wat mij heel blij maakt want dat is wat mis ging op het BK. Tussen de hordes zou ik graag nog wat meer ritme vinden, maar het was al een stuk beter dan twee weken geleden dus dat zou helemaal goed moeten komen. Ik wilde beter doen dan in Brussel en dat is gelukt. De tijd toont progressie en ik denk dat we met nog één hordenwedstrijd voor het WK al ver kunnen geraken. Dit was ook al beter dan tijdens het EK in Rome vorig jaar, dus ik kan niet klagen.”
“In Lausanne ben ik benieuwd of ik mijn referenties in het hoogspringen meteen kan vinden. Voor het verspringen heb ik die al wat meer, dus ik zal tijdens de Memorial bewust kunnen genieten. Brussel is altijd speciaal.”
Thiam werd uiteraard ook gevraagd naar haar weigering om de gedragscode van Belgian Athletics te ondertekenen. Dinsdagochtend maakte Le Soir bekend dat de olympische kampioene nog niet heeft voldaan aan die voorwaarde voor WK-deelname. Enkele kranten suggereren dat er onenigheid is over wat de commerciële partners van de federatie – die geen partner zijn van Thiam – mogen doen met beelden van de atlete. De partijen zelf gaven voorlopig weinig prijs en (de omkadering van) Thiam deed dat ook in Leuven niet: “Geen commentaar”. Er vond deze week een eerste overleg plaats, maar voorlopig werd er nog niets ondertekend.
Jochem Vermeulen (tweede in 3’36″69 op de 1500m): “Alles begint er weer rooskleuriger uit te zien.”
“Het was een koers met veel duwen en trekken. Niemand nam initiatief achter de haas en dat ging ik vandaag ook niet doen. In mijn derde wedstrijd van het seizoen zou dat misschien een ander verhaal geweest zijn. Op het einde maakte ik een positioneringsfoutje, maar mijn laatste ronde was sterk. Daar ben ik blij mee en kan ik op verder bouwen.”
“Het was leuk om de spikes weer aan te trekken en een wedstrijd te lopen. Eerlijk gezegd stond ik vanmorgen met zenuwen op. Sinds vijf à zes weken loop ik zonder pijn en kan ik de trainingen doen die nodig zijn om dit niveau aan te kunnen. Het is een gehaaste voorbereiding op het WK, maar ik denk dat het goed komt. Ik voel dat ik nu goed genoeg ben om ongeveer 3’32”-3’33” te lopen. Met vier extra trainingsweken is er nog veel mogelijk. Verwachtingen voor Tokio heb ik voorlopig niet. Tot nu toe was de enige vraag of ik daar wel zou geraken. Met deze wedstrijd achter de rug begint het er allemaal weer rooskleuriger uit te zien. Ik loop nu een aantal kleinere wedstrijden om het ritme terug te vinden en referenties te hebben.”
“Het was lastig om dit zomerseizoen aan mij voorbij te zien gaan. Ik gun mijn concurrenten het allerbeste, maar ik wil zelf ook meespelen. Het was fantastisch om vorig jaar het Belgisch record op de 1500m te lopen dus het voelde absoluut niet fijn om dat kwijt te geraken. Nu is het aan mij er weer onder te lopen. De mate waarin het mij raakte om thuis te moeten zitten was het beste bewijs dat mijn honger om dingen te bewijzen in deze sport nog steeds enorm is.”
Willem Renders (7’47″02 op de 3.000m – BR junioren): “Pas na het EK beslist om te lopen.”
“Ik had niet gedacht dat ik zo’n tijd in de benen had. We hebben eigenlijk pas na het EK beslist om deze wedstrijd te lopen, vooral omdat we dachten de vorm nog wel even zou blijven. Er waren verschillende mensen die mij subtiel al hadden laten weten dat ze in mijn kansen geloofden op het EK junioren, al had ik echt niet verwacht dat ik zou winnen. Vooraf heb ik dat niet luidop gezegd, maar ik mikte ergens wel op het podium.”
“Begin september loop ik nog een 10.000m en daarna houd ik de zomer voor bekeken. In de maanden nadien gaat de focus naar het veldlopen. Mijn eerste EK (Renders werd in Antalya 15e als eerstejaars; red.) was meteen een succes en ik zou het nu graag nog wat beter doen. Ik voel wel dat de titel met bepaalde verwachtingen komt, maar mensen mogen zeggen wat ze willen. Wat ikzelf en mijn omkadering denken is het enige dat telt.”
