Behalve de (halve) finales van de hordensprinters kwamen er op vrijdagnamiddag en -avond nog drie Belgen in actie op het EK beloften in Bergen. Charlotte Penneman werd zeventiende in de 10.000m-finale en Dai Keïta sloot de tienkamp af als twaalfde. Mimoun Abdoul Wahab greep nipt naast een finaleticket op de 400m horden.
Na een eerste dag waarin hij op alle nummers een klein stukje onder zijn PR’s was gebleven, heeft Dai Keïta met een sterke tweede dag zijn EK U23 mooi neergelegd. Na een persoonlijk record van 14″78 over de hoge horden deze voormiddag, vestigde hij ook in het polsstokspringen nog een PR. Keïta zweefde voor het eerst over 5m00, 10cm hoger dan ooit. Het leverde binnen dat nummer de vierde plaats op. De nummer 16 na dag 1 kon door zijn goede tweede helft van de tienkamp nog plaatsjes winnen. Een derde PR van de dag, één van ruim 5 seconden op de afsluitende 1500m (4’33″49) bezegelde Keïta’s twaalfde stek in de eindstand. Netjes voorbij de helft in een veld dat met 28 atleten aan de queeste begon.
In de rechtstreekse finale van de 10.000m kwam Charlotte Penneman als zeventiende over de meet. Haar chrono van 34’55″41, in een warme kampioenschapswedstrijd, is niet bijzonder ver verwijderd van haar piste-PR dat op 34’44″54 staat. Op de weg liep Penneman al 34’26”.
Ten slotte moest Mimoun Abdoul Wahab zich op de lage horden tevreden stellen met een derde plaats in de halve finale. Dat was jammer genoeg de eerste die geen recht gaf op een finaleticket. Met 50”24 bleef hij een stukje boven het PR van 49”57 dat hij gisteren klokte. Voor een beste verliezende tijd kwam hij ook net wat tekort.
