De absolute wereldtop is gearriveerd in Brussel voor de Memorial Van Damme. Morgen mogen zij de fonkelnieuwe atletiekpiste in het Koning Boudewijnstadion in vuur en vlam zetten, maar voor het zover is was er de gebruikelijk persconferentie. Zelfs in afwezigheid van Jakob Ingebrigtsen viel het woord ‘wereldrecord’ bij drie van hen. Femke Bol richt haar pijlen dan weer vooral op het 25 jaar oude meetingrecord.

Femke Bol: “Zou leuk zijn om 25 jaar oude meetingrecord op mijn naam te zetten”

Femke Bol heeft goede herinneringen aan de Memorial Van Damme, al zijn die vooral op de tribunes gecreëerd. Morgen maakt de kersverse wereldkampioene op de 400m horden haar debuut op de piste. Naast het doortrekken van haar ongeslagen streak hoopt Bol ook een meetingrecord (53”43) mee te grissen.

“Ik heb heel enthousiast om morgen in Brussel te lopen. De voorbije drie jaar zat ik telkens op de tribunes om mijn vriend Ben Broeders aan te moedigen. Ik hou van de atmosfeer die er altijd hangt en hopelijk zakken er heel wat Nederlanders af. Al zal het sowieso wel een beetje als een thuiswedstrijd voelen. De nieuwe piste en de ruime bochten zijn mooi meegenomen. Het zou leuk zijn mocht ik het meetingrecord op mijn naam kunnen zetten. Het staat al 25 jaar. Mijn lichaam is wel wat vermoeid na zo’n lang seizoen, maar de druk is eraf na het WK. Dat gaat me zeker helpen. Het zal sowieso snel moeten gaan als ik wil winnen en mijn ongeslagen streak wil voortzetten. Ik ga mijn best doen.”

Ene Mondo Duplantis kwam zich bovendien even mengen toen de Nederlandse sportvedette vertelde dat ze het na het WK wat chiller heeft aangedaan. Duplantis was het er niet mee eens. “Femke kent het woord chill niet. Je hebt atleten die het hele jaar door gestructureerd leven en zij hoort zeker en vast bij die groep. Ik denk dat ik meer aan het ander uiterste van schaal zit (lacht).”

Yaroslava Mahuchikh: “Wil morgen opnieuw een poging wagen op wereldrecordhoogte”

Na twee zilveren plakken pakte Yaroslava Mahuchikh in Boedapest haar eerste outdoorwereldtitel in hoogspringen. De Oekraïense is haar hoogvorm nog niet verloren en wil morgen opnieuw stevig uitpakken. Zeker omdat de Memorial Van Damme inmiddels ook voor haar deels als een thuiswedstrijd geldt.

“Het was fantastisch om een eerste keer wereldkampioene outdoor te worden. Het eerste WK-goud voor Oekraïne in lange tijd. Gezien de moeilijke tijden in mijn land was deze medaille extra belangrijk. Terwijl ik in Boedapest de kwalificaties van het hoogspringen afwerkte, werd mijn thuisstad aangevallen. Dat was zeker een extra motivatie om naar goud te springen. Ik wist dat ik er klaar voor was en het is fantastisch om mijn land dit te kunnen schenken.”

Niet alleen bij de hoogspringster, maar ook bij haar landgenoten maakte de wereldtitel veel los. “Ik heb heel veel berichten ontvangen. Mijn ouders en trainster kregen ook tal van telefoontjes om me te bedanken voor alle emoties die ik had uitgelokt. Iedereen was zo blij voor mij.”

De hoogspringster heeft gelukkig nog wat energie overgehouden om morgen iets moois neer te zetten. “Vorig jaar sprong ik in Brussel een persoonlijk record. Morgen hoop ik dat over te doen en zelfs een nieuwe poging te wagen op wereldrecordhoogte (2m09; red.). Alles is mogelijk. Ik heb de ervaring en ben mentaal sterk. Ondertussen is Brussel ook al twee jaar mijn tweede thuis dus dat wakkert het vuur extra aan.”

Foto: Jeroen De Meyer

Mondo Duplantis: “Ik zou graag mijn nederlaag van vorig jaar rechtzetten”

Mondo Duplantis keerde met de wereldtitel terug uit Boedapest en liet intussen enkele veelbelovende pogingen zien op de wereldrecordhoogte van 6m22. “Het wereldrecord behoort zeker tot de mogelijkheden. Het publiek in Brussel is erg aangenaam en geïnteresseerd in polsstokspringen. Zürich heeft mij vertrouwen gegeven, het wordt fantastisch weer en er ligt een nieuwe piste. Alle puzzelstukjes zijn er dus, maar nu is het aan mij om ze samen te leggen. Dat zorgt niet voor een bijzondere druk. Ik benader het wereldrecord intussen als mijn eigen persoonlijk record en zoals elke atleet wil ik dat graag scherper stellen.” De Zweed keert terug naar het stadion waar hij vorig jaar zijn enige verlies van het seizoen aangesmeerd kreeg, en is dat nog niet vergeten: “Ik zou liegen als ik zeg dat het niet in mijn achterhoofd sluimert. Ik zou dat graag rechtzetten, maar wanneer de competitie morgen begint, speelt vorig jaar geen rol meer.”

De nieuwe piste in het Koning Boudewijnstadion zal ook de polsstokspringers goed van pas komen: “Ik ben zelf nog niet in het stadion geweest, maar heb al heel veel goede dingen gehoord. Voor ons is de aanloopsnelheid één van de allerbelangrijkste elementen dus ook wij profiteren mee van een snelle ondergrond. Tot vorig jaar lag het hier niet helemaal vlak door het noodzakelijke oplapwerk, maar met de nieuwe egale piste wordt het veel makkelijker om een ritme te vinden en dezelfde bewegingen te herhalen. Dat is cruciaal om de grootste hoogtes aan te kunnen.” Ten slotte had de wereldkampioen het ook nog over zijn trainingsmaatje Ben Broeders. “Ben is enorm gemotiveerd om dicht bij huis en met vrienden en familie in de tribune een goeie sprong neer te zetten. Hij heeft die nodig om een plaats in de Diamond League-finale in Eugene veilig te stelen, dus ik geloof erin dat hij het goed zal doen.”

Foto: Jeroen De Meyer

Shericka Jackson: “Mijn lichaam is klaar om wereldrecord te pakken”

Shericka Jackson vlamde in Boedapest naar goud op de 200m door het wereldrecord tot op zeven honderdsten te benaderen. In Brussel hoopt ze eindelijk sneller te gaan dan da 21”34 van Florence Griffith-Joyner. “Ik hoop morgen het wereldrecord te pakken. Het doel was om dat  dit seizoen te doen en er resten mij met Brussel en Eugene nog twee kansen. In Boedapest ging alles goed, maar miste ik nog net wat meewind. Mijn lichaam is alvast klaar, ik heb enkele dagen rust gehad sinds de Diamond League in Zürich en ben weer opgeladen.” Het wereldrecord als doel stellen is bijzonder ambitieus, maar voor Jackson is dat een logische denkwijze: “Toen ik overstapte van de 400m naar de kortere sprints wist ik waartoe ik in staat was. We werken zo hard dus ik denk niet dat het een obsessie is. Ik wil gewoon graag loon naar werken en met wat ik in mij heb is dat het wereldrecord.” Op het WK noteerde Jackson de tijden waar ze van droomde aan de achterkant van haar startnummer. Het wereldrecord liep ze niet, maar bij het B-doel van 21”40 kwam ze aardig in de buurt. (Lachend) “Ik heb mijn startnummer nog niet ontvangen, maar het meeting record heb ik wel al opgezocht. De 21”64 van Merlene Ottey uit 1991 zou ik graag van de tabellen lopen.”