De datum op de agenda mag dan wel nieuw zijn, verder kiest de IFAM voor een vanouds concept: de snelle piste in Oordegem, de best mogelijke omstandigheden en een bomvolle deelnemerslijst met toppers uit binnen en buitenland. Verwacht je dus aan een resem persoonlijke besttijden en misschien ook wel een Belgisch record, want Pieter Sisk heeft zijn zinnen gezet op de toptijd op 1.000m. Hieronder loodsen we je langs de overige blikvangers en uiteraard nemen we er de Road to Tokyo bij, want die zal zaterdag ongetwijfeld weer een rol vertolken.

Hoewel échte ronkende namen uit het buitenland dit keer wegblijven, doet de startlijst van de IFAM weer wenkbrauwen fronsen. Vooral op de loopnummers is het deelnemersveld in de breedte héél dik gezaaid. Op de kamnummers is de concurrentie minder dik gezaaid waardoor Andreas De Lathauwer in het kogelstoten wellicht een hoofdrol zal vertolken. Hij voert het deelnemersveld aan en zal later op de dag ook het discuswerpen voor zijn rekening nemen. In het verspringen zal Hanne Maudens voor eigen publiek haar favorietenrol proberen waarmaken.

Vervolgens is het aan de hordelopers waar vice-Belgisch kampioene Noor Koekelkoren moet opboksen tegen maar liefst veertien atletes, aangevoerd door Michelle Jenneke, met een PR onder de dertien seconden. Bij de mannen topt Michael Obasuyi de startlijst. Hij zal zich ongetwijfeld willen revancheren voor zijn ‘DNF’ van vorige week op het BK. Naast hem start Elie Bacari. De nieuwe Belgische kampioen gelooft in de de WK-limiet van 13″27 en strandde vorige week al tot op drie honderdsten. Zeno Van Neygen wordt ook elke week beter en kan misschien een nieuwe stap voorwaarts zetten.

Foto: Jolien De Bock

Opvallende naam op de 100m: Imke Vervaet waagt zich nog eens aan het kortste loopnummer als opwarming voor haar latere 200m. Op beide afstanden kan ze op duelkracht van Delphine Nkansa rekenen. Nkansa zal vooral op de 100m willen uithalen want voorlopig levert haar plaats op de ranking haar geen ticket naar Tokio op. Vervaet staat er op de 200m een stuk beter voor, maar uitte na haar PR op het BK vertrouwen in het lopen van de rechtstreekse limiet (22″57). Ook Rani Vincke, de nieuwe nummer vier aller tijden op de 100m, neemt de sprintdubbel voor haar rekening. Idem Simon Verherstraeten. Hij kijkt op de 100m Jeremiah Azu, regerend wereld- en Europees indoorkampioen op de 60m, in de ogen.

Paulien Couckuyt mag zich na haar lang nagestreefd 400m-record van vorige week opnieuw opmaken voor een rondje op de piste met hindernissen. Amper twaalf honderdsten scheiden haar nog van het BR van Hanne Claes. Kan zij, dit keer met tegenstand, die 54″33 onderuit halen? Bij de mannen zal Julien Watrin gebrand zijn op een mooie tijd nadat hij verstek moest geven voor de BK-finale door een blessure aan de teen. Om beste Belg te worden zal hij gas moeten geven want Mimoun Abdoul Wahab heeft de goede vorm duidelijk te pakken.

Foto: Jolien De Bock

Zonder hindernissen is het de beurt aan Helena Ponette. Met een voorlopig 41e plaats op de ranking – top 36 is nodig om in België naar het WK te mogen – weet de vice-Belgisch kampioene wat haar te doen staat. De rechtstreekse limiet lopen van 50″75 is weliswaar geen sinecure. Jonathan SacoorFlorent Mabille, Robin Vanderbemden en Christian Iguacel hebben 44″85 nodig om naar het WK te mogen, een tijd die niemand van het kwartet voorlopig al kan voorleggen. Kunnen zij boven zichzelf uitstijgen?

Nu ze de Belgische titel op de 1500m op zak heeft, verlegt Mariska Parewyck weer even de focus naar de 800m. Haar Belgisch record bij de masters van 2’01″54 ligt dus misschien wel onder vuur. Mark English krijgt met zijn 32 jaar de mastercategorie eveneens in het vizier, maar ook hij weet zichzelf nog altijd te verbeteren. De bronzen medaille van de Olympische Spelen van 2016 is met zijn nieuw PR van 1’43″92 de snelste van een ijzersterk deelnemersveld. In een ideaal wedstrijdverloop kan Tibo De Smet zich hopelijk laten meevoeren richting zijn snelste tijd van het seizoen. Ruben Verheyden komt net als vorige week op het BK zijn snelle benen testen op deze dubbele baanronde.

Foto: Jolien De Bock

Op de 1000m gaat Pieter Sisk resoluut voor het Belgische record van 2’15″5h van Ivo Van Damme. Sisk kwam vorig jaar met 2’15″52 al gevaarlijk dichtbij en wil nu dus orde op zaken zetten. Eline Dalemans weet hoe het voelt om een nationaal record te breken. Als ze opnieuw kan stunten en in de buurt kan komen van haar 9’25″80 op de 3.000m steeple, dan lijkt het WK haar niet meer te kunnen ontglippen. Tim Van de Velde en Rémi Schyns zullen op diezelfde discipline hun PR moeten aanscherpen tot minimaal 8’15″00 als ze nog WK-ambities willen koesteren.

Wie zeker nog van Tokio droomt, is Lisa Rooms. Zij moet daarvoor wel haar plaats op de ranking opkrikken en heeft haar zinnen dan ook op een snelle tijd gezet. Na een hoogtestage in Sankt Moritz is ze ervan overtuigd dat zij sneller kan dan haar PR van 15’20″05. Chloé Herbiet keert na haar 10 kilometer BR van twee weken geleden op de weg terug naar de piste.

Foto: Jolien De Bock

De mannen kunnen rekenen op de komst van een olympisch kampioen aan de start van de 5.000m. Alex Yee, vorig jaar in Parijs goed voor goud in de triatlon, loopt voor het eerst sinds 2020 nog eens een pistewedstrijd. Hoewel John Heymans de deelnemerslijst kleurt, rijst de vraag of hij daarvoor zal terugkeren van stage in Font Romeu. De atleet zijn laatste wedstrijd dateert door een blessure al van 17 juni. Als 32e op de voorlopig Road to Tokyo is hij voorlopig wel zeker van zijn plekje op het vliegtuig. Wie nog aan de start staat is Guillaume Grimard. Hij zal willen kijken of er nog rek zit op zijn PR dat hij tijdens de Nacht van de Atletiek liep.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in