Af en toe laten onze journalisten het klassieke verslag of de objectieve analyse van het EK in Berlijn even voor wat het is, en wordt er plaats gemaakt voor een kijkje achter de schermen of in de hoofden. U leest het in onze vaste column, Checkpoint Atni.

Jonathan, Kevin en Dylan Borlée traden gisteren stuk voor stuk aan in de halve finales van het EK in Berlijn. Dat op zich was al een straf gegeven. Jonathan en Kevin kwalificeerden zich zoals vanouds voor een internationale finale. Het was overigens “al” sinds 2012 geleden dat zowel Kevin als Jonathan samen in een finale van een internationaal kampioenschap terechtkwamen.

Nu zit u te denken, waarom zet een journalist die “al” tussen aanhalingstekens. Ten eerste omdat zes jaar niet zomaar een korte periode is. Ten tweede om u even te prikkelen, maar denk even terug aan die zes jaar. Gaat u eens op zoek naar het aantal sprinters op de baanronde die het zes jaar uitzingen op topniveau. Voeg daar nog eens aan toe dat de Borlées eigenlijk sinds de Olympische Spelen in Peking in 2008 meedraaien op het internationale toneel. 2008 was het jaar waarin Barack Obama voor het eerst de Amerikaanse verkiezingen won. De rest van het verhaal kent u ongetwijfeld, of leest u vaker.

Kevin Borlée – Foto: Jeroen De Meyer

Één jaar later kregen beide broers af te rekenen met exact dezelfde blessure. Een stressfractuur aan het voetwortelbeentje voor Kevin en Jonathan in respectievelijk de linker -en rechtervoet, of hoe synchroon een blessure soms kan zijn. Kevin kon toen wél nog in actie komen op de blauwe piste in Berlijn voor het WK, waar onder meer Usain Bolt geschiedenis schreef door naar twee fabelachtige wereldrecords te snellen.

We zijn intussen negen jaar verder en gisteren dook Jonathan onder 45 seconden, terwijl Kevin dat net niet wist te doen. In de finale kunnen beide broers wederom een gooi doen naar eremetaal. Het EK in Berlijn is het 20ste, u leest het goed, kampioenschap bij de senioren voor Kevin. U hoeft daar niet stil door te worden, maar wij doen dat wel.

Jonathan is ondertussen papa geworden. Papa Borlée kon na zijn laatste test met het oog op Berlijn rekenen op de onvoorwaardelijke steun van dochterlief, neem dat maar letterlijk. Een verzuurd lichaam trotseerde met plezier de vreugdedansjes van zijn ondertussen bijna één jaar oude spruit.

Het was in Ninove ook een zoveelste kans voor de toekomstige Borlées, of Thiams om op de foto te gaan met hen. Van de gekende liggende houding naar een vrolijke pose in één, twee, drie – klik. Dat heet ook een Borlée zijn. Een neen heb je, een ja krijg je quasi altijd bij de tweelingbroers. Van kapsones is er geen sprake.

En wat dan gezegd van Dylan en Rayane, die een ander parcours afleggen, maar ook in de spotlights komen te staan. Hetzelfde kan gezegd worden over de Borlée(s) op rust. Al is rust relatief in een familie vol sprinters en positieve verzuring. Olivia scheert hoge toppen in het gezelschap van Elodie Ouedraogo met hun sportmerk 42|54.

Jacques Borlée is als vader en als coach een topper van formaat. Al zijn atleten op dit EK zijn minstens in een volgende ronde geraakt. Toch durft Jacques kritisch uit de hoek te komen, waar anderen dat niet durven. Zo mag je de snelste zijn van de reeksen, de halve finales, of zelfs de finale: een tactische, of technische fout krijg je achteraf traditiegetrouw gepresenteerd.

Het zit hem in de details bij die Borlées.  Hopelijk is deze colum een klein detail tijdens het vieren van een nieuwe Belgische medaille op de baanronde, want daar mogen we toch van dromen? Een zoveelste finale, een zoveelste buiging en dan spreken we alleen nog maar over wat ze op individueel vlak hebben bewezen.

De Borlées zijn naast een familie een meer dan onderschat ras. Wie bovendien durft op te merken dat de tweelingbroers het Nederlands niet meester zijn, denkt beter twee keer na vooraleer men alweer overgaat tot de makkelijkste manier van commentaar geven: een comment op social media . Het feit dat ze al die jaren al net op, of onder 45 seconden lopen, toont aan dat ze voor mijn part niet eens hoeven te spreken. Dat doen hun benen namelijk al sinds 2008.

Quinten Lafort