Timothy Herman heeft zich op het WK in Boedapest kunnen plaatsen voor de speerwerpfinale. Herman had na twee pogingen al zekerheid over zijn finaleplaats en liet zijn derde worp voor wat het is. Hij verbeterde zich na een zeer matige 73m00 tot 80m11. Goed voor een elfde plaats overall.

Timothy Herman mocht in de tweede en laatste groep zijn kwalificaties van het speerwerpen afwerken. In de A-groep haalde enkel de olympische kampioen Neeraj Chopra de rechtstreekse kwalificatie-eis van 83m00. Slechts drie anderen wierpen voorbij de 80m.

Er lagen dus mogelijkheden voor Herman, al was zijn eerste worp van 73m00 wel ruim onvoldoende om aanspraak te maken op de top twaalf. Dankzij een goede tweede worp van 80m11 maakte de ACME-atleet een flinke sprong in de tussenstand. Hij stond er ineens goed voor, maar keek toch met het zweet op zijn voorhoofd naar de laatste pogingen. Hij zakte nog maar één plaats in de tussenstand. Toen het opnieuw aan hem was, kon niemand hem nog uit de top twaalf kegelen waardoor Herman zijn speer opborg. Zondag zien we dus voor het eerst in de geschiedenis een Belgische speerwerper terug in de finale.

Foto: Jeroen De Meyer

“Denk dat ik één jaar investering wel waard ben”

“Het was spannend. Mijn eerste worp was niet goed. De tweede ging al beter, maar ik miste nog altijd dat supergevoel. De warmte maakte mij wat loom. Pas toen ik Rutger (Smith; red.) zijn duim in de lucht zag steken, wist ik dat de finale binnen was. Een luxe, want ik moest geen laatste poging meer doen. Ik moet toegeven dat ik toch emotioneel was, want dit was toch een grote droom. Het is ook de eerste keer dat mijn kinderen mij bezig zien op een groot toernooi. Hopelijk stimuleert het hen en het speerwerpen in België in het algemeen;”

“Mijn doel is bereikt. In de finale hoop ik om richting die top acht te gaan en hopelijk een mooie afstand neer te zetten. Ik denk dan aan de 83m. Top acht zou normaal een profcontract betekenen, maar gezien mijn leeftijd is dat twijfelachtig. Als je ziet wat ik nu al presteer terwijl ik door mijn job maar vijf keer per week kan trainen, dan denk ik dat ik het wel waard ben om één jaar in te investeren. De Olympische Spelen zouden echt het summum zijn.”