Niet één, maar twee heren hebben zich tijdens de IFAM verzekerd van het EK voor beloften op de 5.000m. Dorian Boulvin bleef  met 13’53″94 zoals verwacht onder de limiet van 13’58″74 in de tweede van drie reeksen. Jennen Mortier zorgde echter voor de verrassing door in de derde reeks nog beter te doen met 13’49″28. Voor Mortier wordt het EK voor beloften zijn eerste internationaal kampioenschap op de piste.

Dorian Boulvin was al zeker van het EK voor beloften op de 10.000m, maar wou zich in Oordegem ook aan een test op 5.000m wagen. De belofte van CABW kon vlot meeschuiven met de grote groep in de tweede reeks. Na halfweg werd duidelijk dat de limiet voor het EK geen probleem zou vormen. In het slot versnelde Boulvin nog, waardoor hij net geen vijf seconden bonus zou hebben op de limiet. Missie geslaagd dus, al opteert de atleet sowieso voor de 10.000m op het EK.

Jennen Mortier kon in de derde reeks niet op de lopers voor hem rekenen, aangezien hij na het wegvallen van de haas samen met de Ierse junior Mcelhinney Darragh en Benoit Goethals zelf aan de bak moest. Tot en met de laatste kilometer leek Mortier op weg naar exact 14 minuten, maar vervolgens sprak hij zijn turbo aan om de klok uiteindelijk te laten stoppen na  13’49″28. Een verpulvering van zijn 5.000m-PR met maar liefst 16 seconden. Zijn Ierse metgezel dook met 13’54″10 als eerste Ierse junior ooit onder de 14 minuten.

Na drie Europese kampioenschappen in het veld mag Mortier zich nu opmaken voor een eerste EK op de piste.