We hadden drie ijzers in het vuur, maar slechts één iemand wist op de 1500m een plaats te verzilveren voor de halve finale. Ruben Verheyden was de gelukkige van het trio. Hij positioneerde zich de hele race in de kop van het peloton en hield nog net stand met 3’47”02. Ismael Debjani viel al vroeg terug naar de achterhoede en maakte geen aanspraak meer. In de laatste reeks verloor Jochem Vermeulen het in de eindsprint. Hij eindigde negende terwijl enkel de eerst zes doorstootten.

Morgen mag Ruben Verheyden als enige 1500m-specialist nog eens aan de bak op het WK. De rijzige atleet wist zich als enige van onze landgenoten te plaatsen voor de volgende ronde. Het was dan ook een wedstrijdverloop dat hem op zijn tengere lijf geschreven stond. De eerste ronden ging het aan een gezapig tempo en in de laatste 200m werd het gaspedaal stevig ingeduwd. Verheyden moest in die eindsprint nog wel alles uit de kast halen, maar kwam als vijfde binnengelopen. De eerste zes hadden recht op een rechtstreeks ticket. Een mooie opsteker voor Verheyden die vorig jaar op één honderdste van de halve finale strandde. Zijn magere chrono van 3’47″02 was bijzaak.

Meteen daarna was het de beurt aan Ismael Debjani. Debjani nam het heft in eigen handen en zette zich aan kop. Dat duurde welgeteld één lange ronde, want daarna viel de Carolo terug naar de staart van de groep. Op het moment van de waarheid had onze landgenoot niets meer in de pap te brokken. Debjani kwam als laatste binnen in 3’39″73.

Jochem Vermeulen kon de balans niet in de positieve richting laten hellen. De WK-debutant liep de hele koers in het midden van het pak. In de laatste 250m leek hij ingesloten te raken, maar Vermeulen anticipeerde attent op een opening aan de koord. Het bracht hem weer in de race, maar door die tussenversnelling was zijn kruid verschoten. Ondanks een snelle 3’35″45 kwam hij drie plaatsen te kort voor een plaats in de halve finale.

Ruben Verheyden: “Ik geef mezelf 10% kans op de finale”

“Ik had iets te veel vertrouwen in mijn laatste 50m. Ik dacht dat het al binnen was, tot er toch nog atleten in baan vier opdoken. Ik zat gelukkig waar ik moest zitten en moest ze enkel opvangen. Dat maakte dat ik er de hele wedstrijd in geloofde. Onderweg had ik ook de energie om rond te kijken. Alles viel ineens samen. Het moment waarop je met iemand als (Timothy; red.) Cheruiyot de laatste ronde ingaat… fantastisch.”

“Ter vergelijking met vorig jaar ben ik een heel andere atleet. Toen was het WK een cadeau. Nu heb ik er een heel jaar naar toegewerkt. Voor de finale geef ik mezelf 10% kans. Ik ga strijden voor wat ik waard ben, maar in principe zijn er al heel wat plaatsen gereserveerd voor de grote namen. Loop ik een degelijke wedstrijd en mis ik toch de finale, dan keer ik nog steeds als een tevreden man huiswaarts.”

Jochem Vermeulen: “Ik heb hier vrede mee”

“Ik liep de koers die ik moest lopen. Op het einde moest ik een gaatje induiken waardoor ik mijn laatste punch verloor. Had ik dat niet gedaan, dan waren mijn kansen op de halve finale nog kleiner. De anderen waren gewoon sneller.”

“Ik had eigenlijk een trage koers verwacht met een snel slot. Daarom dat ik mij echt spaarde en wachtte. Dat lukte dus tot dat ene gaatje viel. Ik heb er vrede mee. Mijn blessureverleden spookt met momenten nog door mijn hoofd, dus ik ben supertevreden dat ik hier nu kan staan.”

Foto: Jeroen De Meyer

Ismael Debjani: “Ik blijf positief”

“Ik ben goed aan de wedstrijd begonnen. Ik had direct de goede positie vast in de voorhoede. Door tempowisselingen ben ik achterop geraakt. Het lukte niet om nog voorin te geraken, ondanks eigenlijk wel goede benen.”

“Ik ben alleszins niet ontmoedigd hierdoor. Met het EK indoor erbij was het een goed seizoen. Ik blijf positief voor de toekomst en zie mij nog altijd in Parijs staan. Daar wil ik mijn carrière beëindigen. Maar eerst even rusten en dan alles op de Memorial Van Damme.”