Op de FBK Games in Hengelo heeft Pieter Sisk een knap tweede hoofdstuk gebreid aan een memorabele dag in de Belgische atletiekgeschiedenis. Hij werkte de 1.000m af in 2’15″52, net boven de handgestopte 2’15″5 van Ivo Van Damme. De atletieklegende speelde eerder vandaag zijn nationaal 800m-record kwijt aan Eliott Crestan, maar het 1.000m-record mag nipt in de boeken blijven.
48 jaar lang prijkte Ivo Van Damme bovenaan de Belgische 800m- en 1.000m-ranglijsten. 7 juli 2024 kondigde zich aan als de dag waarop die fenomenale statistiek weleens zou kunnen sneuvelen. Eliott Crestan nam in Parijs de 800m-chrono onder vuur en Pieter Sisk trok naar de FBK Games in Hengelo voor de 1.000m.
Sisk vatte post achter de haas en had slechts één chrono in het hoofd: 2’15″5. Die tijd liep Ivo Van Damme in het waanzinnige en tegelijk noodlottige jaar 1976. Na anderhalve ronde passeerde Sisk in 1’20″72, perfect op schema om het clubrecord van DCLA uit de boeken te lopen. Achteraf bleek dat hij Van Dammes tijd net iets te nauwkeurig bestudeerd had, want hij kwam over de meet in een bijna identieke 2’15″52. Een handgestopte tijd met een eleketronische opname vergelijken is niet evident, maar aangezien Van Damme het afgeronde getal van 2’15″5 heeft staan, is hij in principe nog steeds twee honderdsten sneller dan Sisk. Die kreeg het niet cadeau en moest noorderbuur Niels Laros nog laten voorgaan. Laros finishte na 2’14″37, een wereldrecord bij de junioren.
Na de wedstrijd was er even twijfel of er sprake was van een BR en ook Pieter Sisk kon het niet met zekerheid zeggen. “Het zou logisch zijn mocht het wel een BR zijn, maar ik denk het niet. Wel balen”, vertelde hij. “Anders was Ivo (Van Damme; red.) twee records op één dag kwijt.” Eerder op de dag verbeterde Eliott Crestan namelijk het nationale record op de dubbele baanronde.
Eigenlijk is dat sneller dan de hand gestopte tijd
Ik dacht dat 1’15’5 handgestopt overeen kwam met 1’15’74 elektronisch