Terwijl de Belgische exploten van Bashir Abdi, Koen Naert en Thomas De Bock in Rotterdam nog nazinderen, staat er alweer een nieuwe landgenoot te popelen om iets moois te laten zien op de marathon. Simon Debognies maakte een succesvolle overstap van de piste naar de weg en debuteert in Hamburg over 42,195 km. Zijn doel? De olympische limiet.

Simon Debognies heeft er een indrukwekkend halfjaar opzitten. De 26-jarige Hallenaar richtte zich na een dertiende plaats op de 10.000m tijdens het EK in München op het wegcircuit. Hij maakte deel uit van het team dat het Europees record Ekiden verbeterde, liep naar een knappe vierde plaats in de Zevenheuvelenloop en won de 10km van Schoorl in een BR van 27’48. Vorige maand bewees Debognies al dat de conditie goed zat door de Runners’ Lab Half Marathon in Gent af te werken in 61’52. In moeilijke weersomstandigheden debuteerde hij daarmee meteen als zevende Belg aller tijden. Al dat moois was weliswaar slechts een opwarmertje voor 23 april, zijn marathondebuut in Hamburg.

“Altijd geweten dat ik bij de marathon zou uitkomen”

Debognies heeft weinig redenen om zich zijn keuze voor de weg te beklagen en dat komt niet als een verrassing: “Ik heb altijd al het gevoel gehad dat het langere werk mijn grootste kwaliteit is en ik vind de sfeer die rond wegwedstrijden hangt fantastisch. Elites en recreanten staan samen aan de start en het publiek stuwt je vooruit. Daarnaast zijn de diverse parcoursen een stuk fijner dan het eindeloze rondjes draaien op de piste. Die setting heeft me tot hiertoe telkens toegelaten om de wedstrijd zeer ontspannen af te werken. Ik heb ondertussen ook gemerkt dat mijn foulée veel beter tot zijn recht komt op de weg”, zo omschrijft de man van het Runners’ lab Athletics Team zijn eerste wegervaringen. Een blik op de Spelen van 2024 volstond om de knoop door te hakken: “Ik ben gaan nadenken over Parijs en op welke afstand ik de meeste kans maak om daar te staan. Na overleg met coach Tim Moriau heb ik besloten dat ik voortaan marathons ga lopen. Ergens heb ik altijd geweten dat mijn toekomst daar lag dus waarom nog langer wachten?”

Foto: Jeroen De Meyer

De plaatsjes voor de Olympische Spelen zijn duur, niet alleen voor de toeschouwers maar ook voor de marathonlopers. “We zitten in België inderdaad met weelde maar dat is vooral een goede motivatie. Koen Naert en Bashir Abdi hebben grenzen verlegd en de andere mannen leggen de lat ontzettend hoog. We zullen tot op het einde van de kwalificatieperiode nooit zeker zijn van wie er mag gaan.” Abdi en Naert hebben de limiet van 2u08:10 al op zak en er zijn heel wat pretendenten om de resterende plaats in te nemen. Michaël Somers was in Sevilla de snelste Belgische debutant ooit met 2u09:31, Dieter Kersten nam deel aan de Spelen van Tokio maar is voor onbepaalde tijd out, Lahsene Bouchikhi heeft net als Kersten een PR van 2u10:22 staan en tweevoudig WK-ganger Thomas De Bock liep Rotterdam in 2u10:17.

“Ik ga meteen voluit voor de olympische limiet”

Om de transitie te maken van wedstrijden van maximum 10km naar de marathonafstand heeft Debognies het trainingsvolume gradueel opgekrikt. “Waar ik vorig jaar in een piekweek 150km deed is dat nu een couranter weekgemiddelde geworden. Mijn zwaarste week was nu meer dan 180km. Een hoger volume, langere intervals en een lagere intensiteit”, zo luidt het nieuwe devies. “Aanvankelijk viel het nog te bekijken of ik dat allemaal goed ging verteren, maar mijn herstelvermogen heeft ons enorm verbaasd. Samen met de goede resultaten die ik al geboekt heb, zie ik hierin nog maar eens een bevestiging dat ik thuishoor op de langere afstand. Na de halve marathon van Gent hebben we ons volledig toegelegd op de marathonspecifieke training en die ligt me goed. Ik heb bijvoorbeeld enorm genoten van een 30km aan progressief tempo, van 4’/km naar 3’/km. Wanneer zo’n 30km kort aanvoelt weet je dat het goed zit.” Debognies spendeerde ter voorbereiding ook twee weken in Monte Gordo met Richard Ringer, regerend Europees kampioen en 2u08-marathonner. Zijn Duitse ploeggenoot trekt net als Debognies naar Hamburg.

Foto: Runners’ lab

Wetende dat de limieten voor het WK en de Olympische Spelen op respectievelijk 2u09:40 en 2u08:10 staan, was het oorspronkelijke plan om in Hamburg weg te gaan aan het tempo van de WK-limiet. “Bij aanvang van ons marathontraject hadden we sub-2u10 als doel gesteld maar de afgelopen maanden hebben ons geleerd dat we hoger kunnen mikken. Ik ga meteen een poging doen om de olympische limiet te lopen. Daarvoor gaan we weg aan een 2u08-schema, in de groep waar ook Richard zal postvatten. Die zal gehaasd worden om halverwege in 64’ door te komen. De afgelopen maanden hebben namelijk bewezen dat ik de goede conditie te pakken heb waardoor de omstandigheden nu optimaal zijn. Vorm komt niet op bestelling dus we kunnen er niet op rekenen dat er sowieso nog nieuwe kansen zullen volgen. We mogen deze opportuniteit niet laten liggen.” Het weerbericht geeft aan dat het zondag rond de 15 graden zal worden met een kleine kans op neerslag, dat ziet er dus relatief goed uit. Joris Keppens, wiens PR momenteel op 2u14:51 staat, zal in Hamburg proberen bij de WK-limiet in de buurt te komen.

Ten slotte zou een topprestatie ook goed van pas komen tijdens gesprekken met een nieuwe sponsor. Eind 2022 liepen namelijk de contracten van Adidas met zowel het Runners’ lab Athletics Team als met Debognies zelf af. Dankzij een geste van hun kant kan hij Hamburg wel nog afwerken met het vertrouwde schoeisel.