De Amerikaanse trials in Eugene blijven tot de verbeelding spreken. Op de voorlaatste dag van de trials stalen de mannen op de hoge en lage horden de show. Grant Holloway stoomde in de halve finales van de 110m horden naar 12″81, één honderdste boven het WR van landgenoot Aries Merritt. Op de 400m horden knalde Rai Benjamin naar een al even buitengewone 46″83, slechts vijf honderdsten trager dan het WR van Kevin Young. Gabby Thomas was dan weer goed voor de derde snelste 200m ooit én Erriyon Knighton vloog naar 19″88, een WR bij de junioren als scholier nota bene. 

Dat Grant Holloway één van de meest getalenteerde atleten op onze aardbol is, weet u mogelijk al langer dan vandaag, maar wat de 23-jarige Amerikaan in Eugene uit zijn mouw schudde was wederom legendarisch. In de halve finales van de Amerikaanse trials stoomde Holloway namelijk als een bezetene naar de zege in 12″81, amper één honderdste trager dan het intussen bijna negen jaar oude WR van zijn landgenoot Aries Merritt. Holloway was afgelopen winter al goed voor het WR in zaal én lijkt dus in de toekomst ook een gooi te kunnen doen naar de snelste 110m horden in openlucht. Tot gisteren bedroeg het PR van ‘Wonderboy’ Holloway 12″98, een onwaarschijnlijk PR van 17 honderdsten dus. Hij springt zo van de 18de naar de tweede plaats op de ranglijst aller tijden én wordt pas de vijfde atleet ooit die onder 12″90 blijft. In de finale kon Holloway zichzelf niet verbeteren, maar met 12″96 boekte hij wel een ticket naar Tokio. Daar krijgt hij het gezelschap van Devon Allen en Daniel Roberts die 13″10 en 13″11 noteerden.

 

Rai Benjamin had na zijn halve finales op de 400m horden gezegd dat een aanval op het WR van Kevin Young (46″78) absoluut geen doel was met het oog op de finale. Benjamin kwam echter héél dicht in de buurt van dat record na een fantastische race waarin hij met 46″83 over Karsten Warholm naar de tweede plaats op de ranking aller tijden wipt. Die laatste kan samen met Benjamin de komende maanden op zoek naar het WR van Young dat al sinds 1992 op de tabellen staat. Warholm loopt komende donderdag zijn eerste 400m met hindernissen van het seizoen in ‘zijn’ Oslo. Het zou zomaar eens kunnen dat Benjamin dan opnieuw zijn tweede plaats aller tijden moet inleveren. Kenny Selmon en David Kendziera vervolledigden het podium op de lage horden met respectievelijk 48″08 en 48″38. Sydney McLaughin imponeerde tijdens de halve finales bij de vrouwen op de lage horden. De tweede performer aller tijden knalde naar 53″03 in de eerste van twee halve finales. Haar naaste belagers Shamier Little en Dalilah Muhammad kwamen niet in de buurt van die chrono met 53″71 en 53″86. De vraag rijst nu al of McLaughlin in de finale het WR van Muhammad (52″16) zal aanvallen. De atlete die nog altijd 22 moet worden gaf al eerder aan dat ze de eerste vrouw wil worden die onder 52 seconden duikt.

Sydney McLaughlin – Foto: Philippe Fitte

De 200m bij de vrouwen was een ware demonstratie van Gabby Thomas, de seizoensrelevatie op de halve baanronde. Thomas dook in de reeksen van de trials voor het eerst onder 22 seconden en herhaalde dat tot zowel in de halve finale als in de finale. Niemand had echter verwacht dat Thomas naar een onwaarschijnlijke 21″61 zou snellen. De 24-jarige atlete schuift zo op van de 24ste naar de tweede plaats op de ranking aller tijden. Alleen ene Florence Griffith-Joyner liep in het verleden sneller (21″34). Maar liefst vier dames doken onder 22 seconden in de finale. Jenna Prandini en Anavia Battle mogen mee naar Tokio dankzij PR’s van respectievelijk 21″89 en 21″95. Allyson Felischerpte met 22″11 haar seizoensbeste aan, goed voor een vijfde plaats. De strijd op de 200m bij de mannen in de finale van morgen lijkt eentje te gaan worden tussen Kenny BednarekNoah Lyles én de 17-jarige sprintsensatie Erriyon Knighton. Die laatste was vrijdag nog goed voor een beste prestatie aller tijden bij de scholieren met 20″04. In de halve finales deed Knighton er nog een grote schep bovenop door de snelste tijd van alle halve finalisten neer te zetten met 19″88. De snelste 17-jarige aller tijden deed zo gewoonweg beter dan het WR bij de junioren van Usain Bolt (19″93). Om u een idee te geven: Bolt was als scholier goed voor 20″13. Wereldkampioen Noah Lyles kon zijn ogen niet geloven en finishte net na Knighton in 19″91. Kenny Bednarek zette de eerste halve finale naar zijn hand in 19″90.

Nageotte heeft vijf meter in vizier, Price voorbij 80 meter

Katie Nageotte toonde in het polsstokspringen dat zij wel eens de absolute topfavoriete kan worden in de strijd om het goud op De Spelen. De beste performer van 2021 bleef namelijk foutloos tot en met 4m80. Op 4m95 maakte ze één foutje, om vervolgens wél over de lat te gaan in haar tweede poging. De Amerikaanse verbeterde zo haar beste wereldjaarprestatie met twee centimeter, ook het meetingrecord moest eraan geloven. Op de ranglijst aller tijden schuift Nageotte op naar de derde stek, die ze deelt met regerend wereldkampioene Anzhelika Sidorova. De lat ging vervolgens naar 5m07, wat een nieuw WR zou betekenen, maar dat bleek toch te hoog gegrepen. Het lijdt geen twijfel dat Nageotte in de nabije toekomst wel over vijf meter gaat én dan loert het WR natuurlijk om de hoek.  Morgann Leleux was een verrassende tweede met 4m70, aangezien nationaal recordhoudster Sandi Morris door het oog van de naald kroop na drie missers op die hoogte. Morris kon gelukkig over 4m50 en 4m60 in haar eerste poging over de lat vliegen, waardoor ze ook naar Tokio trekt.

DeAnna Price – Foto: Bjorn Parée

In het hamerslingeren leverde wereldkampioene Deanna Price haar visitekaartje af met het oog op Tokio. Price slingerde haar projectiel namelijk 80m31 ver, goed voor een Amerikaans record. Price schuift zo ook op naar de tweede plaats op de ranking aller tijden én nog belangrijker: ze wordt pas de tweede vrouw die ooit voorbij 80 meter ging. Het WR van Anita Wlodarczyk (82m98) lijkt weliswaar nog niet in het gevaar te komen. De Poolse verbeterde tussen 2009 en 2016 het record met maar liefst vijf meter in totaal. Brooke Andersen werd tweede met 77m72, een prestatie die normaal altijd goed is voor de zege op de trials. Gwendolyn Berry mag dankzij 73m50 eveneens haar koffers naar Tokio pakken.

Reese doet het opnieuw

Geen Spelen voor uittredend kampioene Tianna Bartoletta in het verspringen. De olympische kampioene kon na drie pogingen pas 6m54 voorleggen en kreeg zo geen drie extra pogingen. De zege in de zandbak was weggelegd voor de onverslijtbare Brittney Reese die zomaar even drie keer voorbij zeven meter vloog met een uitschieter van 7m13. Reese deed zo negen centimeter beter dan de 12 jaar jongere Tara Davis die zich op haar 22ste wel mag opmaken voor de Spelen. Quanesha Burks kon net geen zeven meter noteren, maar haar 6m96 volstond ruim voor het derde ticket naar de Spelen. Op de 10.000m stond er geen maat op Emily Sisson, die voor de 25 rondjes op de piste opteerde nadat ze vorig jaar het team op de marathon niet haalde. Sisson maakte het verschil na kilometer acht en liep naar een meetingrecord van 31’08″82. Ze werd op respectabele afstand gevolgd door Karissa Schweizer en Alicia Monson. Schweizer was al zeker van haar ticket op de 5.000m.

Brittney Reese – Foto: Golazo

Fraser-Pryce op de afspraak in Kingston

In Kingston staan dit weekend de Jamaicaanse trials gepland. Alle ogen waren logischerwijs gericht op de 100m bij de vrouwen. Tot ieders verbazing zette Shericka Jackson de snelste tijd neer van alle halve finalistes op die afstand met een uitmuntende 10″77. Jackson, de derde van het WK in Doha op de 400m, kon die chrono in de finale niet aanscherpen met 10″82. Shelly-Ann Fraser-Pryce trok aan het langste eind in die bewuste finale met een stevige 10″71. Elaine Thompson-Herah, de uittredende olympische kampioene op de 100m en 200m, vervolledigde het podium met 10″84. Fraser-Pryce heeft in Tokio een afspraak met de geschiedenis, aangezien ze voor de derde keer olympisch goud kan behalen op de 100m. Op papier belooft het nu al de moeilijkste strijd ooit te gaan worden voor de viervoudige wereldkampioene op het hoogst aangeschreven sprintnummer. Met Sha’Carri Richardson en Blessing Okagbare zijn namelijk twee vrouwen in bloedvorm van de partij. Net zoals Fraser-Pryce doken beide vrouwen onder 10″70 dit jaar, wat het beste doet verhopen met het oog op de olympische finale. Het WR van Florence Griffith-Joyner (10″49) lijkt onaantastbaar, maar het zou zomaar eens kunnen dat één van de bovenstaande dames het komende jaar nog onder 10″60 duikt. Griffith-Joyner deed dat slechts één keer dankzij haar waanzinnig WR.

Shelly-Ann Fraser-Pryce – Foto: Erik Van Leeuwen