Naast het polsstokgeweld op de Diamond League in Rome met Mondo Duplantis en onze eigen Ben Broeders in een hoofdrol stonden er ook nog andere topdisciplines op de planning. Elaine Thompson-Herah snelde naar de beste wereldjaarprestatie op de 100m. Femke Bol dook voor de tweede keer dit seizoen onder 54 seconden op de lage horden. Karsten Warholm deed bij de mannen niet onder en zette met 47″07 zijn derde chrono ooit neer.

Elaine Thompson-Herah kon door visumproblemen nog niet eerder naar Europa afreizen voor de Diamond League-manches. In haar eigen Jamaica liet ze wel al van zich horen, al moest ze dit jaar nog onderdoen voor Shelly-Ann Fraser-Pryce die de ranglijst op de 100m aanvoerde met een tijd van 10″86. In Rome moest Thompson-Herah voor niemand onderdoen. De olympische kampioene domineerde van start to finish en dat resulteerde in een beste wereldjaarprestatie van 10″85. De 400m horden leverde zowel bij de mannen als bij de vrouwen een stevige chrono op. Karsten Warholm maakte voor de zoveelste keer dit seizoen jacht op het WR van Kevin Young (46″78). Het Noorse toptalent opende zoals gewoonlijk razendsnel en ging met een straat voorsprong de laatste rechte lijn in. Op de klok verscheen uiteindelijk 47″07, zijn tweede snelste tijd van dit seizoen. Ludvy Vaillant en Rasmus Mägi volgende als tweede en derde in respectievelijk 48″69 en 48″72. Het zijn de eerste heren naast Warholm die onder 49 seconden duiken in 2020. Femke Bol haalde bij de vrouwen op de lage horden stevig uit. De Nederlandse recordhoudster bouwde haar race zoals gewoonlijk knap op, om in de laatste rechte lijn het verschil te maken. Dat resulteerde in haar tweede duik onder 54 seconden met 53″90, 11 honderdsten boven haar NR.

Lieke Klaver (centraal) – Foto: Erik Van Leeuwen

Bol was niet de enige Nederlandse die zich liet opmerken. Op de baanronde zonder hindernissen verbaasde Lieke Klaver door voor het eerst in haar carrière onder de 51 seconden te duiken. Het trainingsmaatje van Bol liep van begin tot eind aan de leiding, wat resulteerde in een nieuw PR van 50″98. Dat maakt haar nu zowel op de halve als volledige baanronde de snelste atlete van het moment op Europese bodem. In Nederland moet ze op de ranglijst aller tijden alleen Lisanne De Witte voor zich dulden. Op de baanronde bij de mannen haalde Edoardo Scotti het voor eigen publiek in 45″21, maar het zoveelste PR van noorderbuur Jochem Dobber (45″64) is ook absoluut vermeldenswaardig. Nadine Visser maakte het Nederlandse feestje compleet door de 100m horden op haar naam te schrijven. De snelste hordeloopster van dit jaar sloot haar seizoen af in stijl door naar 12″72 te snellen. Op de 110m horden was het Andrew Pozzi die kon zegevieren. De Brit presteerde opnieuw op hoog niveau door de klok te doen stoppen na 13″15, één honderdste boven zijn PR.

Jakob Ingebrigtsen – Foto: Golazo

De 3.000m kon naast het fenomeen Jakob Ingebrigtsen ook rekenen op onze landgenoot Isaac Kimeli. Na het wegvallen van de haas nam de Australiër Stewart McSweyn het heft in handen, gevolgd door Ingebrigtsen en de Oegandees Jacob Kiplimo. Dat laatste duo zou strijden om de zege in een verschroeiende slotronde. Kimeli leek intussen op weg naar een topchrono, maar kreeg het in de laatste 800m bijzonder zwaar. Hij moest toekijken hoe Mike Foppen op en over hem ging. Kimeli klokte af na 7’47″48, goed voor de negende prestatie aller tijden in ons land. Foppen noteerde zelfs 7’39″75, al was de tweestrijd voorin uiteraard bijzonder interessant om volgen. Ingebrigtsen deed het beulwerk in de slotronde, maar het was Kiplimo die profiteerde en met 7’26″64 een Diamond League-record neerzette, tevens goed voor de snelste chrono sinds 2007. Ingebrigtsen strandde op een zucht van het ER (7’26″62) met 7’27″05, gevolgd door McSweyn in een Oceanisch record van 7’28″02.

Jemma Reekie – Foto: Getty Images for European Athletics

Op de 800m bij de vrouwen kwam het beloofde vuurwerk er niet, mede door het feit dat geen enkele van de toppers het tempo van de haas durfde volgen. Jemma Reekie kon daardoor haar snelheid aanspreken in de slotmeters en dook daardoor als enige onder twee minuten met 1’59″76. Claire Orcel kon in het hoogspringen niet overtuigen. Onze landgenote wipte over 1m84, maar geraakte niet over 1m88. Een domper, aangezien vier dames over 1m95 vlogen. Yuliya Levchenko was goed voor winst met 1m98, al hoopte ze duidelijk op meer.