Isaac Kimeli bewees gisterenavond in de Zweedse hoofdstad Stockholm dat hij klaar is om te knallen tijdens de olympische zomer. Kimeli dook bij z’n debuut op de 10.000m onder de olympische limiet van 27’28 en mag zich met 27’22″70 de tweede snelste Belg ooit noemen. Ondanks dat Kimeli wist dat hij qua basisconditie in orde was, kwam de tijd wel uit de lucht vallen voor de vice-Europese kampioen op de 3.000m in zaal. Van de 10.000m maakt hij komende zomer nog geen doel. Al verzekerde hij zich ook al van het WK in Oregon van volgende zomer.

Ondanks sterke lactaatwaarden wist Isaac Kimeli niet echt wat hij moest verwachten in Stockholm tijdens de ’25 laps to Tokyo’. Kimeli snelde in de slotronde weg van alles en iedereen én dook zo onder de limiet voor de Olympische Spelen en het WK van volgend jaar in Oregon. Met 27’22″70 mag hij zich de op één na snelste debutant in Europa noemen na de niet onbesproken Belgische recordhouder Mohammed Mourhit. “Dit had ik echt niet verwacht. Ik ben naar Stockholm gevlogen met het idee dat ik gewoon moest lopen om te zien wat het zou brengen. Ik kwam zonder ervaring aan de start en na 5.000m passeerden we in 13’45. Toen dacht ik bij mezelf echt van ‘dit gaat nog lang duren’. Bovendien werd er na het wegvallen van de tempomaker meer geduwd en getrokken. Het tempo was ook heel onregelmatig. Ik kreeg tussen de zevende en achtste kilometer een moeilijk moment, maar gelukkig was m’n coach Tim er om me aan te moedigen. Ik heb mezelf daardoor ook moed kunnen inpraten om niet te lossen”, vertelt Kimeli.

Ondanks dat moeilijk moment kon Kimeli er een verschroeiende slotronde uitpuren. “In de slotkilometer voelde ik me plots heel fris én ik wilde eigenlijk al op 600m van het einde beginnen versnellen. Onderweg wist ik ook dat ik beter kon doen dan Bashir Abdi én dat gaf me toch wel vleugels. Ik heb toch nog even gewacht tot het ingaan van de laatste ronde. Die slotronde liep ik ongeveer 56 seconden, wat voor een debuut zeker in orde is. De omstandigheden waren eigenlijk niet ideaal. Het was best koud en er stond een strakke wind”.

Van de 10.000m maakt hij dit jaar geen doel meer op zich. Het is echter niet uitgesloten dat hij op termijn de 5.000m en 10.000m gaat combineren, maar het oog op Tokio krijgt de 5.000m toch voorrang. “Het is mooi om nu ook op de 10.000m de limiet voor Tokio op zak te hebben, net zoals de WK-limiet voor volgend jaar. De focus blijft dit jaar in elk geval op de 5.000m. Het zou niet slim zijn om nu nog af te wijken van het plan waar we al jaren aan werken. Op de Spelen zullen de omstandigheden loodzwaar zijn, waardoor drie wedstrijden met de reeksen en hopelijk finale op 5.000m en rechtstreekse finale op de 10.000m te veel lijken. In de toekomst wil ik echter maar wat graag ook op kampioenschappen aan de slag op die 10.000m”

Kimeli werkte in eigen land een hoogtestage af door de te verblijven in de Bakala Academy in Leuven. Vanaf vandaag kiest hij net zoals enkele trainingsmakkers voor de Portugese zon. “Vandaag vertrek ik naar het Portugese Monte Gordo voor een korte trainingsstage. Daarna loop ik op 19 mei een pittige 3.000m in Ostrava. Vervolgens staan er nog twee wedstrijden gepland met een hopelijk snelle 5.000m in Firenze, gevolgd door een hoogtestage in Sankt Moritz. Na die hoogstage loop ik in principe nog één race in België, alvorens af te reizen naar Japan. Momenteel heb ik nog niet de luxe om te beschikken over een stel spikes dat een extra bonus oplevert, waardoor ik toch benieuwd ben wat ik de komende jaren waard kan zijn. In principe beschik ik in Tokio over de nieuwste spike van adidas, maar gisteren liep ik met een model van vorig jaar. Mits superspikes én topomstandigheden hoop ik op termijn te flirten met de grens van 27 minuten”, besluit Kimeli.