2019 was een uitzonderlijk atletiekjaar. Een pittig EK indoor, een stevig tweeluik van jeugdkampioenschappen in Zweden, de Universiade, het WK in het verre Doha en het loodzware EK veldlopen in Lissabon als kers op de taart. Kortom: voor ieder wat wils. De traditie wil ondertussen dat de Atletieknieuws-redactie terugblikt op het voorbij atletiekjaar. Onze journalisten kozen elk een atletiekmoment, daarbij zowel logische keuzes als persoonlijke verhalen. Herbeleef hieronder elk gekozen moment! Veel lees- en kijkgenot en alvast een prettig en sportief 2019!

Quinten Lafort

Bashir Abdi – Van de grimas in Londen naar de duim in Chicago én mogelijks Big in Japan

Foto: Dieter Vanderlinden

Bashir Abdi verlegde in 2019 tot twee keer toe de Belgische marathongrenzen. In Londen, amper zijn tweede poging op de mythische afstand, deed de Gentenaar het nipt beter dan Vincent Rousseau. Abdi kende toen echter geen perfecte voorbereiding, wat het beste deed verhopen op zijn volgende marathon. De pijnlijke grimas, door zware maagproblemen en het bijhorende gestrompel doorheen de mixed zone in Londen gaan me weliswaar voor altijd bijblijven.

In Chicago verscheen Abdi samen met zijn boezemvriend en trainingspartner Mo Farah aan de start. Farah had echter last van een achillespeesblessure en dat euvel kan onze landgenoot een onwaarschijnlijke stunt gekost hebben. Uit beleefdheid bleef Abdi namelijk tot halfweg bij de Brit. De achterstand op de koplopers was intussen te groot geworden. Abdi begon aan een waanzinnig slotoffensief, kreeg de leiders in zicht en deed een enorme hap uit zijn eigen BR. Vijfde in 2u06:14, op nog geen halve minuut van de eerste vier, hier zat meer in en toch was het indrukwekkend. Chicago was pas marathon drie voor de man die elke loper die zijn pad kruist met een gigantische smile en aardig wat decibels begroet.

Er kon na afloop een grote opgestoken duim af, in het gezelschap van die kenmerkende hemelsbrede glimlach. Toch denk ik dat het straffer kan en in 2020 volgen twee kansen op Japanse bodem met in maart de marathon van Tokio en de olympische marathon in Sapporo. Farah nam intussen afscheid van de marathon, dus niks of niemand kan onze landgenoot nog afremmen. Een stoute voorspelling voor 2020? Bashir Abdi wordt wat een Gents rapperscollectief wel eens scandeert: Big in Japan (die marathonman).

[divider style=”normal” top=”40″ bottom=”40″]

Jolien De Bock

Paulien Couckuyt – Goud kon niet meer, en tóch gebeurde het

Foto: Jasper Jacobs

Terugspoelen naar 25 mei 2019. Op de IFAM knalde Paulien Couckuyt voor het eerst stevig onder de 57”50 op haar 400m horden, nadat ze enkele weken voordien al beter deed dan ooit en zich verzekerde van het EK beloften. Tijdens een babbel na de wedstrijd kwam al lachend het WK in Doha ter sprake. Geen van ons twee die er op dat moment echt rekening mee hield dat Paulien er vier maanden later individueel zou deelnemen. “Dromen mag”, oordeelden we.

We spoelen door naar het EK beloften. De reeksen en de halve finale verliepen probleemloos waardoor het woord medaille voorzichtig viel. Couckuyt hield woord en durfde dromen. Ze vroeg net voor de finale aan haar trouwe supporters om een Belgische vlag mee naar het stadium te brengen. Na exact 56”17 lange, maar tegelijk razendsnelle seconden zat die finale erop. Paulien ‘Koetsjoet’, zoals de Zweden het zo mooi zeiden, liep de wedstrijd van haar leven, iets wat ze de maanden nadien nog vaker deed. Met nog 50 meter te gaan leek het zilver of brons te gaan worden. Goud kon niet meer, en tóch gebeurde het. De Italiaanse Oliveira verslikte zich in haar laatste passen waardoor Couckuyt nog een laatste keer verdapperde. Dat heet dan vechten tot op het einde, weergaloos om te zien. De Europese titel was een feit. Daar stond ze dan vol verbazing met de Belgische vlag rond haar schouders gedrapeerd terwijl ik op de tribune verbijsterd neerplofte.

Een dag later begon alles pas echt door te dringen bij de Europese beloftekampioene. Elk berichtje werd met een lach en een traan beantwoord. Wie had toen gedacht dat dit nog maar het prille begin was van een waanzinnig seizoen? Van Glasgow tot Doha, met tussendoor nog verschillende individuele en collectieve successen. Het werd een onvergetelijk jaar voor de Cheetah die samen met Hanne Claes de lage horden extra uitstraling gaf en de 4x400m-ploeg mee hielp schitteren. Naast een geweldige atlete toonde Couckuyt zich als een warm persoon. Altijd vriendelijk, altijd met een lach en eeuwig enthousiast. 2019 evenaren wordt geen sinecure, maar vergeet niet Paulien, (groot) dromen mag!

Paulien Couckuyt – Foto: Getty Images for European Athletics
[divider style=”normal” top=”40″ bottom=”40″]

Tim Van der Heyden

Brons voor de 4x400m op het WK: Mirakels zijn maakbaar

Laat me eerlijk zijn: ik geloofde al niet meer in de 4x400m sinds de Olympische Spelen van 2016. Individueel werden de Borlées daar met hun bedenkelijke hoge 45 en lage 46 in de reeksen weggeblazen door tientallen onwaarschijnlijke prestaties, te beginnen in de halve finales: James 44’02, Merritt 44’21, Cedenio 44’39, Taplin 44’44, Van Niekerk 44’45, Sibanda 44’47, Hudson-Smith 44’48, Khamis 44’49, Roberts 44’65, Santos 44’71, Gardiner 44’72. Een finale waarin je met 44’61 allerlaatste wordt. Dan moet je pensioen overwegen.
Niet zo bij de Borlées, Jacques voorop. De concurrentie? Daar steken ze een stokje voor, in de 4x400m. Sacoor als de injectie die de ploeg nodig had om nog een aantal jaar mee te draaien aan de top. De top, daar heb je topprestaties voor nodig. En zo geschiedde. Gecontroleerd naar brons op een WK. Weinigen die er nog in geloofden. Ik geloof het zelf nog altijd amper. Onberispelijke wissels. Teamspirit. Het tactisch genie van Jacques Borlée. Mirakels zijn maakbaar.

De Belgian Tornados – Foto: Erik Van Leeuwen
[divider style=”normal” top=”40″ bottom=”40″]

Milan Augustijns

De Zuid-Franse lijdensweg van Thomas Van der Plaetsen

Image may contain: 1 person, smiling, standing

“Keer op keer kwam ik te kort”, zei Thomas Van der Plaetsen me toen hij meteen na zijn tienkamp in Talence in juni alle proeven in overschouw nam. Het was een merkwaardige uitspraak voor iemand die net 8.214 punten had gerealiseerd en vooral derde was geworden in een van de belangrijkste meerkampen ter wereld. Maar Thomas, die wil altijd hoger, verder, sneller en meer, en dat is wat hem siert. Het is overigens niet voor zijn puntentotaal dat hij mij hét atletiekmoment van 2019 bezorgde, wel om zijn weg daar naartoe. Het zijn niet de droge cijfers die de atletiek zo mooi maken, wel de verhalen die schuilen achter elke prestatie.

Alsof Thomas de voorbije jaren nog niet genoeg pech kende, viel in april tijdens de Zuid-Afrikaanse kampioenschappen de stroom uit toen de tienkamper op weg was naar de WK-limiet. Wie verzint zo veel tegenslag?

Dan moest het maar in Zuid-Frankrijk gebeuren, maar ook daar liep het niet van een leien dakje. VDP zwoegde, ontgoochelde in verschillende proeven, maar sloeg telkens terug. De 1.500 meter maakte het verhaal compleet. Op zo’n 300 meter van het einde leek de voormalige Europese kampioen helemaal in te storten, de energietank was leger dan leeg. De WK-limiet leek te gaan vliegen, maar Thomas vond in zijn kleine teen toch nog dat laatste restje reserves en hield stand.

Het was een lijdensweg – na de finish ging onze nationale tienkamptrots zelfs ei zo na van zijn sus en moest hij worden weggedragen – maar wel een lijdensweg met een positieve afloop. Het was hem gegund.

Weet u trouwens wie enkele maanden later ondanks een alweer door blessures zwaar verstoorde voorbereiding de op één na beste Belg was in Doha na de ongenaakbare Nafi Thiam? Juist ja, Thomas Van der Plaetsen met zijn negende plaats. In de jaaroverzichten en prijsuitreikingen is dat de afgelopen weken wel eens vergeten.

Als ik een sportieve wens mag doen voor 2020, dan is het dat het op woensdag 5 en donderdag 6 augustus eens allemaal meezit voor Thomas in Tokio. Dan is er heel veel mogelijk in de olympische tienkamp. Het is hem gegund.

Foto: Quinten Lafort
[divider style=”normal” top=”40″ bottom=”40″]

Simon Van Glabeke

Cynthia Bolingo groeit naar EK-zilver

Foto: Lucien Lambotte

Het was wellicht de laatste keer dat de LBFA-indoorkampioenschappen in Gent werden betwist, maar wie er op 26 januari bij was zag ze aan het werk: de vice-Europese indoorkampioene. Cynthia Bolingo maakte er met een chrono van 54”71 nog geen indruk, maar de poulain van Carole Bam sloot de wedstrijd wel winnend af. Een week later in Mondeville was ze opnieuw aan het feest en ging ze bovendien meer dan een halve seconde sneller. De limiet voor het EK indoor werd meer en meer een gespreksonderwerp, de motor was stilaan warmgedraaid. Even te warm zelfs, want Bolingo moest een week later door griep de IFAM Indoor schrappen.

De eerste echte krachtmeting werd uitgesteld tot het Belgisch kampioenschap half februari. De CABW-atlete werd er uitgedaagd door een verzameling Cheetahs, de ideale wedstrijd kondigde zich aan. Bolingo werd op sleeptouw genomen door Camille Laus en in de laatste rechte lijn wervelde ze richting de EK-limiet en een Belgische recordtijd. Met 52”70 was ze toen al meer dan twee seconden sneller dan bij haar seizoensopener, en het beste moest nog komen! Nog geen week later ging haar nationale record over 300 meter eraan, Bolingo viel niet meer te stoppen.

De immer goedlachse Brusselse flitste op het EK indoor in Glasgow met een BR (52”60) door de reeksen. Een slordige zeven uur later viel er schijnbaar op bestelling opnieuw een record uit de bus, dit keer leverde 52”37 haar zelfs een finaleticket op. Plots leek dat bescheiden seizoensbegin in Gent wel heel ver weg, Bolingo mocht bij haar eerste volwaardige indoorseizoen meteen proeven van een EK-finale. Het bleef in de Emirates Arena niet bij een amuse-gueule. Onder luid gejuich van de Belgian Cheetahs knokte onze landgenote zich in de medaillestrijd. In het zog van de Zwitserse topfavoriete Lea Sprunger dook Cynthia Bolingo als tweede de laatste ronde in, met de finishlijn in zicht toverde ze zowaar nog een extra versnelling uit haar benen. Even leek de LBFA-kampioene ook Europees kampioene, maar de naam van Lea Sprunger prijkte onverbiddelijk als eerste op het scherm. Bolingo was met 51”62 nauwelijks één honderdste te traag voor goud, maar wel een zilveren medaille en een Belgisch record rijker. Het zomerseizoen viel voor onze vice-Europese kampioene nadien compleet in het water door een hardnekkige achillespeesblessure. Hopelijk kan ze in 2020 weer als vanouds de show stelen, op eigen houtje en met de Belgian Cheetahs.

Cynthia Bolingo – Foto: Erik Van Leeuwen
[divider style=”normal” top=”40″ bottom=”40″]

Levi Hoste

Om de schoen is het te doen

Foto: Jasper Jacobs

In atletiek gaat het niet zelden om in uitstekende conditie te zijn om het juiste moment. Er zijn maar weinig atleten – op heden, maar ook in de geschiedenis van de sport – die zich kunnen permitteren (zonder prestatiebevorderende middelen) om het ganse jaar door te presteren. In 2019 hadden we overduidelijk wel zo’n fenomeen, al waag ik me er voor dit jaaroverzicht aan om eens niet over een atleet te jubelen, maar over de inmiddels beruchte Nike Vaporflyschoenenserie.

De ophef omtrent de schoen geraakte in een stroomversnelling toen – nog twee zo’n fenomenen – Eliud Kipchoge en Brigid Kosgei in oktober, op amper 24 uur van elkaar, een toptijd op de marathon uit hun ranke benen schudden. Kipchoge deed dat op een prototype, getiteld de ‘Alphafly’, Kosgei liep dan weer gewoon op de commerciële Zoom NEXT%, gekenmerkt door verend schuim en mysterieuze carbonpla(a)t(en). Geen toeval, klonk het in de internationale wetenschappelijke wereld en de parallel met het spectaculaire voordeel van wetsuits in het zwemmen en de klapschaats, respectievelijk gebannen en algemeen ingeburgerd, werd al snel getrokken. Nike zelf claimde een winst van 1 tot 4%, maar moest zich al snel vooral inhouden om niet te overdrijven in die promotionele campagnes.

Wanneer inmiddels enkele studies die claim ook in de praktijk aantoonden, kwam een stevig debat op gang over de (te grote?) invloed van technologie op de marathonprestaties. Want hoewel innovatie niet vreemd is in de (top)sportwereld, zijn er belangrijke kanttekeningen te maken. De eigen regels van World Athletics verbieden bijvoorbeeld immers schoenen “die ontwerpen zijn om ongelijk voordeel te geven” of “die niet op redelijke schaal beschikbaar zijn”, twee puntjes waar de Vaporfly niet 100% aan beantwoordt omwille van de hoge kostprijs, beperkte oplage en het bevoorrechten van een select groepje gesponsorde atleten met een (subliem) prototype.

Dat we ons daar zorgen over horen te maken, tonen de cijfers van de afgelopen periode. In het laatste anderhalf jaar werden de snelste vijf marathontijden allertijden afgewerkt (allen op Vaporfly) met sprongen van enkele minuten (tegenover enkele seconden zoals voorheen) en in de World Marathon Majors in 2019 haalde de Vaporfly 25 van de 36 podiumplaatsen en 2/3 gouden medailles binnen. Het geclaimde voordeel (3-4%) komt bovendien in de buurt van het effect van bijvoorbeeld epo. Hoewel een (potentieel) schadelijk effect van de Vaporfly niet bekend is (één van de criteria voor doping), valt in andere aspecten de akelige parallel met (mechanische?) doping te trekken, hoewel – gelukkig maar – men er tenminste in alle openheid op presteert (ten opzichte van stiekem middelengebruik).

Eliud Kipchoge – Foto: NN Running Team

Ik zou de verschillende atleten op Vaporflies, vele van mijn all-time favoriete atleten, absoluut niet willen betichten van dopinggebruik (of laat staan schorsingen opleggen), maar de kwestie getuigt in de eerste plaats van een grote grijze zone in de regelgeving en een te laks optreden van de internationale federaties (met enkele jaren delay), waar we dringend van af moeten. Het zou vooral zonde zijn dat we vele van deze knappe prestaties retrospectief tot een aparte categorie dienen te verwijzen en het uitzonderlijk talent van de presterende atleten in de publieke opinie deels tenietgedaan wordt door een obscuur Vaporfly-randje.

Een voornemen voor 2020 nodig, World Athletics? Het ware elegant met Tokio in het vooruitzicht!