De medailleteller van België op het WK in Tokio staat nog altijd op één exemplaar, namelijk het brons van de gemengde 4x400m-ploeg. Die andere medaillekandidate Nafi Thiam zette eerder vandaag nog een punt achter haar zevenkamp na een aantal teleurstellende nummers. De Tornados – vaste waarde in mondiale finales – en de Cheetahs presteerden gelukkig wel goed. Ook de Falcons liepen een sterke wedstrijd, maar misten helaas de kwalificatie. Bij de Rockets zorgde een mislukte wissel dan weer voor de diskwalificatie.
De sfeer in het Belgische kamp werd de afgelopen dagen uitvoerig beschreven in de media en zorgde er (mee) voor dat Nafi Thiam vanochtend haar mislukte zevenkamp vroegtijdig beëindigde. Maar als de nood het hoogst is, zijn er gelukkig nog altijd de Belgian Tornados, de mannelijke 4x400m-ploeg. Zij probeerden zich te kwalificeren voor de finale van morgen (13:20 Belgische tijd) en daarvoor moesten ze ofwel bij de beste drie in hun reeks eindigen, ofwel een van de twee beste verliezende tijden neerzetten. De opstelling verraadde echter al dat er geen enkel risico genomen werd, want met Jonathan Sacoor, Dylan Borlée, Daniel Segers en Alexander Doom stonden er vier mannen op het blad die al onder de 45” seconden liepen. Borlée, Segers en Doom deden dat dit seizoen nog. Datzelfde geldt niet voor Sacoor, maar in de kwalificaties voor de gemengde 4x400m – waar hij eveneens de start voor zijn rekening nam – deed hij het al voortreffelijk.
Ook nu begon Sacoor als een wervelwind en bracht hij de jarige Borlée in ideale stelling. Die ging na het naar binnen komen aan de leiding van het pak. In de laatste rechte lijn moest de 400m-specialist wel nog wat plekjes toegeven, maar hij gaf de estafettestok hoe dan ook in een gunstige positie door aan Segers. De seizoensrevelatie nestelde zich in eerste instantie in vierde positie, maar ging relatief vlot voorbij Groot-Brittannië en Australië. In de laatste meters moest ook leider Botswana er nog aan geloven en zo mocht Doom vanuit een perfecte uitgangspositie de kwalificatie binnenhalen. Dat deed hij ook zonder nog in de problemen te komen. Doom moest wel Botswana nog aan zich voorbij laten gaan, maar kwam uiteindelijk als tweede over de streep. De chronometer gaf 2’57”98 aan. Een indrukwekkende tijd die slechts zo’n twee tienden van een seconde trager is dan het nationale record. De gemiste finale van twee jaar geleden op het WK in Boedapest is zo helemaal verleden tijd.

Dé verrassing van de kwalificaties was in de voorgaande reeks al gevallen, want Amerika raakte na een chaotische wissel niet verder dan de zesde plek en zal morgen dus niet te zien zijn in de finale.
Naast de Tornados stonden ook de Cheetahs alweer op een groot kampioenschap. Dat team pakte vorig jaar op het EK in Rome nog brons. In vergelijking met de finale van toen vond er een personeelswissel plaats. Cynthia Bolingo beëindigde haar seizoen al voor dit WK en dus kwam Camille Laus in de ploeg. Het vrouwelijke kwartet bestond verder uit Naomi Van den Broeck, Imke Vervaet en Helena Ponette.
Ons land kwam uit in de tweede reeks met concurrentie van onder andere Ierland, Zuid-Afrika, Amerika en Nederland. Startloopster Van den Broeck bulkte echter ongetwijfeld van het vertrouwen nadat ze eerder deze week al het Belgische record op de 400m horden kelderde en gisteren nog zesde werd in de finale van dat nummer. Net als Sacoor enkele minuten eerder ging ook zij alvast goed van start. Vervaet positioneerde zich vervolgens als vierde en maakte nog een plaatsje winst door voorbije Frankrijk te gaan. Laus gaf de aflossingsstok ook in die derde positie door aan Ponette. Zij heeft ondertussen al heel wat ervaring als slotloopster en deed ook nu weer wat ze moest doen. Ze ze ging zelfs nog voorbij Nederland. Net als de Tornados kwalificeert ook het vrouwelijk kwartet zich dus rechtstreeks voor de finale van morgen (13:35 Belgische tijd). Twee jaar geleden in Boedapest werden de Cheetahs nog vijfde, afwachten of ze dit jaar (nóg) beter kunnen doen.

Twee keer pech voor de 4x100m-ploegen
Voor de Belgian Falcons, de mannelijke 4x100m-ploeg, was een finaleplaats dan weer veel minder een vanzelfsprekendheid. Desondanks was die finale wel de uitgesproken ambitie en Kobe Vleminckx, Emiel Botterman, Antoine Snyders en Simon Verherstaeten bewezen door vanuit de buitenbaan naar een tijd van 38”46 te lopen ook dat ze in topvorm zijn. Die chrono is namelijk een verbetering van het nationaal record en leverde ons land de vijfde plek op. Geen rechtstreekse kwalificatie dus, maar het razendsnelle viertal kon wel nog hopen dat ze zouden opgevist worden als een van de twee beste verliezende tijden. Die hoop werd echter de grond ingeboord door Australië en China. Ook zij grepen naast een rechtstreeks finaleticket, maar lieten in de tweede reeks wel een snellere tijd dan België noteren. Hoe dan ook kunnen de Falcons wel tevreden terugkijken op dit kampioenschap, want ze eindigden op een mooie tiende plaats.
Topland Jamaica zien we morgen trouwens ook niet terug. Bij hen liep de laatste wissel tussen Ryiem Forde en Kishane Thompson helemaal in de soep.
Ook de vrouwelijke collega’s van de Falcons, de Belgian Rockets, hoopten expliciet op een finaleplaats. Rani Vincke, Rani Rosius, Janie De Naeyer en Delphine Nkansa vormden samen het Belgische viertal. Vanuit baan acht leek alles perfect volgens plan te verlopen, maar de laatste wissel tussen De Naeyer en Nkansa verliep dramatisch. Bijzonder jammer, want een finaleticket leek allesbehalve onmogelijk. Nkansa deed er nog wel alles aan en finishte zelfs nog als vierde, maar werd teruggefloten door de jury. Ze had de wisselstok namelijk aangenomen buiten de wisselzone en dus werd België uit de uitslagen geschrapt.
