Alexander Doom is op de 400m als zesde gefinisht tijdens de Diamond League van Shanghai. Dat deed hij met een chrono die net wat trager was dan vorige week in Xiamen. Ben Broeders sprong met de polsstok opnieuw over 5m72 en eindigde daarmee als zevende. Internationaal vielen er een aantal topprestaties te noteren, zoals Cordell Tinch die de 110m horden in 12″87 aflegde.
Vorige week zaterdag werd de 16e Diamond League-jaargang op gang geschoten met de openingsmeeting in Xiamen. Veel van de atleten die daar in actie kwamen bleven nog wat langer in China, want zeven dagen later stond de tweede meeting van het seizoen alweer op het programma. In het Textile City Sports Centre in Keqiao, gelegen op ‘slechts’ 200km van Shanghai, ging de meeting door waaraan de derde grootste stad van de wereld haar naam heeft gegeven.
Net als in Xiamen waren Alexander Doom en Ben Broeders van de partij. Die eerste keerde na een maandenlange revalidatie toen sterk terug met een deugddoende 44″92 op zijn geliefkoosde 400m. In Keqiao kreeg onze landgenoot baan 2 toebedeeld. Geen ideale uitgangspositie, maar Doom klokte 45″35 en kwam zo op plaats zes terecht. Hij hield Lythe Pillay en olympisch kampioen Quincy Hall achter zich. De Amerikaan liep zijn eerste koers sinds hij zich blesseerde tijdens de olympische finale waarin hij zelf triomfeerde. De winst was voor Chris Bailey, die blijkens een PR van 44″17 de vorm van zijn leven te pakken heeft. Voor Doom zit het Chinese avontuurer nog niet op. Hij reist door naar Guangzhou waar de Belgische aflossingsploegen intussen aan hun voorbereiding op de World Relays van volgend weekend begonnen zijn.

In het polsstokspringen opende Broeders met een geslaagde sprong over 5m42. Vervolgens wipte hij op 5m62 en op 5m72 telkens pas bij zijn laatste beurt over de lat. Uiteindelijk bleek 5m82, met al zeven sprongen op lagere hoogtes in de benen, een iets te grote opgave. Die lat lag 3cm onder zijn BR en 2cm boven zijn seizoensbeste sprong. Ook in Xiamen was 5m72 Broeders’ eindresultaat. Voor de winst probeerde Emmanouil Karalis Mondo Duplantis stokken in de wielen te steken. Vorige week kwam de wereldrecordhouder per uitzondering eens niet boven de 6m uit, maar die zeldzame gebeurtenis herhaalde zich niet. Karalis wierp zich over 6m01 en moest zich daarna mee met Duplantis aan 6m11 wagen. De Griek kraakte en de Zweed juichte bij zijn eerste poging. Hij liet de lat nog op 6m28 leggen, maar een nieuw wereldrecord bleef dit keer in de koelkast.

Op de 110mH ging het snoeihard. Amerikaan Cordell Tinch vlamde naar 12″87 en schudde zo de mondiale all time ranking door elkaar. Hij nestelt zich op een gedeelde vierde plaats in de wereldgeschiedenis, zeven honderdsten achter Aries Merritt die 13 jaar geleden het wereldrecord liep in het Koning Boudewijnstadion.

Karsten Warholm liet de horden wat lager zetten en werkte een volledige baanronde af. Dat deed hij in 47″28, goed voor de beste wereldjaarprestatie. Op de 100m klopte man-in-vorm Akani Simbine de zilveren medaillewinnaar van Parijs. Kishane Thompson kwam met 9″99 één honderdste tekort om de Zuid-Afrikaan te evenaren. Letsile Tebogo volgde in 10″03 als nummer vier.

Ook de vrouwen van de 800m draaiden het gas open. Tsige Duguma zette een Ethiopisch nationaal record van 1’56″64 in de boeken om de Australische Sarah Billings af te houden. Zij liep 1’57″83. Yaroslava Mahuchikh, Nicola Olyslagers en Eleanor Patterson zorgden in het hoogspringen voor een heruitgave van het olympische podium door in voornoemde volgorde te eindigen. Mahuchikh klaarde 2m00. Olyslagers kwam met 1m98 nog het dichtst in de buurt.
