Tradities zijn er om in ere te houden. En dus beslisten wij om ook voor een bijzonder jaar – waarin er meer wedstrijden niet dan wel doorgingen – onze atletiekmomenten van dat jaar uit te kiezen. Al was het maar om te benadrukken dat veel atleten er toch nog iets van gemaakt hebben. En het is niet dat er daarbij weinig keuze was, want 2020 gaat ondanks alles de boeken in als een jaar dat bol stond van de Belgische, Europese en wereldrecords. Afsluiten doet onze redacteur Quinten Lafort met de ‘Hegemonie van het Hoge Noorden’.

Een jaaroverzicht zonder passage van Atleet van het Jaar Mondo Duplantis zou oneerbiedig zijn, maar het 21-jarige polsstokfenomeen was niet de enige atleet uit Scandinavië die het afgelopen jaar monden deed openvallen van verbazing dankzij namen zoals Jakob Ingebrigtsen en Karsten Warholm. Duplantis begon aan zijn heuse krachttoer van 2020 door bij zijn eerste confrontatie met de polsstokmat meteen over 6m00 te vliegen. De toon was gezet, want vier dagen na Düsseldorf op 4 februari volgde een wereldrecord in Torun, de plaats waar begin maar het EK in zaal gepland staat. 6m17, weg record van ‘maatje’ Renaud Lavillenie, getekend een op dat moment 20-jarige Zweed die één week later nog een centimeter toevoegt aan die onwaarschijnlijke recordhoogte. In maart slaat het coronavirus echter onherroepelijk toe op wereldschaal. Duplantis keer terug naar de Verenigde Staten, waar hij meer te vinden is op een golfbaan dan op een atletiekpiste.

Bij aanvang van het zomerseizoen was de absolute hoogvorm van het winterseizoen daardoor even zoek. Na drie wedstrijden vond Duplantis het echter welletjes geweest met een zoveelste sprong over 6m00 in Monaco. Daarna was het slechts een kwestie van tijd vooraleer perfecte omstandigheden en een goede dag samenvielen. Dat lukte ook in een leeg Stadio Olimpico in Rome, waar de voorlaatste Wanda Diamond League-afspraak zonder diamanten van een ongewone zomer plaatsvond. Daar rekende hij persoonlijk af met beste sprong in openlucht van Sergey Bubka door naar 6m15 te zweven. Het heeft niet lang geduurd vooraleer net Duplantis de man werd die het allerhoogst zou springen met een polsstok in de hand, maar komend jaar begint vooral de jacht op globaal eremetaal, afspraak in Tokio dus.

Quinten Lafort – Foto: Jasper Jacobs

Ingebrigtsen en Warholm, het ‘ouderdomsdeken’ van de drie met z’n 24 lentes, profiteerden in tegenstelling tot hun Zweedse collega niet echt van het indoorseizoen om hun jaar met een knalprestatie aan te vangen. Ingebrigtsen paste noodgewongen door hamstringproblemen, Warholm verscheen één keer aan de start van een 400m, waarin hij wél onder 46 seconden dook. Het beste moest uiteraard nog komen wanneer beide Vikings de kans kregen om op eigen bodem in actie te komen. Op de tot Impossible Games omgedoopte Bislett Games knalde Ingebritsen namelijk naar een straf Europees record op de eerder ongebruikelijke 2.000m. Warholm, die door een stressreactie aan het been zijn zomer bijna in het water zag vallen, wervelde er naar de snelste 300m horden aller tijden. Het is echter pas op de Diamond League in Monaco dat het duo aan de start verschijnt van dé discipline waarin ze uitblinken. Ingebrigtsen was tijdens de 1500m op achtervolgen aangewezen nadat Timothy Cheruiyot een tevergeefse gooi deed naar het WR. Die razende achtervolging leverde de 20-jarige atleet een machtig Europees record (3’28″68) en eerste duik onder de magische grens van 3’30 op.

Warholm kon uiteraard niet onderdoen voor zijn Noorse landgenoot en knalde in de stadstaat naar de snelste opener aller tijden (47″10) op een baanronde met hindernissen. Al werd Stockholm zonder twijfel het hoogtepunt van de tweevoudige wereldkampioen. In de Zweedse hoofdstad vloog hij namelijk als een bezetene uit de startblokken om op de ultieme horde een kleine tik, met mogelijk grote gevolgen, te krijgen. De klok die stopte na 46″87, een verbetering van zijn tweede prestatie aller tijden, Europees record én slechts negen honderdsten van het wereldrecord verwijderd. Een iet wat normale mens zou op zo’n moment wat tijd nemen om die prestatie in alle rust te verwerken, maar dat was zonder coach Leif Olav Alnes gerekend. Die laatste had namelijk de buitenbaan op de vlakke baanronde laten reserveren. Nog géén uur later knalde Warholm ook hier naar winst in 45″05, om vervolgens alle aanwezige pers één voor één te woord te staan, chapeau.

Karsten Warholm – Foto: Chris Cooper – Bauhaus Galan

Op internationaal vlak eindigde het seizoen van de twee Vikings in Rome, net daar waar Duplantis de allerhoogste outdoorsprong neerzette, mistte Ingebrigtsen op een haar van het Europees record op 3.000m (7’27″05) en noteerde Warholm 47″07, alsof het doodgewoon was. De hordeloper zette in 2020 vier van de 11 snelste tijden ooit neer, hoe corona, wat corona? Hetgeen Duplantis, Ingebrigtsen en Warholm verbindt, is de honger om zich telkens opnieuw te bewijzen, ook al lijkt de overwinning met mogelijk bijhorend record op papier kinderspel. Het trio uit het Hoge Noorden gaat nog voor veel vertier zorgen, daar mag u zonder twijfel vanuit gaan. En van kapsones is geen sprake, want stuk voor stuk zijn ze telkens bereid voor een korte babbel, of het nu over polsstokmaatje Ben Broeders, mogelijke recordaanvallen of de invloed van een respiratoir virus op de sportwereld gaat. Laten we vooral vastberaden, hongerig en open voor de dag komen in 2021, dan beloof ik u plechtig dat bovenstaande heren alles in het werk stellen om als schoolvoorbeeld te dienen.