De Belgian Tornados hebben weer maar eens voor eremetaal gezorgd. Na zes jaar moeten ze wel afscheid nemen van de Europese titel op de 4x400m, maar met een knappe zilveren plak zorgt het team knap voor de zestiende(!) internationale medaille. Een weergaloze prestatie. Het kwartet, dat deze keer bestond uit Alexander Doom, Julien Watrin, Kevin en Dylan Borlée, snelde naar 2’59″49. De Britten waren net een fractie sneller dan onze landgenoten.

De tweede medaille op dit kampioenschap is binnen. Met dank aan de Belgian Tornados – wie anders. Alexander Doom nam net als in de reeksen de eerste ronde voor zijn rekening. Doom maakte een uitstekende indruk en liep met een split van 45″35 een pak sneller dan gisteren. Hij gaf als tweede, na Groot-Brittanië, de stok aan Julien Watrin.

Watrin kwam goed als tweede naar binnen. Hij voelde daarna de hete adem van Frankrijk in zijn nek. De Fransen gingen uiteindelijk ook over hem waardoor Kevin Borlée als derde op pad mocht. Borlée kon meteen zijn bakken ervaring uitspelen door Frankrijk mooi af te houden in de eerste bocht. Net voor de wissel gingen zowel Frankrijk als Spanje over de captain van de ploeg. De achterstand was gelukkig minimaal. Alle hoop rustte dus wederom op de schouders van Dylan Borlée.

Borlée vond snel de aansluiting met Frankrijk en Spanje. Hij volgde de eerste 200m in hun spoor en zette vervolgens de aanval in. Spanje was een eenvoudig hapje, aan Frankrijk had hij een taaiere klant al at hij die ook op in de laatste rechte lijn.

Borlée kwam daarna nog héél dicht op Groot-Brittanië. Alex Haydock-Wilson, de nummer drie van de individuele finale, is nochtans niet van de minsten. Haydock-Wilson redde nog nipt de meubelen voor zijn land en hield ons land nipt van de Europese titel met 2’59″35. Met 2’59″49 zorgen de Belgian Tornados wel knap voor de tweede medaille op dit EK. Het is bovendien de zestiende internationale medaille over 30 finales van het team, een waanzinnige statistiek.

“Ik zat veel beter in de wedstrijd dan gisteren”, zei Doom na afloop. “Volgens mij had ik die kwalificaties nodig om helemaal in het ritme te komen. Ik heb Julien goed kunnen lanceren, maar we kwamen voor goud. Anderzijds wisten we ook dat Groot-Brittannië een lastige klant zou worden. Iedereen heeft supergoed zijn job gedaan en zilver is gewoon mooi. Het is een superseizoen geweest met goud in Belgrado, brons in Eugene en nu zilver. Dat is niet zo slecht op één jaar tijd.”

Watrin probeerde het positief in te zien. “Het is een mooi jaar geweest voor de Tornados. Alexander heeft het goed gedaan, waardoor ik meteen voorin in de wedstrijd zat”, vertelde hij. “Ik voelde me nog relatief goed na mijn finale van gisteren. Ik moest wel een stevige inspanning leveren om de Britten niet te ver te laten gaan. Ik wil toch ook graag even zeggen dat ik niemand ken die zou goed met de situatie zou om kunnen als Kevin met zijn blessure de afgelopen dagen heeft gedaan.”

Kevin Borlée voelde zich niet honderd procent in zijn sas. “Dat we hier het goud missen, is omdat ik niet honderd procent was”, meende hij. “Ik had beter moeten doen, maar het zat er vandaag niet in. Het zijn moeilijke dagen geweest voor mij. Zelfs vandaag was ik niet zeker dat ik zou kunnen lopen en in de oproepkamer zat ik nog te hopen dat ik er niet voor zou zorgen wat we de finish niet zouden halen. Zilver is nog altijd niet slecht, maar we hadden kunnen winnen.”

Dylan Borlée kwam in de ongewone rol van afmaker. “Het is een grote verantwoordelijkheid om in de voetsporen van Kevin te treden, die al zo veel bereikt heeft als laatste man”, zei hij. “Het gaf me stress, maar eerder een positieve stress. Het is een nieuwe rol die ik met plezier opneem. Doorheen de koers voelde ik wel de vermoeidheid toenemen van het hele EK. Ik wist dat het op details zou aankomen. Ik probeerde nog even de Britten terug te halen, maar daar kwam ik toch wat voor tekort. Jammer, maar zilver is nog altijd mooi.”