De voorlaatste dag van het WK in Doha kon opnieuw een hoogdag worden voor de Nederlandse atletiek. Sifan Hassan, wereldkampioene op de 10.000 meter, maakte zich namelijk op voor een nooit eerder geziene dubbel. Zij kon de eerste atlete worden die erin slaagt om in éénzelfde WK de wereldtitel op de 10.000 en de 1500 meter te veroveren en deed dat ook op sublieme wijze. De mannen van de 4×100 meter durfden vooraf dromen van een medaille maar konden zich nooit echt mengen in de strijd om de knikkers en werden later zelfs gediskwalificeerd.

Sifan Hassan, de vrouw die alles kan

Het succes van Sifan Hassan houdt maar niet op. Na een wereldtitel op de 10.000 meter leek de onwaarschijnlijke dubbel realiteit te gaan worden. Het resultaat oversteeg uiteindelijk ieders verwachtingen. Het was een ongewoon beeld om Hassan in de finale van de 1500 meter al na 300 meter naar koppositie te zien snellen. Normaal kijkt de atlete altijd eerste de kat uit de boom om in de slotronde iedereen het nakijken te geven met een fenomenale tempoversnelling. Hassan legde een hoog tempo en kwam na 800 meter door in 2’06. Nadien ging het tempo alleen nog maar omhoog waardoor de Nederlandse met ruime voorsprong aan de laatste ronde begon. De wereldrecordhoudster op de mijl vertoonde geen moment een teken van zwakte en wervelde naar een fenomenale tijd van 3’51″95. Dat is naast een kampioenschapsrecord amper twee seconden boven het wereldrecord. Hassan, die traint bij het Nike Oregon Project van de geschorste Alberto Salazar, kan zich nu beginnen klaarstomen voor de halve marathon die ze over enkele weken loopt. Het Europese record op die afstand staat overigens ook achter haar naam. Kortom, Sifan Hassan, de vrouw die werkelijk alles kan.

4x100m-ploeg slaat de stok mis

De mannen van de 4×100 meter begonnen met grote ambities aan hun finale. “We gaan meer risico’s nemen dan in de reeksen”, zei Churandy Martina vooraf, nadat ze in die reeksen al het Nederlands record scherper stelden. Op Papendal hadden ze een heel seizoen keihard op de stokwissels getraind, al dromend van een medaille. Joris Van Gool, Taymir Burnet, Hensley Paulina en Churandy Martina liepen een uitstekende wedstrijd, maar speelden nooit mee voor de prijzen. Dat leverde een dubbel gevoel op, en dat gevoel werd na afloop nog véél wranger. Eerst bleken ze het NR opnieuw te hebben bijgesteld naar 37”80 en kon er een kleine viering vanaf, even later volgde diskwalificatie. De wissel tussen Burnet en Paulina gebeurde buiten de zone, misschien iets té veel risico’s genomen….

Taymir Burnet en Hensley Paulina – Foto: Erik Van Leeuwen

Nadine Visser moet nog twee horden nemen

Het heeft even geduurd alvorens Nadine Visser haar debuut mocht maken op dit WK, maar zaterdag kon ze eindelijk in de startblokken kruipen. Het doel: zich vlot plaatsen voor de halve finales op de 100 meter horden. Na het startsignaal werd Visser meteen op achtervolgen aangewezen aangezien Tobi Amusan en Janeek Brown beiden als een speer uit de blokken schoten. Daarmee had ze meteen een goed mikpunt om op te jagen. Visser toonde zich sterk en schudde een fraaie 12″75 uit haar benen, slechts vier honderdsten boven haar eigen nationaal record en goed voor de zevende tijd van alle hordeloopsters. Opdracht volbracht en op de naar de halve finales van morgen. Een reactie na haar wedstrijd kan u hier bekijken.

4x400m-ploeg: “Femke Bol is ons geheime wapen”

De finalekansen van de 4x400m-ploeg waren fiftyfifty. Een plaats bij de beste drie, en dus rechtstreekse kwalificatie, beloofde moeilijk te worden voor het Nederlandse viertal waardoor een snelle tijd noodzakelijk leek voor een plaats in de finale. Lieke Klaver en Femke Bol mochten als de twee jongsten van de groep respectievelijk de eerste en laatste ronde voor hun rekening nemen. Daartussen mochten Lisanne de Witte en Bianca Baak de stok zo snel mogelijk rondbrengen. Al vrij snel werd duidelijk dat een top 3-plaats moeilijk zou worden, ondanks de sterke ronde van de Witte, waardoor vol werd ingezet op die snelle tijd. Bol bleef knokken en bracht de stok uiteindelijk binnen als vierde in een snelle 3’27″40, een seizoensbeste. De snelle tijd was een feit waardoor het wachten was op de tijden uit de tweede reeks. Daarin deden slechts vier landen beter waardoor de finale en het olympisch ticket binnen was. De finale volgt morgen.

Foto: Erik van Leeuwen