Welke stappen doorloopt een atleet op weg naar een topprestatie? Dat is de vraag die Tim Moriau, hoofdcoach van het Runners’ lab Athletics Team, vandaag beantwoordt. “Coachen is veel meer dan wat loopschema’s maken”, zegt hij in het eerste deel van een driedelige serie waarin we de sportieve werking van zijn team uit de doeken doen.

Uitgangspunt in dit verhaal is een nieuwe atleet, die de overstap maakt naar RAT. Welke stappen doorloopt Tim Moriau met zo’n nieuwkomer, alvorens het over topprestaties kan gaan? Lees even mee.

Stap 1: De trainingsgeschiedenis

“In een eerste gesprek analyseren we hoe de atleet in het verleden getraind heeft”, zegt Moriau. “Wat zijn de problemen in zijn huidige schema? Meestal is er te veel aeroob getraind, of net teveel anaeroob. Dat je een nieuwe trainer zoekt, is vaak het teken dat je aanvoelt dat er iets niet snor zit. We brengen in kaart wat er precies fout zit. In veel gevallen is de atleet overbelast of geblesseerd.”

Binnenkort organiseert het Runners’ lab Athletics Team ook webinars om meer duiding te geven over training. Klik hier voor meer info.

Stap 2: De bloedtest

“Voor een bloedanalyse gaan we meestal te rade bij dokter Vincent Vanbelle. We kijken of er tekorten zijn op heel wat mogelijke indicatoren: vitamine D, ijzer, magnesium, hemoglobine, cortisol, DHEA-sulfaat. Ook klierkoorts kan je maar beter even checken. Vanuit het bloedbeeld hebben we vaak al een goeie indicatie van overtraining, en als er sprake van is bespreken we met de arts hoe ernstig hij de oververmoeidheid inschat. Vaak is er eerst een rustperiode nodig, waarin de atleet van mij nauwelijks mag lopen. Leuk vinden ze dat natuurlijk niet. Bij sommige atleten heeft die periode bijna een jaar geduurd.”

Tim Moriau en Thomas De Bock tijdens een lactaattest – foto: Runners’ lab Athletics Team

Stap 3: De lichaamsscreening

“Een screening en biomechanische analyse hebben hetzelfde doel als de bloedtest, maar dan op blessurevlak in plaats van met oog op vermoeidheid. We gaan op zoek naar fysieke tekortkomingen die een impact hebben naar blessures toe, maar kijken meteen ook waar er snelle winst valt te boeken op performancevlak. Samen met dokter Roel Parys zoeken we naar de oorzaak van de blessures en stellen we indien nodig een revalidatieplan op.”

Stap 4: De voeding

“Op een DXA-scan zien we vetpercentage, botdensiteit, spiermassa en dergelijke. Daar hoort ook een voedingsconsult bij met Karolien Rector om de energiebalans van de atleet onder de loep te nemen. Vaak is er een link tussen overtraining, blessures en voeding. Een onvoldoende of verkeerde energie-inname zorgt voor problemen. Een voorbeeld: iemand met een stressfractuur zou wel eens te weinig zuivel en vitamine D kunnen consumeren.”

Stap 5: Het doel

“Als de basics op punt staan, kan de atleet eindelijk aan presteren gaan denken. Dat is uiteindelijk nog altijd waarvoor hij gekomen is. De eerste vier stappen gingen meer om preventie en reparatie, nu gaan we over naar performance. We hebben eindelijk een gezonde atleet en bespreken het doel. Voor de ene kunnen dat de Spelen zijn, voor een recreant een marathon in eigen land. Ik ben heel realistisch. Atleten willen meteen kampioen zijn, maar als je overtraind bent geweest moet je heel veel tijd nemen. Ik zal zelden beloftes maken in de aard van: tegen dan sta je op dit of dat niveau. Het is een tip die ook graag aan andere coaches meegeef: het is de taak van de trainer om duidelijk te maken dat er geduld nodig is.”

Stap 6: Het plan

“Hoe gaan we tot het doel komen? Een planning opstellen is niet alleen een loopplanning maken, maar ook een krachtplan, een voedingsplan, hoogtestages moeten gepland worden en ga zo maar door. Ik doe niet alles zelf, voor kracht en voeding bijvoorbeeld komt de planning van de kinesist en de diëtist, maar ik moet wel het overzicht bewaken. In die zin is coach zijn veel meer dan wat loopschema’s opstellen. Moet er onderweg naar het doel eerst een kwalificatie worden afgedwongen? Dan moet de planning daar op afgesteld worden. Ook alle testen moeten gepland worden.”

Robin Hendrix in de klimaatkamer – Foto: Runners’ lab Athletics Team

Stap 7: De lactaattest

“Het is een tool die we heel graag en heel vaak gebruiken, omdat ze vertelt waar we staan. Een lactaattest is een van de eerste dingen die moet gebeuren als de grootste problemen van een atleet zijn opgelost. Ze leert wat het potentieel is van de atleet en geeft al een zekere richting aan de sportieve verwachtingen.”

Stap 8: Bijkomende testings

“Indien nodig doen we ook andere testen, in functie van het doel. In aanloop naar Tokio hebben we testen gedaan in de klimaatkamer van de UGent. We kijken hoeveel vocht de atleten verliezen bij grote warmte of luchtvochtigheid en analyseren ook waar het verloren vocht precies uit bestaat: elektrolyten, zouten? We kijken ook naar de stijging van de lichaamstemperatuur. Bij Isaac Kimeli was die meer dan een graad, daar moeten we rekening mee houden in de voorbereiding.”

Een kijkje in het trainingslogboek – Foto: Runners’ lab Athletics Team

Stap 9: De training en opvolging

De training zelf komt in een volgende bijdrage uitgebreid aan bod. We hebben het nu over de opvolging en monitoring die Moriau toepast. “Ik plan alle trainingen in de app Trainingpeaks. Zo kunnen we heel efficiënt plannen en opvolgen. Vermoeidheid en vorm worden gemeten, het geeft een idee van de frisheid van de atleet. De heilige waarheid komt niet uit zo’n app en puur op de cijfers afgaan heeft dan ook geen zin, maar het is een goeie parameter als je per atleet naar de individuele trend kijkt.”

“Via het horloge doen we ook nog een uitgebreide monitoring van hartslag, slaap en stress. In samenwerking met XAOP hebben we een eigen protocol ontwikkeld, en bij elke afwijking van de waarden die we verwachten krijg ik een e-mail. Dan weet ik bijvoorbeeld dat de rustpols verhoogd is of de slaap slecht was. Zo kan je kort op de bal spelen.”

Stap 10: De dag van de waarheid

“D-day. Ook dan moet je nog de juiste dingen doen. Ik zie sommige trainers uitstekende trainingsschema’s maken, maar hun atleten op de dag van de waarheid aan hun lot overlaten. Voeding, rust en stressmanagement zijn nochtans cruciaal. Ik maak een heel gedetailleerde planning van wat een atleet moet doen en regel eigenlijk alles, zodat de atleet nergens aan moet denken. Hoe laat moeten ze eten, in de callroom zijn of met de pers praten? Dat zoek ik voor hen uit, zodat ze tot rust kunnen komen en op de wedstrijd kunnen focussen.”

Disclaimer: dit bericht komt er op basis van een sponsorovereenkomst.