De tweede dag op het EK scholieren in Tbilisi was meteen een hele goede. Er kwamen vandaag twaalf landgenoten aan de bak en maar liefst tien onder hen wisten zich te plaatsen voor de volgende ronde. Alsof dat nog niet genoeg was, kwam er op de 110m horden nog een nieuw Belgisch record uit de bus.

De eerste Belg die vandaag in actie kwam was Florian Colle. In de kwalificaties van het polsstokspringen wist hij in zijn tweede poging over 4m70 te springen, wat net voldoende was voor een plaats in de finale.

Vervolgens was het de beurt aan Stephanie Carbonelle. Zij kwam in actie in de series van de 400m horden. Carbonelle eindigde vierde in haar reeks met een tijd van 61″94, hetgeen niet goed genoeg was om rechtstreeks door te stoten naar de halve finale. Haar tijd bleek wel voldoende om zich met de snelste verliezende tijden alsnog te mogen opmaken voor de halve finale die morgen plaatsvindt.

In de reeksen van de 800m zagen we twee landgenoten aan het werk. In de tweede reeks wist Eliott Crestan de finish als tweede te overschrijden, wat meteen goed was voor een plaats in de halve finale. Iets minder goed verging het Brecht Fasseur. Maagklachten, wellicht door toedoen van de Georgische keuken, speelden hem parten tijdens zijn wedstrijd. De eerste 300m ging Fasseur nog goed mee, maar in het verdere verloop van de wedstrijd ondervond hij te veel last om een plaats in de halve finale af te dwingen.

In de reeksen van de 110m horden won Tuur Bras heel overtuigend zijn reeks in een heel sterke 13″46. Een tijd die niet alleen een plaats in de volgende ronde oplevert, maar die eveneens goed is voor een nieuw BR. Bras verbetert zo zijn eigen Belgisch record met drie honderdsten. Enkele uren later verscheen Bras opnieuw aan de start, nu voor zijn halve finale. Hij liep naar een wederom sterke 13″56 en liet de snelste tijd noteren onder alle deelnemers. Bras lijkt zeker een kanshebber om zaterdag met eremetaal te gaan lopen.

Onze steeplelopers Remi Schyns en Tim Van de Velde kwamen ook zeer goed voor de dag. Ze liepen beiden van begin tot eind mee met de kopgroep en konden dus mee de wedstrijd controleren. Schyns won de eerste reeks en Van de Velde liep in de laatste serie beheerst naar een tweede plaats. Beiden door naar de finale en opdracht volbracht! Ook hier lijkt een medaille niet onmogelijk.

De tweede Belgische vrouw die vandaag in actie kwam, was 200m-specialist Laures Bauwens. In de vijfde en laatste reeks snelde Bauwens vanuit baan acht naar 24″49. Goed voor een derde plaats in haar reeks en een ticket voor de halve finale.

Elise Lasser - Foto: Sven Janssens
Elise Lasser – Foto: Sven Janssens

Na de 200m was het tijd voor de halve finale van de 400m waar we maar liefst drie landgenoten aan het werk zagen. Als eerste aan de beurt: Elise Lasser. Zij kwam tot 56″13 en werd daarmee derde. Morgen mogen we Lasser opnieuw op de piste verwachten voor haar finale.

Enkele minuten later was het de beurt aan de mannen. Sven Van Den Bergh en Jonathan Sacoor kregen de lastige taak om het kunstje van Lasser over te doen en dat deden ze met verve! Beiden kwalificeerden zich schijnbaar makkelijk voor de finale. Van Den Bergh liep naar een tijd van 48″24, wat hem een tweede plaats opleverde. Sacoor werd eveneens tweede in zijn reeks met een tijd van 48″67.

De laatste Belg die vandaag aan de (verspring)bak moest, was Michael Obasuyi. In de finale van het verspringen kwam Obasuyi tot 7m16. Hiermee deed hij een centimeter beter dan zijn outdoor PR dat hij vorige week in Kortrijk sprong. Hij eindigde op een mooie zevende plaats. De overwinning ging naar de Griek Mantzouroyiannis die in zijn laatste sprong tot 7m60 kwam.