Na 24 finales op het hoogste niveau hebben de Belgian Tornados nu ook kunnen oogsten op een globaal kampioenschap in open lucht. Het overtuigende brons in Doha toonde aan dat het team klaar is om binnen tien maanden een gooi te doen naar de grootste bekroning: olympisch eremetaal. De Tornados hebben meer dan ooit kans om ook in Tokio te scoren.

De Belgian Tornados hebben het geflikt. Na meer dan een decennium jagen op een mondiale medaille in open lucht, met bijhorende vierde en vijfde plaatsen, vielen de puzzelstukjes gisteren in elkaar voor het project dat al sinds 2008 meestrijd voor internationale medailles en ereplaatsen. 11 jaar na die vierde stek in Peking, met de toen amper 20-jarige tweelingsbroers Kevin en Jonathan Borlée in het gezelschap van Cédric Van Branteghem en Arnaud Ghislain, werden de Tornados gisteren beloond na een perfecte koers. De troeven met het oog op het behalen van olympisch eremetaal zijn talrijk.

Killer Kev staat er altijd

Kevin Borlée – Foto: Erik Van Leeuwen

Geweldig gelanceerd door zijn broer Dylan kreeg Kevin Borlée gisteren in een kansrijke positie de aflossingsstok om één baanronde lang te piste te verschroeien. ‘Killer Kev’, die eerder die dag nog verkozen was tot lid van de IAAF-atletencommissie, kreeg het brons niet cadeau. Met Anthony Zambrano en Machel Cedenio, respectievelijk de nummers twee en zeven van de 400m-finale, achter zich was hij opgejaagd wild. Borlée zou zich niet laten opjagen en in de laatste rechte lijn nog de Jamicaan Demish Gaye in het zicht krijgen. Een lage 44’er als split was het bewijs dat de 31-jarige atleet onder druk altijd dat tikkeltje meer kan. Kevin staat er gewoonweg altijd wanneer het moet. De Tornados waren sinds 2008 goed voor 24 internationale finales, waarin er 13 keer gescoord werd met eremetaal. Kevin heeft één van die medailles niet in zijn kast liggen, namelijk die van de World Relays in Yokohama van eerder dit jaar.

Tokio als einddoel voor Kevin en Jonathan

De tweelingbroers Kevin en Jonathan Borlée worden er volgend jaar 32, ver boven de pensioengerechtigde leeftijd op de baanronde, zeker na zulke carrières. Toch gaat de tweeling in Tokio nog net dat tikkeltje meer kunnen. Het duo spreekt al jaren van de volgende Olympiade, nadat ze in Rio op een zucht van het brons waren gestrand. Papa ‘Jo’ was er fysiek niet bij in Doha, maar zat duidelijk in het hoofd en hart bij zijn broers Kevin en Dylan. De familie Borlée is zowel op als naast de piste erg close. Dat zit hem ook in de kleine dingen en bewezen ze op de persvoorstelling van hun boek, waar de kleine spruit van Jonathan vlot wisselde naar de schouders van nonkel Kevin of Dylan. Olympisch eremetaal is en blijft de opperste bekroning voor het project en de tweeling zal, na een moeilijke zomer waarin Kevin geplaagd werd door blessures en een sterke Jonathan zich niet kon bewijzen tijdens wedstrijden, des te meer gebrand zijn op een ultieme knalprestatie.

Sacoor als ‘missing link’, maar rol Watrin en Vanderbemden mag niet onderschat worden

Jonathan Sacoor – Foto: Erik van Leeuwen

Het palmares van de Tornados is er sinds de komst van wonderboy Jonathan Sacoor alleen maar op vooruitgegaan. Sinds het WK in 2017, waar Sacoor reserve was, volgden vijf internationale medailles. Was Sacoor de ‘missing link’ in het project? Mogelijks, maar de rol van zijn collega’s Julien Watrin en Robin Vanderbemden mag verre van onderschat worden? De trainingspartners maken sinds respectievelijk 2014 en 2015 deel uit van het team en hebben het afgelopen jaar opnieuw een stap vooruit gezet. Het duo gaat voor elkaar én voor iedereen binnen het team door het vuur. Een niet te onderschatten eigenschap, die broodnodig is bij last minute wijzigingen. De Tornados anno 2019 zijn veruit de meest complete ploeg in de geschiedenis van het team.

Samen met Sacoor en Dylan Borlée vormen zij het viertal dat in de toekomst ook kan meestrijden voor eremetaal. Sacoor heeft ondanks zijn 20 levensjaren al een pak ervaring opgedaan die absoluut niet onderschat mag worden. Na een voor hem moeilijke zomer kon hij op vechtlust en klasse alsnog een knappe individuele chrono noteren. Als de wereldkampioen bij de junioren ook maar een iets vlottere voorbereiding kent op zijn winter en zomer van 2020, dan lijdt het geen twijfel dat hij reuzenstappen kan zetten. Een beresterke Sacoor in Tokio kan de sleutel zijn voor de Tornados om in Tokio onder 2’58 te duiken.

Meestertacticus Jacques Borlée

Tot slot is er ook de rol van Jacques Borlée als meestertacticus. De keuze om Sacoor in de finale te laten starten was de manier die Borlée in de beginjaren van de Tornados introduceerde. Het starten met je mogelijks grootste troef op individueel vlak wordt duchtig gekopieerd door de andere teams, kijk maar naar de Verenigde Staten met Fred Kerley, Jamaica met Akeem Bloomfield en zelfs de Italianen met Davide Re. Het feit dat Sacoor zijn ploegmaat Vanderbemden in een kansrijke positie de stok kon bezorgen, betekende dat het Belgische kwartet nooit uit de top vier kon verdwijnen. Een meesterlijke zet van Jacques, die afgelopen winter nochtans de wind van voren kreeg binnen zijn eigen federatie. Ook de keuze om Watrin te vervangen voor Vanderbemden, die dankzij zijn 200m-benen de bocht in banen als geen ander kan knallen, was geniaal.

Hoge bomen mogen veel wind vangen. Niemand kan ontkennen dat het project van Borlée tot veruit het meeste aantal medailles in de Belgische atletiekgeschiedenis heeft geleid. Zoals het er nu naar uitziet, lijkt eremetaal in Tokio zeker mogelijk. Bovendien lijkt een duik onder 2’58 zeker niet ondenkbaar. Wat des te mooier zou zijn na 13 jaar vol Belgische wervelwinden.

Alexander Doom, Robin Vanderbemden en Jacques Borlée – Foto: Erik van Leeuwen